Geef uw mening!
Stuur uw brieven, foto's, afbeeldingen, filmpjes of cartoons naar
theo.kooijmans@gmail.com
Maak het niet te bont. De redactie behoudt zich het recht voor om inzendingen zonder opgaaf van redenen te weigeren.

zaterdag 22 december 2007

Nóg een voor Ada

Nog even door de speeches van Ada Boerma-van Doorne en Thom de Graaf gelopen. Ze stonden toch op de site. En ik kwam nóg 'n stukje van Thom de Graaf tegen dat Ada kennelijk goed kon gebruiken. Ik wil deze kerstpuzzel niet voor u bederven zodat u nog even verder kunt zoeken.

Maandag of zo laat ik het aan u weten.
Als u het zelf al niet hebt gemeld.
Bij mij of bij Cees Sips.

Ada en het Gootspook

In Maasdriel draait de geruchtenmachine op volle toeren. Daar heb ik natuurlijk stevig de hand in gehad. Dat begrijp je.

Toen ik ontdekte dat Ada bij haar installatiespeech uit andermans werk voorlas heb ik maar eens naar contacten gezocht in Maasdriel.

Ik kwam eerst terecht op de weblog van de "Vrijstaat Hoenzadriel" waar ik een berichtje over Ada’s plagiaat achterliet. Ik kreeg geen enkele reactie. Blijkbaar is de vrijstaat een zachte dood gestorven. Gisteravond zag ik nog dat de laatste bezoeker er op zondag 16 december een kijkje was komen nemen. Dat was ikzelf natuurlijk.

Gelukkig vond ik al snel de website van VVD-raadslid Cees Sips. Beter kon ik het niet treffen. Cees reageerde prompt op mijn bericht. Hij schrok zich te pletter en wijdde er aandacht aan in zijn dagboek van zondag 16 december.

De volgende dag was de speech van Ada al van de website van de gemeente Maasdriel verdwenen. Spoorloos. Ik had ‘m voor de zekerheid natuurlijk al gedownload en heb Ada's rede nu ook maar even op mijn weblog gezet. Samen met de volledige installatiespeech van Thom de Graaf. Misschien zijn er bezoekers die nog meer overeenkomsten vinden.

Aanvankelijk vond ik dat Ada Boerma zich aardig door de Bommelse ramp heensloeg. Totdat ik op dat jatwerk stuitte. Later in de week kreeg ik ook nog mee dat de Drielse winkeliers haar bloed inmiddels wel kunnen drinken. Vanwege de aggregaten die de markt wel en de winkeliers niet kregen. Nee, Ada heeft bij mij afgedaan.

De hele wereld viel over Paul Depla heen toen hij onlangs Clintonnetje ging spelen in het fietsenhok. Hoe je daar ook over denkt, hij had politiek niets misdaan.

Maar Ada dus wel!

Zoals de meeste lezers inmiddels wel weten houd ik niet van bestuurders die de boel belazeren. En dat is precies wat Ada Boerma bij haar installatiespeech in Maasdriel heeft gedaan. Ze heeft de inwoners van Maasdriel willens en wetens een rad voor ogen gedraaid. Ze is niet oprecht geweest. Die speech kwam niet uit haar hart maar uit de installatierede van burgemeester Thom de Graaf van Nijmegen.

In de academische wereld wordt je voor plagiaat bestraft met verbanning. In de politiek kun je er blijkbaar mee wegkomen. Met deze daad heeft ze het vertrouwen in het ambt ernstig geschaad. Zij heeft de mensen in de Bommelerwaard bij de neus genomen en hun vertrouwen al bij de eerste officiële woorden die zij uitsprak ernstig beschaamd.

Maar het kan altijd nog erger. In de editie Bommelerwaard van het Brabants Blad verschijnt een column “Uiterwaardigheden” onder het pseudoniem Gootspook.

Dat Gootspook zet de wereld op zijn kop. Niet Ada maar Cees Sips krijgt ervan langs.
Cees is de schuldige. Hij verwart volgens het Gootspook het algemeen belang met het eigenbelang. Cees opereert niet ter meerdere glorie van Maasdriel. Ja beste Gootspooklezers, wie anders dan VVD-er Cees Sips, die zelfbenoemde luis in de pels is volgens deze cliffhanger over Ada aan het klikken op zijn weblog. En Ada Boerma had op haar klompen kunnen aanvoelen dat in het Drielse bos de wolven zouden ontwaken. Het Gootspook besluit met de woorden: De toon is weer gezet. Welkom in de Maasdrielse slangenkuil.

Volgens het Gootspook had Ada op haar klompen kunnen aanvoelen dat de wolven zouden ontwaken. Haar eigen spook vindt haar dus nog dom ook.

Rheden wordt echt te klein voor me. Je zou je ook kandidaat moeten kunnen stellen voor gemeenteraadsverkiezingen in een ander gemeente. Maasdriel is dan een goede optie. Ik zou dan meedoen onder de naam Ghostbusters en beginnen met het uitroeien van anonieme achterbakse laffe Gootspoken die hun partijvrindjes de hand boven het hoofd houden en proberen de boodschapper een kopje kleiner te maken. Zulke gootspoken zijn een belediging voor alle echte Bommelse gootspoken.

Of moet ik medelijden met dat spookje hebben. De zielepoot heeft niet in de gaten waar het om draait: een burgemeester die misbruik maakt van de ideeën van een ander om daar haar voordeel mee te doen en drie-en-twintig-en-een-half-duizend mensen besodemietert. Al bij de eerste keer dat ze haar officiële mond open doet.

