Geef uw mening!
Stuur uw brieven, foto's, afbeeldingen, filmpjes of cartoons naar
theo.kooijmans@gmail.com
Maak het niet te bont. De redactie behoudt zich het recht voor om inzendingen zonder opgaaf van redenen te weigeren.

zondag 11 januari 2009

Bijeenkomst spoor in Theothorne

Op dinsdag 20 januari organiseert de Belangenvereniging Dieren e.o. in Theothorne in Dieren een bijeenkomst over de spoornota. Aanvang 20: 00 uur

Op die avond zal iemand uit de branche railgoederenvervoer voorlichting geven over het goederentransport over het spoor.

Henk Derks uit De Steeg zal die avond iets vertellen over de activiteiten van Tijdelijke Aftakking Katastrofaal (TAK) en Regionaal Overleg Noord-oostelijke Aftakking (RONA).

TAK is het platform waarin belangengroepen in deze gemeente samenwerken op het thema spoor en RONA doet hetzelfde in een breder verband. Binnen RONA wordt overlegd door spoorvertegen-woordigers uit een groot aantal gemeenten langs de gehele noord-oostelijke verbinding, van Elst tot aan Oldenzaal.

Henk Derks is voorzitter van beide platforms.

Geen Noordtak Velp reageert op spoorbrief college

In november stuurde het college van B&W een Brief over de Spoorinfrastructuur. naar de gemeenteraad.

Ik had daar al eerder iets over gezegd in mijn artikel Aanzet tot Spoornota?

Inmiddels heeft Geen Noordtak Velp haar mening over deze spoorbrief verwoord aan het college van B&W en de gemeenteraad.

(Noot Theo Kooijmans: bovenstaande tekst is iets aangepast ten opzichte van het oorspronkelijke bericht i.v.m. verwijzingen naar andere postings)

Onderstaand de reactie van GNV.
------------
Velp , 7 januari 2009
Aan:
College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Rheden, Gemeenteraad van Rheden
Postbus 9110
6994 ZJ De Steeg

Cc:
Raadsfracties van de gemeenteraad van Rheden
Tijdelijke Aftakking Katastrofaal (TAK)
Regionaal Overleg Noordelijke Aftakking (RONA)
Lokale en regionale pers

Onderwerp: Brief (met bijlage) over Spoorinfrastructuur van het college van B&W aan de gemeenteraad van Rheden.

Geacht college van Burgemeester en Wethouders, geachte Raadsleden,

Enkele weken geleden heeft u een brief (met bijlage) over de spoorinfrastructuur naar de raad gestuurd.

Namens Geen Noordtak Velp willen wij u hierbij op de hoogte stellen van onze mening over de inhoud van die brief.

U noemt de brief over de spoorinfrastructuur een aanzet met als doel de onderwerpen te benoemen die samenhangen met de spoorinfrastructuur, het gebruik van deze infrastructuur en de ontwikkelingen in de omgeving ervan.

Op de verdere weg naar een volwaardig beleid in de geest van de motie Nota Spoor van 2005 zien wij deze brief inderdaad als een aanzet. Maar ook niet meer dan dat

Uit de brief en de bijlage spreekt een onthutsend laag ambitieniveau. U plaatst de gemeente in een afwachtende rol die zich voornamelijk beperkt tot “meepraten”. Naar onze mening dient de gemeente zich juist proactief op te stellen. Te laten zien dat zij staat voor de leefbaarheid , het welzijn en de belangen van haar inwoners.

U wilt op voorhand de kaders van de Spoornota (wij gaan er tenminste vanuit dat u de, ook in 2008 herhaalde, wens van de raad respecteert en tot die beleidsnota wilt komen) beperken tot het goederenvervoer. Het goederenvervoer was en is inderdaad een heikel punt. Wij schrijven nu januari 2009. Sinds de spoor-motie van 2005 zijn er tal van ontwikkelingen geweest in het spoorvervoer. Ook in het reizigersvervoer. Wij wijzen u bijvoorbeeld op de plannen voor de lightrail en intensivering van het reizigersvervoer door de NS. Wij zijn dan ook van mening dat alle aspecten van het spoor(gebruik) onder de loep moeten worden genomen.

