Geef uw mening!
Stuur uw brieven, foto's, afbeeldingen, filmpjes of cartoons naar
theo.kooijmans@gmail.com
Maak het niet te bont. De redactie behoudt zich het recht voor om inzendingen zonder opgaaf van redenen te weigeren.

dinsdag 15 januari 2008

Audit Stuurgroep - Bijlage 3 - Tijdlijn Hart van Dieren

Ik heb één gebeurtenis aan deze bijlage toegevoegd.
De behandeling van de motie van Leefbaar Rheden over strikte controle in mei 2005.

Klik op de afbeeelding(en) om te vergroten.

BIJLAGE 3: TIJDLIJN HART VAN DIEREN








Audit Stuurgroep - Bijlage 2 - Bronnen

BIJLAGE 2: GERAADPLEEGDE BRONNEN

GEÏNTERVIEWDE PERSONEN

Van de gesprekken is ten behoeve van het onderzoek een verslag gemaakt, dat is afgestemd met betrokkene. De verslagen maken onderdeel uit van het projectarchief van Berenschot en zijn vertrouwelijk. Met geïnterviewden is afgesproken dat ze aan niemand buiten het audit-team beschikbaar worden gesteld.

In een tweede ronde interviews is ten behoeve van het verhelderen van feiten nogmaals gesproken met vertegenwoordigers van het Projectbureau (mevrouw Van Wersch, de heer Hombrink), de gemeente (de heren Wilschut en Roolvink) en ProRail (de heren De Vries en Eleveld).

Klik op de afbeelding om te vergroten.


SCHRIFTELIJKE BRONNEN

Deze schriftelijke bronnen zijn op datum gesorteerd. Deze datum geldt de datum waarop ze zijn opgesteld of – indien dit is gebeurd – waarop ze zijn vastgesteld. Opgenomen zijn documenten vanaf 2004. Gedurende het onderzoek hebben wij documenten ingezien niet in het bezit van alle betrokkenen zijn. Met deze bronnen is zorgvuldig omgegaan, om te voorkomen dat eenzijdige interpretaties van partijen hiermee een te zware stem in dit rapport zouden krijgen.

Klik op de afbeelding om te vergroten.

Audit Stuurgroep - Bijlage 1 - Analyse financieel tekort

De bijlagen van het onderzoeksrapport had u nog van me tegoed.

BIJLAGE 1: ANALYSE FINANCIEEL TEKORT VAN € 39,5 MILJOEN

Inleiding

De bc2007 sluit ten opzichte van de bc2005 per saldo met een hoger tekort van € 39,5 miljoen. De verschillenanalyse van het Projectbureau geeft per onderdeel van de bc2007 inzicht in het ontstaan van dit tekort. Deze verschillenanalyse geeft echter nog onvoldoende inzicht in het ontstaan van dit tekort als gevolg van de vertraging in de planvorming. De Stuurgroep heeft het audit-team verzocht in het rapport een analyse hiervan te geven. In dit hoofdstuk wordt door het audit-team een indicatie gegeven van het financieel tekort dat is ontstaan door de vertraging in de planvorming.

Analyse financieel tekort

Het financieel tekort van € 39,5 miljoen is in de verschillenanalyse uitgewerkt naar de samenstellende onderdelen van de bc2007. In het onderstaande overzicht blijkt een onderverdeling van het tekort naar de veroorzakende factoren, alsmede de mate waarin de vertraging in de planfase van invloed is op deze tekorten.

Hieronder wordt voor wat betreft de factoren inflatie en rente inzicht verschaft in het effect dat de vertraging in de planfase heeft op het tekort. Hierbij wordt allereerst ingegaan op het tekort zoals dit blijkt uit het hierboven opgenomen overzicht. Volgend op deze uitwerking wordt ingegaan op de financiële analyse die het Projectbureau heeft uitgevoerd op het ‘vertragingseffect’.

TEKORT INFLATIE- EN RENTEKOSTEN ALS GEVOLG VAN VERTRAGING IN PLANFASE VOLGENS DE BC2005

Inflatie

In de berekening van het resultaat van de bc2007 wordt uitgegaan van een nieuwe planning waarbij de inkomsten en uitgaven staan gepland voor de periode 2003 tot en met 2016, terwijl de bc2005 nog uitging van de periode 2004 tot en met 2012. Deze aanpassing van de planning heeft gevolgen voor de opgenomen ramingen en de hiermee verband houdende inflatieberekening en leidt volgens de verschillenanalyse tot een totaal tekort op de inflatiekosten van € 14,5 miljoen, waarvan het tekort op de inflatiekosten tot en met 2007 van € 11,1 miljoen is verwerkt op de onderdelen van de bc2007. Voor de prijsontwikkelingen vanaf 2008 is in de verschillenanalyse een tekort opgenomen van € 3,4 miljoen.