Beste lezers. Neem eens een kijkje op de website van Cees Sips. Een aanrader.
Cees heeft een geweldig mooie en complete website. Ben ik echt jaloers op. Zoiets wil ik ooit ook!!

Klik hier voor de website van Cees.
Klik hier voor zijn ontboezemingen over Ada’s plagiaat in zijn dagboeknotities van zondag 16 december en klik hier voor zijn dagboeknotitie van vrijdag 21 december.

Voordat Ada Boerma naar Maasdriel kwam was ze burgemeester in Rozendaal. Die gemeente zal op termijn haar zelfstandigheid moeten opgeven. Ada was nog maar een paar maanden tevoren herbenoemd in de gemeente Rozendaal toen het nieuws kwam dat ze naar Maasdriel ging. Ik vermoed dat Ada er tussenuit kneep omdat ze besefte dat de zelfstandigheid van Rozendaal niet lang meer is vol te houden. En vooruitlopend op die ontwikkeling heeft Commissaris van de Koningin Clemens Cornielje haar gepousseerd bij de Maasdrielse gemeenteraad. Die heeft gehapt en Ada kan nu nog ’n jaar of zes vooruit in Maasdriel. En Clemens Cornielje was alvast van het eerste probleem verlost. Maar Maasdriel zit er intussen maar mee. Die gemeente heeft deze Ada in zijn maag gesplitst gekregen.

Bij haar afscheid van Rozendaal noemde Ada deze gemeente “het groene hemeltje op aarde”. Tja dat komt ervan. Als je niet eens meer tevreden bent met de hemel dan wordt je daarvoor blijkbaar bestraft met rampspoed. En dan zijn gootspoken nog je beste vrienden.

In haar argeloosheid had Ada als dame van stand misschien een Tom Poes in de Bommelerwaard verwacht. Helaas Ada, je moet het met een gootspook doen.

In het Brabants dagblad van vorige week zaterdag liet Ada Boerma nog optekenen "'Jij krijgt hier wel een echte ontgroening', zei mijn man vanmorgen nog tegen me".

Nou Ada, zeg dat wel!

Ik geloof dat ik m’n licht maar eens ga opsteken bij weblog GeenStijl. Daar wordt de gedrukte pers meestal wel wakker van.

Voor de geïnteresseerden nog eens de adressen van Cees Sips:

http://www.ceessips.nl
http://www.ceessips.nl/dagboek/zondag-16-december-2007.php
http://www.ceessips.nl/dagboek/vrijdag-21-december-2007.php

En voor de Drielse bezoekers. Kijk ook eens in het Dossier Rozendaal-Maasdriel.

EN STEUN CEES SIPS.

Dat gootspook mag wel even bij mij langs komen.

Onderstaand het Gootspook-artikel. Klik op de afbeelding om te vergroten.


Ada's Installatiespeech in Maasdriel

En zo sprak Ada Boerma-van Doorne in haar speech ter gelegenheid van haar installatie tot burgemeester van Maasdriel.

Mevrouw de voorzitter, dames en heren leden van de gemeenteraad, leden van het college, de vertegenwoordiger van de Commissaris van de Koningin, inwoners van Maasdriel, vrienden, familie, collega’ s.

Ik vind het erg fijn dat u vanmiddag hier bent op deze voor mij zo belangrijke dag.

En ik ben ontzettend blij en vereerd dat ik tot burgemeester van Maasdriel ben benoemd.

Maasdriel een mooie gemeente met 23.616 inwoners en 11 prachtige dorpen in een oer-
Hollands landschap. Wat kan een burgemeester zich nog meer wensen?

U leden van de gemeenteraad van Maasdriel,heeft mij op voordracht van de
vertrouwenscommissie unaniem gekozen.

Ik ben dankbaar, maar ben er ook een beetje verlegen mee. Want zo’n breed draagvlak komt alleen iemand toe die zich al heeft bewezen; ik ben letterlijk vandaag pas begonnen in Maasdriel.

Niettemin: het is eervol en fijn om zoveel vertrouwen op voorhand te ontmoeten. Ik ga er alles aan doen om dit zo snel mogelijk bij u te verdienen.

Ik bedank iedereen die er aan heeft meegewerkt dat ik hier vandaag, zo snel na de voordracht, met de ambtsketen om kan staan: de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Koningin die bewilligde en het besluit tekende en haar Commissaris in Gelderland, de heer Cornielje, die waakte over de zorgvuldigheid van het proces. Gelderland en Maasdriel hebben elkaar nodig. De weg naar Arnhem zal ik de komende jaren vaak rijden.

Tot slot wil ik de heer Moree bedanken voor de inzet voor Maasdriel het afgelopen half jaar. Het was de tweede keer dat u in deze gemeente hebt waargenomen. Dit op nadrukkelijk verzoek van de gemeenteraad. Bij uw afscheid deze week hebben verschillende vertegenwoordigers met respect en dankbaarheid gesproken over uw inzet voor de gemeente. Daar sluit ik graag bij aan.

Dames en heren,

Wat kan ìk, als burgemeester bijdragen aan Maasdriel en het bestuur?

Misschien kent u het verhaal wel. De droom van elke burgemeester. Het verhaal over een Italiaans bergdorp midden in de Alpen. Het dorp leidde in de zomer een bloeiend bestaan maar zonk in de winter weg in somberheid. Door de hoge bergwanden en de lage zon kreeg het ’s winters nooit zonlicht en dat vrat aan de mensen. Zo was het al eeuwen. Er kwam een nieuwe burgemeester, dat bleek een energieke man. Hij installeerde een reusachtige spiegel op de bergwand, die – op afstand bediend kon worden. Die spiegel werpt nu grote bundels zonlicht in het dorp. De hele bevolking is eeuwig dankbaar. De droom van elke burgemeester: hij kwam en er was licht!