Voor de goede orde: wij zijn realisten. Wij willen het reizigersvervoer niet van de spoorlijn verbannen. Integendeel, wij zijn juist voorstander van goed openbaar vervoer en het spoor speelt daarin een cruciale rol.

In de bijlage bij uw brief over de spoorinfrastructuur worden 12 onderwerpen genoemd. Bij 11 onderwerpen wordt de positie van de gemeente afgedaan met “meepraten”. Slechts in 1 geval, bij bouwen langs het spoor, ziet de gemeente een actieve rol voor zichzelf weggelegd. Daarnaast blijkt dat geen rekening is gehouden met ontwikkelingen die zich in het afgelopen jaar hebben voorgedaan. Wellicht is u op dat gebied het een en ander ontgaan. In de bijlage wordt vooral gewezen op onmogelijkheden, op nadelen van mogelijke oplossingen. En de inbreng van de gemeente wordt gebagatelliseerd. Daarmee krijgen wij het idee dat de gemeente de verantwoordelijkheid voor het welzijn van haar burgers ontloopt.

Dat is voor ons, burgers van Rheden, een zeer teleurstellende ervaring.

Op enkele aspecten die in de bijlage staan benoemd willen wij nader ingaan.

Zo missen wij een strategie als het gaat om bestrijding van geluids- en trillingshinder van waaruit kan worden gewerkt aan verbeteringen.
De beste strategie voor bestrijding van geluidsoverlast:
- Bestrijding van geluid bij de bron: bijv: raildempers, gladmaken én houden van rails, betonnen dwarsliggers
- Afschermen van de omgeving: schermen
- Bescherming objecten: gevelsanering
- Wegnemen objecten: ontrekken woningen aan woonbestemming

Bij gebruik van raildempers wordt een reductie van 3dB bereikt. Dat lijkt weinig maar is het niet. Een reductie van 3dB betekent een halvering van de geluidsdruk.

Met een combinatie van raildempers en geluidsschermen kan zelfs een geluidsreductie van 8 – 10 dB bereikt worden. Hiermee wordt de geluidsoverlast zeer substantieel gereduceerd. Een geluidsreductie van 8 dB wordt ook echt ervaren als meer dan een halvering van het geluid.

Wij bevelen aan de effecten en kosten van verschillende mogelijkheden voor geluidsreductie op een rijtje te zetten. Vervolgens dient bekeken te worden wat haalbaar is, wie wat betaalt en of/hoe/wanneer/waar geluidsreductiemaatregelen kunnen worden genomen. Zijn er subsidiemogelijkheden? Daarbij blijft de rol van de gemeente zeker niet beperkt tot meepraten maar dient zij juist het voortouw te nemen.

Raildempers blijken overigens niet alleen de geluidsuitstraling te dempen, maar hebben ook een positief effect op het dempen van de trillingen. Dat werd in de praktijk bij een bezoek van ons aan Twello nadrukkelijk bevestigd door de ervaringen van bewoners langs het spoor aldaar.

En er is weliswaar (nog) geen wetgeving voor trillingshinder maar er zijn wel de richtlijnen van de Stichting Bouwresearch (SBR). En bij het opstellen van plannen is op grond van de Wet Ruimtelijke Ordening trillingshinder wel degelijk een aandachtspunt. Daarvoor kunnen de "Meet- en beoordelingsrichtlijnen voor trillingen” van de SBR als richtlijn dienen.

Ook bij de sluiting van spoorovergangen hoeft niet te worden afgewacht wat ProRail besluit. De gemeente dient vooraf te weten wat ze wil en daarmee het gesprek aangaan met spoorpartijen. Welke overgangen wil de gemeente behouden, wil de gemeente überhaupt overgangen sluiten, welke overgangen mogen eventueel gesloten worden? Waar zouden ongelijkvloerse kruisingen moeten/kunnen komen? Allemaal vragen waar van te voren over moet worden nagedacht zodat maximaal invloed kan worden uitgeoefend.