De hogere inflatiekosten van € 14,5 miljoen zijn het gevolg van de volgende drie factoren:

1. Bovenmatige kostenstijging. Een belangrijk deel van de hogere inflatiekosten wordt veroorzaakt doordat de prijsstijging in de periode tot en met 2007 aanzienlijk hoger uitvalt dan de in de bc2005 geraamde jaarlijkse stijging van 2 %. Volgens de verschillenanalyse ontstaat op het onderdeel infrastructuur een kostenstijging € 4,5 miljoen. Door het audit-team is deze bovenmatige kostenstijging becijferd op € 2,6 miljoen;

2. Wijziging van de planning. De wijziging van de planning heeft eveneens een nadelig effect op de kostenontwikkeling (inflatie), immers is de planning verlengd en is de afronding van het project nu volgens de bc2007 voorzien in 2016, terwijl de bc2005 nog uitging van 2012;

3. Hogere kosten project. De bc2007 gaat uit van aanzienlijk hogere kosten dan de bc2005 (zie hierboven opgenomen overzicht). Aangezien de inflatiekosten worden uitgedrukt in een percentage (2 %) van de kostentotalen stijgen de inflatiekosten derhalve eveneens.

Voor de berekening van het inflatietekort, dat het gevolg is van de vertraging in de planfase, worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:

• Uitgegaan is van een vertraging van 20 maanden, zoals deze blijkt uit de door het audit-team geraadpleegde documenten en de uitkomsten van de interviews;

• Voor de berekening van het ‘inflatietekort’ wordt uitgegaan van het kostenniveau van de bc2005, waarmee de factoren van ‘bovenmatige kostenstijging’ en hogere kosten project’ worden geëlimineerd. Hierdoor ontstaat dan een ‘zuiver’ inzicht in het inflatietekort dat is opgetreden door de vertraging in de planfase op basis van de cijfers (bc2005) waarmee in de planfase is gerekend.

Op basis van de bovengenoemde uitgangspunten heeft het audit-team de bc2005 herberekend, waarbij de geraamde kosten voor de periode 2006-2012 met 20 maanden zijn uitgesteld. In totaal levert het uitstel (vertraging) een nadelig effect op van circa € 3,5 miljoen op het totaalbudget van de bc2005. Op de kosten van de bc2005 ontstaat een nadelig effect van € 4,5 miljoen. Hiertegenover ontstaat een voordelig inflatie-effect op de geraamde opbrengst van € 1,0 miljoen in de jaren 2011 en 2012. Geconstateerd kan aldus worden dat elke maand vertraging heeft geleid tot een financieel nadeel van € 175.000.

Rente

De rente wordt toegerekend over de beschikbare maar niet opgenomen middelen van de provincie Gelderland en de gemeente Rheden. Vertraging van de uitgaven leidt tot het langer aanhouden van beschikbare middelen, en dus tot hogere compensatie middels de berekende omslagrente. Dit compenseert voor een deel de prijsstijging. Het voordelig rente-effect dat ontstaat door de vertraging van 20 maanden komt uit op € 1,9 miljoen. Geconstateerd kan aldus worden dat elke maand vertraging heeft geleid tot een financieel nadeel van € 95.000.

Het niet geïndexeerde deel van het Rijk bedraagt ongeveer 50 % van de inkomsten en uitgaven van BC2005. Een vertraging in de realisatie leidt tot een afnemende effectieve waarde van die bijdrage. Daarnaast is de bijdrage van de provincie Gelderland en de gemeente Rheden ook niet van meet af aan beschikbaar. Pas op het moment van bijschrijving als dekking voor het project kan het jaar daarop de omslagrente worden berekend en toegevoegd. Voor het verschil tussen de totaal beschikbaar te stellen middelen en de tot enig jaar beschikbare middelen holt de inflatie hier dus ook het budget uit.

Totaal

De vertraging van 20 maanden leidt, op basis van de cijfers van de bc2005, tot een financieel tekort van € 1,6 miljoen, dat neerkomt op een financieel tekort van € 80.000 op maandbasis.

De uitkomst van deze analyse is voorgelegd aan het Projectbureau. Het Projectbureau heeft zelf een analyse opgesteld die uitkomt op een aanzienlijk hoger tekort als gevolg van de vertraging. Deze analyse is echter gebaseerd op de BC2007 met aanzienlijke kostenverhogingen die niet toe te schrijven zijn aan de vertraging. Daarom hanteert het audit-team de BC 2005 als uitgangspunt.