Ik zei u al een droom! De praktijk is weerbarstiger. De burgemeester drukt niet in zijn eentje een stempel op de gemeente. De politieke besluitvorming is in eerste en in laatste instantie aan de raad en aan het college. Beide organen hebben hun eigen bevoegdheden en verantwoordelijkheden, maar zijn van elkaar afhankelijk. De burgemeester heeft natuurlijk eigen taken, maar is niet een eerste en ook niet een vijfde wethouder. Ik ambieer die rol ook niet.

Binnen de soms ingewikkelde en gevoelige verhoudingen van het duale bestuur wil ik de zorgvuldigheid bewaken, de eenheid bevorderen en transparantie en verantwoording garanderen. Dat zijn kerntaken in een democratisch bestuur, die neem ik uitermate serieus.

Vijf fracties van vijf politieke groeperingen in onze gemeente verdienen aandacht en respect. Zij dragen alle bij aan onze lokale democratie, ongeacht of zij tot de coalitie behoren of niet.

De raad heeft als geheel een zware verantwoordelijkheid om de maatschappelijke opvattingen te vertegenwoordigen. De raad gaat met elkaar in gesprek en met elkaar in debat om zo het beleid vast te stellen en de kaders aan te geven. Het is mijn ambitie om dat proces te bewaken en de sfeer constructief te houden. In het college van B&W is mijn inzet dezelfde. Er zit een energiek college en ik wil daar graag de actieve maar ook zorgvuldige voorzitter van zijn. Als vanuit verschillende invalshoeken het probleem wordt benaderd dan komt dit zondermeer de kwaliteit van de politieke besluitvorming ten goede. Ik zal veel investeren in formele en informele contacten. De LDD, de leuke dingen dagen, staan wat mij betreft in Maasdriel, net als in Rozendaal, hoog op de agenda! Dat zijn dagen om als college of raad er informeel op uit trekken om een project te bekijken en daar iets gezelligs aan vast te koppelen.

In de profielschets die door de gemeenteraad is opgesteld staat één woord centraal: verbinder. Als je wilt verbinden is één voorwaarde dat je de mensen en de situatie
kent. Dat je weet wat er leeft in de gemeente en in de dorpen.

Een andere voorwaarde is: vertrouwen. Mijn belangrijkste voornemen voor deze nieuwe bestuursperiode is: het vertrouwen te winnen van de burgers van Maasdriel.

Dat kan alleen door burgers echt te ontmoeten, door mensen te spreken en tegen te komen in de dorpen, op straat, in het bedrijf en op school, bij het carnaval of in de kerk. Het Rozendaalse model om elk jaar 2 procent van de bevolking thuis op te zoeken om aan de keukentafel de staat van de gemeente door te nemen zal moeilijk worden in Maasdriel. Een snelle rekensom geeft aan dat ik dan meer dan 450 koffiebezoekjes moet afleggen, zo’n 10 per week. Ik denk dat naast alle andere werkzaamheden wat te ambitieus is. Misschien hebt u een idee, hoe ik het contact kan organiseren. Ik sta open voor suggesties. Ik streef ernaar een open en benaderbare burgemeester te zijn. Een burgemeester die gericht is op mensen net als mijn voorganger Jack Mikkers. Jack, het zal een hele klus worden om in jouw voetsporen te treden.

Mijn voornemen sluit goed aan bij het voornemen van het college om te investeren in meer en betere communicatie met de burgers. In september 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders al gemeld dat zij met de burgers in gesprek wil gaan. Naar aanleiding van een enquête onder de inwoners van Maasdriel heeft het college in september huis-aan-huis een flyer laten bezorgen. "U heeft gesproken, nu zijn wij aan zet" stond daar als fiere kop boven. In 2008 gaat het college op diverse fronten in gesprek met inwoners, om samen het beleid voor de toekomst, voor 2020 en de jaren daarna inhoud en vorm te geven.

Daar wil ik graag als uw burgemeester energie insteken. Dat communicatieproces ga ik van harte en met open vizier aan.

Dat beperkt zich niet tot de gemeente, dit reikt verder. Al noemt de Bommelerwaard zich het mooiste eiland tussen twee rivieren, met eiland denken kom je niet ver in de wereld van 2007. Veel van wat hier in Maasdriel gebeurt wordt bepaald door gebeurtenissen elders, zoals bijvoorbeeld veiligheid, ruimte voor de rivier, infrastructuur en openbaar vervoer.

In deze tijd van decentralisatie en schaalvergroting komt er heel veel op de gemeente af. Veel taken vragen om grotere uitvoeringsverbanden, dan de gemeente Maasdriel. Samenwerking met derden en tussen gemeenten is geen teken van zwakte maar van bestuurskracht en durf. Mijn vorige gemeente Rozendaal dankt zijn bestaan aan goede samenwerking met verschillende partners, particuliere ondernemers, buurgemeenten en de regio. Ik ben van mening dat wij als bestuurders, het aan onze burgers verplicht zijn om zo goed en efficiënt mogelijk om te gaan met de middelen. Naar mijn mening komt goede samenwerking met andere overheden de burgers alleen maar ten goede. Samenwerking op basis van gelijkwaardigheid maakt beide partners sterker.