En wat gebeurt er met die destijds toegezegde 13 à 14 miljoen waarvoor in ruil spoorovergangen in Velp zouden moeten worden gesloten?

Meer goederentreinen zijn niet alleen mogelijk maar er wordt zelfs serieus over gedacht om op termijn meer goederentreinen over de IJssellijn (zoals de spoorlijn door onze gemeente wordt genoemd)) te laten rijden. Dat geeft niet alleen meer overlast maar het beperkt ook de ruimte voor het reizigersvervoer en de mogelijkheden voor lightrail. De afgelopen 14 maanden zijn belangrijke documenten gepubliceerd zoals de Landelijke Markt- en Capaciteitsanalyse Spoor (LCMA) van november 2007 en het Initiatiefdocument PHS Planstudie Toekomstvaste Routering Spoorgoederenvervoer (september 2008). In dat laatste document worden varianten benoemd waarbij de mogelijkheid van twee of drie goederentreinpaden over de IJssellijn worden besproken. Om u een idee te geven van het aantal treinen waar we het dan over hebben: er is 1 treinpad nodig voor 18 treinen per richting per etmaal (dag en nacht)

De genoemde prognose voor het vervoer van gevaarlijke stoffen stamt uit 2003. Zoals u weet wordt een nieuw Basisnet voor het vervoer van gevaarlijke stoffen ontwikkeld. ProRail verwacht een forse toename van het vervoer van gevaarlijke stoffen over spoor. Deze verwachtingen horen niet als voldongen feiten te worden gepresenteerd. (bron: VNG)

Hoe gaat de gemeente hiermee om? Tip: Op donderdag 29 januari 2009 organiseert het ministerie van V&W in de Nieuwe kerk in Den Haag een informatiemiddag Basisnet Spoor. De gemeenten behoren tot de doelgroep van die bijeenkomst

Het verbaast ons ook hogelijk dat u met geen woord rept over voorstellen van de gemeente Arnhem die, naar aanleiding van het OTB Sporen in Arnhem, voorstelt om een zuid-tangent voor het goederenvervoer aan te leggen om Arnhem en Velp heen. Een ingrijpend voorstel waarvan je zeker zou verwachten dat die in een Brief over de spoorinfrastructuur aan de orde komt.

Bovenstaande vaststellingen geven ons de indruk dat het kennisniveau van de gemeente Rheden ernstig achterblijft bij de actualiteit.

Dat onderstreept nog eens de noodzaak tot samenwerking. Niet alleen met belangengroeperingen maar ook actieve samenwerking met overheden met belangen langs de IJssellijn is gewenst. Dat geldt voor gemeenten, de provincie Gelderland en eventueel zelfs Overijssel, de Stadsregio Arnhem-Nijmegen en de Stedendriehoek. Hier kan de gemeente zich dus zeker actief opstellen en zich niet beperken tot “meepraten”

Ook ten aanzien van gevelsanering kan de gemeente zich actief opstellen. Ontwikkel ook hier een strategie. Draag zorg voor een betere uitvoering en lobby bij medeoverheden (ministerie, provincie) voor meer en snellere beschikbaarheid van de benodigde gelden zodat eindelijk zicht komt op afronding en beëindiging van onzekerheid bij aanwonenden.

Wij hebben in bovenstaande slechts enkele van onze gedachten aangestipt. Geen Noordtak Velp heeft eerder uitgebreid verwoord dat een integrale visie op het spoor noodzakelijk is. We hebben voor het opstellen van die visie een concreet en goed uitvoerbaar voorstel bij het college en de raad neergelegd. Daarnaast hebben we ook weer zeer concreet een (niet uitputtende) reeks voorbeelden benoemd van thema’s die in de spoornota aan de orde zouden moeten komen.

Dit alles wordt onderschreven door de door ons geconsulteerde collega-belangengroeperingen. Wij weten ons bovendien gesteund door een belangrijk deel van de raad (waaronder twee van de grootste coalitiepartijen) die eveneens de noodzaak van spoorbeleid en samenwerking met belangengroeperingen langs het spoor onderschrijft. Wij hopen dat u zich dit aantrekt en er echt serieus mee aan de slag gaat.