Een van de belangrijkste taken van de burgemeester is de portefeuille openbare orde en veiligheid. Veiligheid is geen rustig bezit, het moet permanent bewaakt, beschermd, tot stand worden gebracht. Dat doen we samen. De politie is, zoals het nieuwe motto luidt, waakzaam en behulpzaam. Dat zullen we allemaal moeten zijn, niet alleen op het vlak van criminaliteit, maar ook op het gebied van preventie. Politie, de brandweer, de gemeente, de woningbouwvereniging zijn met de burgers partners in veiligheid. Het is een gedeelde verantwoordelijkheid. In de politie unit IJsselwaarden, werkte ik aan integrale veiligheid samen met de partners en met buurtplatforms en buurtpreventieteams. Ik denk dat het een goede zaak is dat burgers betrokken worden bij hun eigen leefbaarheid van hun eigen buurt en straat en zich daarvoor inzetten. Veiligheid is meer dan handhaving van de openbare orde. Het gaat om leefbaarheid, om een goede en veilige woonomgeving. Wie in veiligheid wil investeren, moet dáár beginnen! Ook dat doet een burgemeester ook al is hij portefeuillehouder openbare orde en veiligheid, niet alleen. Er bestaan om dat terrein allerlei dwarsverbanden tussen de verschillende portefeuilles van de burgemeester en de wethouders. Vanuit mijn verantwoordelijkheid zal ik, in samenwerking met uw raad een integrale aanpak bevorderen.

De afgelopen weken heb ik samen met mijn man veel rondgefietst en rondgereden door
Maasdriel. Wat mij opviel was het eigen karakter van de verschillende dorpen. Iedere kern, elk dorp heeft iets unieks. Maasdriel heeft geen twee gezichten maar elf gezichten. Niet alleen 11 verschillende gezichten, maar ook 11 verschillende karakters. Voor de mensen, die hier vandaag voor het eerst zijn een beschrijving van de gemeente.

Waar vind je in Nederland nog de wijdse vergezichten zoals Wellseind en Hurwenen. Er zijn niet veel burgemeesters in Nederland, die er prat op kunnen gaan dat zij twee echte kastelen in de gemeente hebben, in Ammerzoden en Well en bovendien nog een
kasteelruïne in Hedel. Waar vind je een dorp waar de boomgaarden letterlijk in de dorpskern staan zoals in Rossum? Dan heb ik nog niet gesproken over de fraaie dorpskern in Heerewaarden en het zicht op de uiterwaarden in Alem. Kerkdriel kan zich beroemen op een prachtige jachthaven en golfbaan. Niet alleen het landschap heeft veel te bieden ook de cultuurhistorie. In Hoenzadriel torent de molen boven het dorp uit. In Velddriel is de laatste ambachtelijke klompenmaker van Nederland actief. Hedel is vermaard om zijn paardenmarkt, en jaarlijks terugkerend evenement. Niet te vergeten fort Sint Andries. Wat kun je als burgemeester nog meer wensen als je zoveel diversiteit binnen de gemeentegrenzen hebt. Maasdriel telt 11 kernen. Het getal 11 roept verschillende associaties op zeker in deze 11de maand van het jaar. In sommige dorpen gaat het deze maand over de raad van elf en de 11de van de 11de. Een andere beeld is de associatie met een voetbalteam. 11 spelers vormen samen het team onder leiding van de coach. In een team levert elke speler zijn unieke kwaliteiten, zijn talenten. Juist die verscheidenheid, dat verschil zorgt voor een sterk team. Die verscheidenheid van de 11 dorpen maakt Maasdriel uniek. Eenheid in verscheidenheid, daar geloof ik in.

Niet alleen het karakter van Maasdriel is uniek, ook de ligging van Maasdriel is uniek. Maasdriel is een authentiek stukje Nederland, met een eigen groene en landelijke uitstraling op de as Randstad- Brabant. De twee economische centra in Nederland, waar de grootste economische bedrijvigheid is en de grootste economische groei plaats vindt. Dat gegeven biedt kansen voor de gemeente. Maasdriel zelf heeft veel mogelijkheden. Maasdriel heeft een ondernemende en ijverige bevolking. De agrarische sector biedt perspectief.

De gemeente ligt in een oer-Hollands landschap, met zijn brede rivieren. Mensen komen graag naar Maasdriel om te genieten van het schitterende landschap en de gemoedelijke sfeer in de dorpen. Al die eigenschappen samen vormen de kracht van Maasdriel. Er wordt wel gezegd Maasdriel is een goudklomp in de Bommelerwaard. De grote vraag is wat doe je met dat goud. Misschien denkt u: bewaren dat is, het meest veilige. Bewaren in de safe, in de kluis. Dat is waar, dan blijft alles zoals het is. Er zijn ook andere keuzes mogelijk. Misschien moeten we als gemeenschap, als we de komende jaren een visie voor Maasdriel ontwikkelen wat meer ambitie, wat meer lef tonen. Er liggen kansen en er is potentie om de lat wat hoger te leggen, om de kwaliteit van de woon, werk- en leefomgeving van iedereen die hier woont te vergroten.

De kunst is om de verschillen optimaal te benutten. Om al de ondernemerszin, de talenten, de inspiratie en de werklust van “drielenaren” bijeen te brengen. Een evenwicht te vinden tussen de natuurwaarden van dit schitterende gebied en de eisen van woningbouw en economische ontwikkeling. Ik wil daar actief aan bijdragen. De toekomst van Maasdriel wordt gebouwd op stevige pijlers van ondernemingszin, saamhorigheid en natuurwaarden. Ik wil actief bijdragen aan een klimaat waar problemen vertaald worden in uitdagingen, waar vernieuwing een kans krijgt. Geen gemeente kan zich stilstand veroorloven, ook Maasdriel niet. Maasdriel ontwikkelt een toekomstvisie voor 2020. Om die sociale, economische dynamiek, die aanwezig is, te stroomlijnen, is een krachtig beeld van Maasdriel nodig. Dat beeld dat zullen we actief en met allure moeten uitstralen en uitbouwen.