Het moet toch niet zo vreselijk moeilijk zijn om die voorstellen verder uit te werken?

Tot slot:
Begin augustus 2008 hebben wij u een brief gestuurd waarin we concrete voorstellen doen voor het ontwikkelen van de spoornota. We moeten helaas constateren dat wij nu, vijf maanden later, nog steeds geen antwoord op die brief hebben ontvangen.

Op 20 oktober 2008 heeft ondergetekende namens Geen Noordtak Velp ingesproken bij een raadsvergadering. Daarop werd door de wethouder toegezegd dat hij in contact zou treden voor overleg. Ook hier weer teleurstelling. Dat contact is nog steeds niet gelegd. Laat staan dat er overleg heeft plaatsgevonden.

Desondanks: Wij willen absoluut benadrukken dat wij voluit bereid blijven tot samenwerking en wij willen dan ook graag samen met u op weg naar een goed spoorbeleid. Wij hopen dat u die wil ook heeft.

Wij zijn gaarne bereid om een en ander nader aan u toe te lichten en zijn ten volle bereid om met u te overleggen en te zoeken naar mogelijke oplossingen. Wij vragen bovendien nadrukkelijk uw reacties op zowel onze eerdere brief als op deze brief.

Om het u gemakkelijk te maken hebben wij onze eerdere aan u gerichte brief van augustus als bijlage toegevoegd.

Hoogachtend,
Namens Geen Noordtak Velp
G. de Kuijper, voorzitter

Brief over Spoorinfrastructuur

Bijgaand nog eens apart de Brief over de Spoorinfrastructuur mét de bijlage van het college van B&W aan de Rhedense gemeenteraad.
Zie ook de reactie van Geen Noordtak Velp op deze brief.

Geachte raadsleden,

Aan uw raad is destijds voorgesteld de gereserveerde middelen voor de opstelling van de spoornota als bezuiniging in te boeken. Uw raad heeft hiertoe tijdens de begrotingsraad op 4 november jl. besloten. Wel is daarbij door ons college toegezegd in november met een aanzet te komen over dit overwerp met als doel de onderwerpen te benoemen die samenhangen met de spoorinfrastructuur, het gebruik van deze infrastructuur en de ontwikkelingen in de omgeving ervan. In de bijlage is een en ander verwoord, voorzien van een beknopte toelichting. De positie van de gemeente daarbij wordt eveneens vermeld. Op basis van deze afbakening kan vervolgens gericht actie worden ondernomen.


Zonder nadere afbakening van de onderwerpen die in een dergelijke nota behandeld moeten worden bestaat de kans dat een uitgebreide nota wordt opgesteld die de door de raad gestelder doelen voorbijgaat. Door deze aanzet kan de raad aangeven welke onderdelen verdere aandacht behoeven.

Het in de bijlage vermelde overzicht is primair gefocust op het goederenvervoer vanwege de aanleiding van deze aanzet. Het belang van het spoor voor personenvervoer staat bij ons niet ter discussie. Wij zien deze functie van het spoor als een belangrijke bijdrage in het openbaar vervoer en vanuit een oogpunt van mobiliteit. De speciale intercity-status van het station Dieren onderstreept dit nog eens. Ook de kernen Rheden en Velp zijn door middel van het spoor ontsloten.

Graag willen wij op basis van deze aanzet met u een oriënterende bespreking voeren om het onderwerp nader af te bakenen.

Burgemeester en wethouders van Rheden,

---------

Bijlage bij brief college over spoorinfrastructuur

A. De infrastructuur zelf

1. Benutten mogelijkheden voor geluiddemping
ProRail heeft al een aantal mogelijkheden voor geluiddemping benut. Een groot deel van het traject is voorzien van betonnen dwarsliggers. Het deel nabij het dorp Dieren heeft nog houten dwarsliggers. Het vervangen hiervan levert een reductie op van 2dB. Er zullen altijd marktontwikkelingen blijven die nieuwe mogelijkheden kunnen bieden. Een ontwikkeling is raildempers (extra reductie van 3 dB) echter de oplossing is zeer kostbaar. Het is echter zo dat ten aanzien van geluidssanering in overleg met de gemeente wordt besloten tot welke maatregel wordt overgegaan. Meestal is dit isolatie van de woning. De afweging kosten ten opzichte van effectiviteit speelt hier een rol.
Positie gemeente: meepraten. Beslissingsbevoegd: ProRail

2. Sluiting spoorwegovergangen
Het opheffen van een spoorwegovergang of het beperken van het type verkeer dat er van gebruik kan maken wordt alleen weloverwogen toegepast. Het kan in de toekomst noodzakelijk zijn om een ander resultaat, bijvoorbeeld een tunnel, te bereiken.
Op dit moment speelt deze vraag in onze gemeente op een aantal locaties, onder andere in Dieren als gevolg van het project Traverse Dieren. Verder zijn er gedachten voor ongelijkvloerse oversteken in Velp en in de Lentsesteeg te Rheden.
Positie gemeente: meepraten. Beslissingsbevoegd: ProRail

3. Trillingen
Een trein die over het spoor rijdt veroorzaakt trillingen. Het is vooral afhankelijk van de bodemgesteldheid en de kwaliteit van de gebouwen of iemand daar hinder van ondervindt
In Nederland bestaat tot op heden geen wetgeving voor hinder of schade door trillingen. Klachten/vragen over trillingen horen thuis bij ProRail.
Positie gemeente: meepraten. Beslissingsbevoegd: ProRail

B. Het gebruik van de infrastructuur

1. Aantal goederentreinen
Gekeken is naar welke afspraken er bestaan over de tijdstippen waarop goederenvervoer plaatsvindt en gaat plaatsvinden wanneer de Betuweroute volledig operationeel zal zijn.
In het zogenaamde NaNov-besluit staat daarover het volgende aangegeven:
“Als gevolg van de regels van de Wet Geluidhinder kunnen er op het baanvak Arnhem – Deventer (zonder aanpassingen) in de avond- en nachtperiode (van 19.00 tot 7.00 uur) geen extra goederentreinen bij; op dat baanvak zullen de goederentreinen dus uitsluitend in de dagperiode ( van 7.00 tot 19.00 uur) rijden. Gezien de prognose van 21 treinen/etmaal rond 2015 betreft het derhalve in de dagperiode gemiddeld één goederentrein extra per uur en per richting.”
De toelichting van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat zegt: dit citaat maakt duidelijk dat hier geen sprake is van een “besluit” van de minister V&W (zoals sommigen ten onrechte stellen), maar slechts een constatering over de wijze waarop de in 2000 vigerende geluidregelgeving doorwerkt in het goederenvervoer over het spoorbaanvak. Méér goederentreinen zijn mogelijk mits er binnen de milieuruimte gebleven wordt. Er is zeker ook geen maximum aantal goederentreinen vastgesteld.
Positie gemeente: meepraten. Beslissingsbevoegd: ProRail

2. Tijdstip
Er zijn geen beperkingen omtrent het tijdstip van rijden van goederentreinen. De vervoerder moet echter wel capaciteit aanvragen bij ProRail. ProRail beoordeelt of de aanvraag past binnen de capaciteit- en milieuruimte.
Bij de gemeente is geen informatie bekend over de toename van goederenverkeer op het spoor. Er wordt gebruik gemaakt van de bestaande "goederenpaden" in de dienstregeling. Hierdoor is er voor ProRail geen reden om iets te melden. Het Akoestische spoorboekje van ProRail versie 2008 is anders van opzet dan de voorgaande jaren. De prognose wordt niet meer meegeleverd. Het ministerie van VROM is bezig met een aanpassing van de Wet geluidhinder. Verwacht wordt dat er geluidproductieplafonds worden ingesteld. Het akoestische spoorboekje anticipeert hierop. Via het vakberaad geluid van de Milieu Regio Arnhem heeft deze ontwikkeling onze aandacht.
Volgens het akoestische spoorboekje is het overigens nog steeds mogelijk dat in de avond en in de nachtperiode goederenvervoer plaats vindt.
Positie gemeente: meepraten. Beslissingsbevoegd: ProRail