Dames en heren,

Ik heb lang genoeg gesproken. Burgemeester word je pas als je het bent, dus ik ga maar gewoon aan de slag. Uit eigen ervaring van de afgelopen weken weet ik nu al dat ik ontzettend goed ondersteund zal worden door mijn directe medewerkers, door de
gemeentesecretaris en de medewerkers waar hij leiding aan geeft.

In de profielschets, hoewel kort en bondig, vroeg u een schaap met tenminste vijf poten. U krijgt er een met vier poten. Een schaap dat niet alleen op de Rozendaalse hei heeft gegraasd, maar ook met vier poten in de Groningse klei heeft gestaan en soms wel in de modder. Dat is misschien wel nuttig in een gebied waar de eerste prioriteit is: droge voeten.

Ik dank de heer Goesten namens de vertrouwenscommissie, de heer van den Anker en
voorzitter Hooijmans voor de inspirerende woorden, voor de hamer en de ambtsketen die ik waardig zal proberen te dragen. Ik dank ……ik dank u allen dat u bij mijn installatie aanwezig hebt willen zijn.

Ik sluit af met een citaat:
“Met uitgestoken handen sta ik voor U allen. Die handen zijn nog leeg. Zij dragen nog geen bouwstenen en geen cement voor de vele taken. U allen wil ik vragen mij te helpen mijn grage hoofd en handen te vullen”.

Ik heb er zin in en ga aan de slag. Laten we er samen, onder Gods zegen, wat moois van
maken!

Dank u wel.

---------------------------
Onderstaand de overeenkomsten tussen de speeches van Thom de Graaf en Ada Boerma.
Klik op de afbeelding om te vergroten.

Thom de Graaf - installatiespeech Nijmegen

Toespraak bij de installatie tot burgemeester van Nijmegen, Thom de Graaf, 8 januari 2007

Dames en heren leden van de gemeenteraad van Nijmegen, Leden van het college, meneer de Commissaris van de Koningin, Inwoners van Nijmegen, vrienden van dichtbij en van ver, familie,

Ik wil u allen allereerst een prachtig 2007 toewensen. Veel geluk, een goede gezondheid, succes in uw werk of uw studie, voorspoed in liefde en vriendschap en als het even kan ook heel veel plezier. Ik spreek als nieuwjaarswens uit dat wij allen in 2007 er aan zullen bijdragen dat Nijmegen bruist en zich verder ontwikkelt als een dynamische open stad. Elke bijdrage is welkom en dat zeg ik ook met nadruk tegen vrienden en bekenden uit de Haagse overheid.

Hier staat een benoemde burgemeester voor u. Zelfgekozen maar wel benoemd. En ik ben ontzettend blij en vereerd dat ik tot burgemeester van Nijmegen ben benoemd en nu geïnstalleerd. Ik was een groot voorstander van de rechtstreeks door de bevolking gekozen burgemeester. En om misverstanden te voorkomen: ik bèn een groot voorstander van de rechtstreekse verkiezing en blijf dat, ook nu. Ik mag dan nu omketend zijn, ik lig niet aan de ketting, zelfs niet aan die van de Kroon.

In een vorig leven heb ik met veel energie en toewijding gepleit voor een ander bestuurlijk model in de gemeente. Een model dat, vind ik, meer recht doet aan de democratische betrokkenheid van de burgers en meer ruimte schept voor slagvaardig bestuur. Dat andere model met die rechtstreekse verkiezing van een meer politieke burgemeester is er niet gekomen. De vereiste herziening van de Grondwet kreeg in de Eerste Kamer uiteindelijk niet de benodigde tweederde meerderheid. Wie veranderingen wil, moet zich er bij neerleggen als de democratische besluitvorming uiteindelijk de andere kant uitwijst. Ik heb dat gedaan, maar ik blijf hopen op nieuwe inzichten bij oude partijen.

Sommigen menen dat ik als erkend voorstander van de rechtstreekse verkiezing eigenlijk geen benoemde burgemeester kan zijn. Ik begrijp dat niet. Ook al kan het beter, het huidige burgemeesterschap is op zich waardevol, betekenisvol genoeg, zeker nu in onze samenleving steeds meer behoefte bestaat aan verbindende mensen op verbindende posities. Het zou toch wel een bijzonder selectiecriterium zijn als je alleen maar mag functioneren in het openbaar bestuur als je volmaakt gelukkig bent met de huidige spelregels.

De leden van de gemeenteraad van Nijmegen hebben gelukkig ook niet zo gedacht. U heeft in hun keuze vooroordelen noch partijpolitiek laten domineren. Ik ben er dankbaar voor dat U eensgezind het oordeel van de ook al eensgezinde vertrouwenscommissie hebt willen volgen. Dankbaar maar ook mee verlegen. Want zo’n breed draagvlak komt alleen iemand toe die zich al heeft bewezen in het stadsbestuur en ik ben letterlijk vandaag pas begonnen. Niettemin: het is eervol en fijn om zoveel vertrouwen op de voorhand te ontmoeten. Ik ga er alles aan doen om wat u mij heeft geschonken, ook zo snel mogelijk echt te verdienen.