3. Prognose van het vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor

In de notitie Prognose van het vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor (uitgave ProRail december 2003) is voor de spoorlijn Arnhem-Zutphen opgenomen dat hierover per jaar 100 wagons brandbare gassen (categorie A) en 50 wagons zeer brandbare vloeistoffen (categorie C) kunnen worden vervoerd. Deze prognoses hebben betrekking op een situatie waarbij de Betuweroute gereed is en de zuidtak en de Noordoostelijke Verbinding niet worden aangelegd.
De prognoses zijn overigens indicatieve cijfers voor de toekomst, maar zijn niet gebonden aan een bepaald jaar en mogen in het risicobeleid niet worden geïnterpreteerd als bovengrens van de maatgevende vervoersomvang in die categorie. Er kunnen zich namelijk belangrijke verschillen voor doen tussen de op dit moment geformuleerde reserveringen en de te zijner tijd te realiseren vervoersomvang. Gedacht kan worden aan:
- wijzigingen in de productie van gevaarlijke stoffen vanwege marktontwikkelingen;
- wijzigingen in de door de vervoerder gekozen vervoersmodaliteit;
- wijzigingen van de transportroute door de spoorwegondernemingen.
Positie gemeente: meepraten. Beslissingsbevoegd: ProRail

4. Tijdstip vervoer gevaarlijke stoffen
Het toelaten van vervoer van gevaarlijke stoffen over een spoorweg is een Rijksaangelegenheid waar de gemeente geen invloed op kan uitoefenen. Het transport van goederen per spoor is een particuliere aangelegenheid en wordt door meer dan 30 verschillende partijen verzorgd.
De tijdstippen waarop goederenvervoer over bet spoor mag plaatsvinden zijn door ProRail vastgelegd in het zogenaamde Akoestische spoorboekje. Volgens dit spoorboekje vindt de komende jaren een verschuiving plaats in het tijdstip van het goederenvervoer. Momenteel wordt nog (sporadisch) in de nacht gereden.
Positie gemeente: meepraten. Beslissingsbevoegd: ProRail

5. Rol brandweer
Voor de registratieplichtige gevaarlijke stoffen die vervoerd worden, wordt jaarlijks aan ProRail een opgave gedaan. Er bestaat geen meldingsplicht vooraf ten behoeve van de brandweer. De brandweer wordt daarom niet op voorhand geïnformeerd. Bij de KLPD zijn in geval van calamiteiten wagenlijsten opvraagbaar/beschikbaar. Het betreft hier landelijke afspraken, het is volgens ProRail ondoenlijk om alle brandweerkorpsen te informeren.
Positie gemeente: meepraten. Beslissingsbevoegd: ProRail

C. Ontwikkelingen in de omgeving van de infrastructuur

1. Bouwen langs het spoor
Zolang er binnen de huidige milieuwetgeving gebouwd kan worden lijkt er geen probleem. Als er al sprake is van ontheffingen is dat nog geheel volgens de regels.
Positie gemeente: de gemeente bepaalt uiteindelijk waar gebouwd kan worden.