Ik bedank iedereen die er aan heeft willen meewerken dat ik hier vandaag met de Nijmeegse ambtsketen om kan staan. De leden en adviseurs van de vertrouwenscommissie, de gemeenteraad, maar ook de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties die de officiële voordracht deed en de ministerraad die daarmee instemde, één van de betere besluiten van Balkenende 3 wat mij betreft. Ik dank natuurlijk de Koningin die bewilligde en het besluit tekende en tenslotte haar Commissaris in Gelderland, Clemens Cornielje, die waakte over de zorgvuldigheid van het proces. Ik verheug me er op onze goede persoonlijke contacten te kunnen voortzetten. Gelderland en Nijmegen hebben elkaar nodig en wij weten elkaar te vinden.

Ik bedank ook de Nijmegenaren die hun mening gaven over de eigenschappen en de talenten waarover de nieuwe burgemeester moet beschikken. U heeft mij niet gekozen maar wel aangegeven wat u wilde.
U vroeg een schaap met tenminste vijf poten en heel veel wol, u krijgt er een met vier poten en nog een paar krullen, dus u kunt onmogelijk tevreden zijn. Maar uw opvattingen heb ik, net als de profielschets, zwaar mee laten tellen bij mijn besluit om te solliciteren naar Nijmegen. U heeft mij duidelijk gemaakt dat gevoel voor Nijmegen, voor deze unieke stad, ministens zo belangrijk is als de beste bestuurlijke ervaring.
‘n Bietje Nimweegs ien sien hert, dat vroeg u eigenlijk. En ook al blijkt dat ik het Nimweegs nog niet echt onder de knie heb, met dat hart van mij zit het wel goed. Burgemeester zijn is één, maar burgemeester zijn van Nijmegen, dat is een droom die uitkomt.

“Tussen Hoorn en Maastricht/ Bij de wijde Waal / Is het middenrif / dat ademhaalt. (…) Tussen enkel en hals / Halverwege / ligt Nijmegen / als / een onderpand/ Een begin van leven / uit de eerste hand”.
Dat schreef de dichter Guillaume van der Graft ooit en hij noemde Nijmegen de navel van het land. Een mooi warm beeld, al valt er wellicht geografisch wel iets op af te dingen.

Mijn belangrijkste voornemen voor dit nieuwe jaar is om het vertrouwen te winnen van de Nijmegenaren. Dat kan alleen door U echt te spreken, U tegen te komen in de wijk, op straat, in het bedrijf en op school of faculteit, bij het carnaval of bij het concert, bij NEC, in Lux of in één van de vele prachtige kroegen waardoor Nijmegen zo uitnodigend is.

Ik woon inmiddels hier, al laat mijn gezin nog even op zich wachten. Ik ben niet van plan om jaarlijks te verhuizen, maar voor het overige neem ik graag een voorbeeld aan mijn voorgangster als een open en benaderbare burgemeester.

Guusje, bij jouw aantreden zes jaar geleden zei je dat besturen een mooie gelegitimeerde manier is om je met van alles en nog wat te bemoeien. Dat spreekt mij wel aan, vooral omdat uit je afscheidstoespraak bleek dat je die bemoeiruimte ook daadwerkelijk kreeg van de stad. Jouw bestuur was op mensen gericht en dat heeft Nijmegen begrepen en gewaardeerd. Het zal een hele klus worden om in jouw voetsporen te treden.

Dames en heren,

Ik zal mij hier goed thuis voelen, ook omdat ik deels thuiskom. De stad van de katholieke cultuur, van de romeinse en middeleeuwse historie en van het Bourgondische leven, de stad waar ook hard wordt gewerkt, de stad van de leergierigheid, van kennis en van verdieping, de stad van discussies en van idealen, van dromen en van acties om recht te halen en onrecht te bestrijden.

De stad die vaak voorop heeft gelopen in de emancipatie van bevolkingsgroepen en minderheden en benadeelden en daarin een naam heeft hoog te houden. Nijmegen staat voor vrijheidsliefde, bescherming van elementaire rechten en kritische zin waar het gezagsdragers betreft. Ik ben gewaarschuwd… Ik zie ook een stad die veranderd is in vergelijking met dertig jaar geleden. Groter, actiever, met veel nieuwe mensen, nieuwe wijken, andere culturen. Een prachtige Waalkade, een gedurfde Waalsprong, een ongelooflijk mooi museum en bijzondere winkelstraten, maar ook meer verkeersproblemen, meer aandacht voor sociale uitsluiting en onveiligheid.

Wat kan ìk bijdragen aan Nijmegen en haar bestuur? Een paar weken geleden berichtte het Journaal over een Italiaans bergdorp midden in de Alpen. Het dorp leidde in de zomer een bloeiend bestaan maar zonk in de winter weg in somberheid. Door de hoge bergwanden en de lage zon kreeg het ’s winters nooit zonlicht en dat vrat aan de mensen. Zo was het al eeuwen. De nieuwe burgemeester bleek een energieke man die niet van de straat was. Hij installeerde een reusachtige spiegel op de bergwand, die – op afstand bediend en draaibaar – nu grote bundels zonlicht in het dorp werpt. De gehele bevolking is eeuwig dankbaar. De droom van elke burgemeester: hij kwam en er was licht!

Toch is dat helaas niet het geval. De burgemeester drukt niet in zijn eentje een stempel op de stad. De politieke besluitvorming is in eerste en in laatste instantie aan de raad en aan het college, ieder binnen de eigen bevoegdheden en verantwoordelijkheden en in onderlinge afhankelijkheid. De burgemeester heeft natuurlijk eigen taken maar is niet een eerste en ook niet een zevende wethouder. Ik ambieer die rol ook niet.

Binnen de soms ingewikkelde en gevoelige verhoudingen van het duale stadsbestuur wil ik de zorgvuldigheid bewaken, de eenheid bevorderen en transparantie en verantwoording garanderen. Dat zijn kerntaken in een democratisch bestuur en die neem ik uitermate serieus. Tien fracties van tien politieke groeperingen in de stad verdienen aandacht en respect en dragen alle bij aan onze lokale democratie, ongeacht of zij tot de coalitie behoren. De raad heeft als geheel een zware verantwoordelijkheid om de maatschappelijke opvattingen te representeren en door debat en onderzoek tot zorgvuldige en afgewogen kaders voor het stadsbestuur te komen. Het is mijn ambitie om dat te bewaken en de sfeer goed en harmonieus te houden. In het college van B&W is mijn inzet dezelfde. Er zit een nieuw energiek college en ik wil daar graag de actieve maar ook zorgvuldige voorzitter van zijn.

Ambities genoeg. Maar toch, het is al moeilijk genoeg om fatsoenlijk te besturen. Gewoon er te zijn in het belang van alle Nijmeegse burgers en er voor te zorgen dat zij zich enigszins vertegenwoordigd en betrokken weten. Laat ik dat maar als mijn hoofdtaak beschouwen. Als burgemeester wil ik de verbindende schakel zijn. De verbinding leggen tussen al die mensen die in onze stad wonen, de sterken en de mensen die het minder hebben, de verschillende wijken en de verschillende culturen. Een verbindende schakel tussen de gemeente en al die belangrijke partners in de stad: het bedrijfsleven, de opleidingscentra en kennisinstituten, de zorginstellingen, de corporaties, de maatschappelijke instellingen en verenigingen, de culturele ondernemers en iedereen die aan Nijmegen bijdraagt.

Binnen die hoofdtaak leg ik zelf graag een paar accenten. Ik geloof heilig in stedelijke innovatie, een permanente organische ontwikkeling van de stad met steeds weer nieuwe initiatieven en nieuwe maatschappelijke coalities. Geen stad kan zich stilstand veroorloven en zeker de oudste stad van Nederland niet. Nijmegen is juist zo oud omdat zij zich steeds weer nieuwe doelen stelde: van Romeinse vestingplaats tot middeleeuws handelscentrum, van rijksstad tot nieuwe ruimte buiten de muren, van woonstad voor de welgestelden tot stad van industrie en kennis, van stad met oorlogswonden en een geschonden aangezicht tot een herwonnen benedenstad, van stad áán de Waal tot stad die òver de rivier gesprongen is, de Koers West heeft uitgezet maar tegelijkertijd contact zoekt met onze oosterburen.
Zo zal het in de nabije toekomst ook moeten gaan. De kunst is om steeds de stad opnieuw uit te vinden en optimaal al de talenten, de inspiratie en de werklust van Nijmegenaren en nieuwe Nijmegenaren bijeen te brengen. Het gemeentebestuur wordt in toenemende mate een makelaar van ideeën en mensen, ondersteuner van particuliere intiatieven, gangmaker zonder alles zelf te kunnen bepalen. Ik wil daar actief aan bijdragen. De toekomst van Nijmegen wordt gebouwd op stevige pijlers van kennis, cultuur en ondernemingszin. Health Valley is daar een goed voorbeeld van, maar evenzeer de kleinschalige culturele en creatieve activiteiten die bijdragen aan een klimaat van experimenten, uitdagingen en vernieuwing langs nog niet gebaande paden.

Om die sociale, economische en culturele dynamiek verder te vergroten, is een krachtig beeld van Nijmegen nodig, een herkenning van de mogelijkheden en de ambities van onze stad en van onze mensen. Dat beeld dat zullen we actief en met allure moeten uitstralen en uitbouwen. Een stad die open staat voor nieuwe kennis, voor nieuwe en oude cultuur, voor alle mensen. Open in houding en in verdraagzaamheid, open in toekomstmogelijkheden voor bedrijven, kenniswerkers en creatieve mensen maar ook voor mensen die extra ondersteuning of zorg nodig hebben.

Nijmegen, open stad. Bij die open stad horen natuurlijk actieve burgers. Ik geloof dat dit de belangrijkste uitdaging is voor alle gemeenten en zeker voor de grotere steden: hoe krijgen we weer burgerschap centraal in de lokale gemeenschap? Hoe spreken we elkaar aan op onze verantwoordelijkheden voor meer dan alleen onze eigen belangen, voor de buurt, voor de ouderen en gehandicapten, voor het groen in de plantsoenen, voor de buren die onbekenden zijn in de straat? Hoe krijgen we weer meer respect voor de mensen die in ons aller belang werken, zoals de agenten op straat, de brandweerlieden of het ambulancepersoneel, de mensen die hun best doen voor anderen zonder eigenbelang.

Ik pleit gewoon voor burgerzin. Dat mogen we vragen van iedereen. En eigenlijk meer. Ik pleit ook voor wat ik maar noem burgertrots. Wie trots is op zijn eigen buurt, zijn sportclub, de speeltuin, de wijk, de mooie oude stad, die wil ook zijn steentje bijdragen aan de gemeenschappelijke waarden en aan het gevoel van saamhorigheid.

Nijmegen doet daar al veel aan en terecht. Een open stad heeft trotse burgers nodig! Die trotse Nijmeegse burgers mogen in ieder geval drie dingen verwachten: een behulpzame en dienende overheid, integer en zorgvuldig handelen en absolute prioriteit voor een veilige omgeving. Ik zal mij daar binnen mijn eigen verantwoordelijkheden en mogelijkheden in het bijzonder op richten.