2. Gevelsanering
Alle woningen in de gemeente Rheden die een te hoge geluidsbelasting ondervinden van het spoor en/of de weg (peiljaar 1986-1987) moeten waar nodig worden voorzien van geluidwerende maatregelen. In de gemeente Rheden zijn dit in totaal 767 woningen. Afgerond zijn 267 woningen. Tijdens de ISV II periode kunnen waarschijnlijk 69 woningen voorzien worden van geluidwerende maatregelen. Nog in voorraad derhalve 431 woningen.
Het saneren van de woningen is overigens een verplichting die voorvloeit uit de Wet Geluidhinder. Op dit moment is de wijziging van de Wet Geluidhinder in procedure. De wijzigingen hebben een aantal gevolgen voor de manier waarop de gemeenten de sanering moeten aanpakken. Het ministerie van VROM wilde graag een versnelde aanpak van de sanering. Bij ongewijzigd beleid kon het nog tientallen jaren duren voordat alle woningen waren gesaneerd. Gemeenten werden in 2006 nog één keer in de gelegenheid gesteld om de saneringsvoorraad af te bakenen. Alle nog niet gemelde gevallen moesten voor een bepaalde datum worden gemeld. Na het verlopen van deze termijn was het duidelijk hoeveel woningen in Nederland voorzien moeten worden van geluidwerende maatregelen.
De nieuwe raillijst bevat meer woningen dan de oude raillijst. In tegenstelling tot de huidige raillijst mag nu ook de tweedelijns-bebouwing worden meegenomen. Ook is het technisch veel makkelijker om de saneringsvoorraad in beeld te brengen. Het opstellen van de zogenaamde eindmelding (= de inventarisatie) is afgerond. Doordat er nu ook tweedelijns-bebouwing is meegenomen komt het aantal te saneren woningen hoger uit dan het aantal woningen op de raillijst. Of de toegevoegde woningen ook allemaal gesaneerd worden hangt af van de beoordeling van VROM. Op basis van het totale aantal (in Nederland) te saneren woningen wordt door VROM gekeken naar de wijze waarop het vervolgtraject van de sanering moet worden ingestoken
Hier is een verdere versnelling van de sanering alleen mogelijk als extra middelen vanuit VROM beschikbaar komen.
Positie gemeente: meepraten. Beslissingsbevoegd: VROM


D. Landelijke ontwikkelingen

1. Basisnet spoor: Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen
Bij het vervoer van gevaarlijke stoffen spelen belangen op het gebied van vervoer, ruimtelijke ontwikkeling en veiligheid een grote rol. Er zijn steeds meer ontwikkelingen in Nederland zichtbaar die zorgen voor spanning tussen deze belangen. Met het doel een balans te creëren tussen deze drie hoofdbelangen is het Basisnet ontstaan: een project dat het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en het Ministerie van VROM uitvoeren in nauwe samenwerking met behartigers van de belangen. De belangrijkste spelers zijn gemeenten, provincies en bedrijfsleven. Het Basisnet zal bestaan uit een netwerk van bestaande weg-, spoor- en waterverbindingen die onderverdeeld worden in 3 categorieën routes:
- routes waar het vervoer van gevaarlijke stoffen geen beperkingen krijgt opgelegd, maar
waar wel ruimtelijke beperkingen gelden;
- routes waar zowel beperkingen voor het vervoer als voor de ruimtelijke ontwikkeling gelden;
- routes waar alleen beperkingen voor het vervoer zijn. Hier gelden geen ruimtelijke beperkingen.
VROM gaat ondermeer een zogenoemde 'basisnettoets' ontwerpen. Hiermee krijgt een verlader wel of geen toestemming om gevaarlijke stoffen per spoor te vervoeren. Als het vervoer niet past binnen de gebruiksruimte van het basisnet, krijgt de verlader geen toestemming. Dit om te voorkomen dat het basisnet verder vastloopt.
Positie gemeente: meepraten. Beslissingsbevoegd: ProRail

2. Geluidproductieplafonds
De ministerraad heeft op voorstel van minister Cramer van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer ingestemd met een wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de invoering van geluidproductieplafonds bij rijkswegen en spoorwegen.
Langs rijkswegen en spoorwegen zullen op een groot aantal punten maximale toegestane geluidwaarden worden vastgesteld. Hiermee wordt een groot probleem van de huidige geluidwetgeving, de onbeheerste groei van verkeerslawaai bij geluidsgevoelige bestemmingen, aangepakt. In het wetsvoorstel wordt ook een betere koppeling gemaakt met de mogelijkheden om de bron stiller te maken, zoals stille banden, stillere (goederen)treinen en stille wegdekken. Daarnaast wordt als gevolg van de voorgestelde wetswijziging het geluidhinderbeleid minder ingewikkeld, komen er minder regels en worden de normen vereenvoudigd. Onderdelen van de Wet geluidhinder worden hiertoe naar de Wet Milieubeheer overgehaald.
De Raad van State heeft een advies afgegeven over het wetsvoorstel van het ministerie van VROM. Het ministerie van VROM is bezig om dit advies te verwerken
Positie gemeente: meepraten. Beslissingsbevoegd: ProRail