Dames en heren,

Als burgemeester van Nijmegen ben ik van Nijmegen en in Nijmegen, maar mijn aandacht houdt niet bij de grenzen op. Ik verheug mij op de samenwerking in de stadsregio Arnhem-Nijmegen, in de politie- en veiligheidsregio Gelderland-Zuid en in de provincie. Ik zie uit naar al dan niet hernieuwde kennismaking met collega-burgemeesters. Mijn voorgangster Guusje ter Horst heeft veel energie gestoken in de ontwikkeling van de EU-regio Rijn en Waal en ik zal mij daar aan spiegelen. Duitsland is niet alleen ons buurland maar in toenemende mate ook deel van onze toekomst. En dan is er Den Haag. De raad wilde graag een burgemeester met een netwerk in de landspolitiek en de rijksoverheid. Waar ik bij machte ben, zal ik graag door contacten en ingangen de wethouders ondersteunen bij de forse opgaven voor de directe toekomst. Ik zal, daar kunt u van verzekerd zijn, ook mijn partijtje meeblazen in landelijke discussies die de positie van het lokale bestuur of de grote steden raken.

En over Den Haag gesproken, wat brengt een nieuw kabinet voor Nijmegen? Laten we om te beginnen ruimhartig zijn: als de informateur en de onderhandelaars van CDA, PvdA en ChristenUnie in hun rondreizend circus nog een mooie en inspirerende vergaderplek zoeken, dan zijn ze van harte welkom – we hebben hier zelfs een Trêveszaal, om alvast een beetje te oefenen. In ruil daarvoor zijn we eigenlijk heel bescheiden in ons wensenlijstje. Natuurlijk willen we de nodige middelen om de ambities van de grote Nijmeegse projecten te realiseren. Maar er mag ook wel iets aan worden toegevoegd:
• Investeren in onderwijs, kennis, onderzoek en innovatie;
• Meer aandacht en ruimte voor cultuur als sociale èn economische basisvoorwaarde;
• Een vreemdelingenbeleid dat berust op duidelijkheid, maar ook op humaniteit en een integratiebeleid dat niet alleen maar eenrichtingsverkeer is;
• Verder werken aan de modernisering van de overheid door minder bureaucratie, beter te handhaven regels, betere dienstverlening aan burgers en decentralisatie in plaats van nieuwe bevoegdheden in Den Haag.
En dat brengt mij tot slot bij de veiligheid. Veiligheid is geen rustig bezit, het moet permanent worden bewaakt, beschermd, tot stand gebracht en soms heroverd. Dat doen we samen. De politie is, zoals het nieuwe motto luidt, waakzaam en behulpzaam. Dat zullen we allemaal moeten zijn, niet alleen op het vlak van criminaliteit of terrorismebestrijding, maar ook waar het om het voorkomen van branden, ongevallen of ernstige rampen gaat. Veiligheid is van iedereen, vóór iedereen. Daarom is de centralisatie van de politie een slecht idee. Ik zal mij in ieder geval tot het uiterste daartegen verzetten. Het is een volstrekt verkeerd signaal om het beheer van de regionale politiekorpsen uit de lokale inbedding weg te halen en er een nationale politie van te maken. Daar wordt geen buurt veiliger van, geen boef meer door gevangen. Wat de politie nu nodig heeft is rust om verder te werken aan gezamenlijke oplossingen: wel meer eenheid in de Nederlandse politie, maar geen Rijkspolitie. En vergeet ook die negatieve energie van een nieuw ministerie van Veiligheid; kies er liever voor om de politie, de brandweer en rampenbestrijding en het lokale bestuur meer middelen te geven om de veiligheid te borgen daar waar het echt nodig is.
Veiligheid mag géén monocultuur worden, waarin geen ruimte meer is voor evenwichtige afweging van andere belangen. Terrorisme bestrijd je niet door alleen maar de grondrechten en de privacy te beperken. Het tegengaan van radicalisering en het voorkomen van terrorisme is natuurlijk ook zaak van veiligheidsdiensten, maar begint heel dichtbij: in de buurt, bij de wijkagenten, de maatschappelijke instellingen, de dialoog met de religieuze en andere leiders, de scholen, kortom in de wereld van het lokaal bestuur. Wie in veiligheid wil investeren, moet dus dáár beginnen!

Dames en heren,

Ik heb lang genoeg gesproken. Burgemeester word je pas als je het bent, dus ik ga maar gewoon aan de slag. Ik weet nu al dat ik ontzettend goed ondersteund zal worden door mijn directe medewerkers, door de gemeentesecretaris en de gemeentelijke organisatie waar hij leiding aan geeft.

Ik dank Renate Bos, Ben van Hees en Paul Depla voor de inspirerende woorden, voor de hamer en de ambtsketen die ik waardig zal proberen te dragen. Ik dank Karel Boehlee en het Nijmeegs Mannenkoor voor hun prachtige optredens en ik dank u allen dat u bij mijn installatie aanwezig hebt willen zijn.

Ik sluit af met een citaat:
“Met uitgestoken handen sta ik voor U allen. (…) Die handen zijn nog leeg. Zij dragen nog geen bouwstenen en geen cement voor de vele taken (…). U allen wil ik vragen mij te helpen mijn grage hoofd en handen te vullen”.
Dat zei mijn vader op 24 januari 1968 tegen de leden van de gemeenteraad van Nijmegen. Ik denk aan hem vandaag en zeg het hem graag na.

Dank u wel.

--------------
Onderstaand de overeenkomsten tussen de speeches van Thom de Graaf en Ada Boerma.
Klik op de afbeelding om te vergroten.