Geef uw mening!
Stuur uw brieven, foto's, afbeeldingen, filmpjes of cartoons naar
theo.kooijmans@gmail.com
Maak het niet te bont. De redactie behoudt zich het recht voor om inzendingen zonder opgaaf van redenen te weigeren.

zondag 26 juli 2009

Rapport TNS-Nipo over het Rhedense "Dorp aan de Rivier"


De vervallen en deels gesloopte steenfabriek aan de IJssel is al jaren een twistappel in de gemeente Rheden. In 2006 leek er een doorbraak te komen. De politiek, toenmalig wethouder Jan Bart Wilschut (PvdA), Jaap Modder (Stadsregio Arnhem-Nijmegen) en gedeputeerde Theo Peters (CDA), en de eigenaar-projectontwikkelaar van het terrein vonden elkaar in een ambitieus plan voor de ontwikkeling van deze “rotte kies”.

Maar bij de presentatie van de eerste plannen voor de ontwikkeling van Riviersteen maakten de initiatiefnemers echter al een kapitale fout. Het zou een waar lustoord worden voor de allerrijksten. De ongegeneerde poenerigheid schoot velen in het verkeerde keelgat. Geen wonder dat er weerstand ontstond. Terwijl de behoefte aan sociale woningbouw enorm is zou hier met behulp van de regenten een Klein-Monaco uit de grond worden gestampt waar de doorsnee Rhedense burger niet op zit te wachten. Door het plan te verpakken in een landschappelijk jasje werd getracht het geheel aantrekkelijk te maken.

Uit puur politiek opportunisme verleende zelfs lokaal GroenLinks, zelfbenoemd kampioen-verdediger van de natuur, haar steun aan de plannen. Een wethouderszetel was immers belangrijker. Maar langzaam tekende zich een kerntering af. De VVD krabde zich eens achter de oren en kwam tot het slotsom dat de plannen voor Riviersteen toch niet zo’n goed idee waren. De partij profileert zich de laatste jaren als “groen rechts” en heeft natuur, milieu en duurzaamheid inmiddels hoog in het vaandel staan. De VVD wist zich gesteund door de internet-enquête waar een grote meerderheid tegen de woningbouwplannen stemde. In het kielzog van de VVD durft nu opeens ook GroenLinks zich tegen de plannen te verzetten.

De projectontwikkelaar ging in de tegenaanval en heeft TNS-Nipo een eigen enquête laten uitvoeren waaruit zou blijken dat een meerderheid van de bevolking niet tegen woningbouw is als het maar gecombineerd wordt met natuur en recreatie. Ik heb het rapport opgevraagd maar nog niet ontvangen. Geen nood. Er leiden meer wegen naar Rome. Ik heb het rapport inmiddels in mijn bezit.

Zoals gewoonlijk leiden polls en opinieonderzoeken tot discussies. De VVD-internet-poll zou je als niet-representatief voor de bevolking van Rheden kunnen aanmerken. Immers zo’n poll trekt mensen die als vanzelf geïnteresseerd zijn in het wel en wee van plaatselijke politieke ontwikkelingen.

Maar op de TNS-nipo enquête valt ook heel wat af te dingen. Dat geldt voor de samenstelling van de onderzoekspopulatie, de wijze van vraagstelling en de conclusies.

In de eerste plaats werden niet alleen inwoners uit de gemeente Rheden ondervraagd maar werden inwoners uit de regio Rheden in het onderzoek betrokken. Het rapport vertelt niet hoe die regio is gedefinieerd. Naast Rheden wordt Arnhem expliciet genoemd maar het is onduidelijk of de rest van de ondervraagden allemaal woonachtig zijn in de gemeente Rheden of dat ook bewoners uit bijvoorbeeld Rozendaal, Doesburg, Westervoort, Giesbeek of Lathum of zelfs van verder weg in het onderzoek zijn betrokken.

Verder zijn er meer inwoners uit de gemeente Arnhem (126) ondervraagd dan burgers uit Velp (81) of Rheden (71). De onderzoeksgroep is deels afkomstig uit het “online-panel” van TNS-Nipo. Dat is een vaste groep mensen die meedoet aan meerdere onderzoeken van TNS-Nipo. Wie daarvan deel uitmaakt, waar de deelnemers vandaan komen en wat hun achtergrond is wordt niet duidelijk gemaakt. De rest (het aantal en de criteria staan er niet bij) is geselecteerd uit het telefoonboek. Bij de onderzoekspopulatie zijn dus sowieso al vraagtekens bij te plaatsen.
Als reden voor de regio-oriëntatie wordt het voorkomen van het NIMBY-effect genoemd. Da's allemaal mooi en aardig maar het is de politiek in gemeente Rheden die beslist. En niet de Arnhemse politiek.

De vraagstelling is uiteraard toegesneden op de opdracht. Daarin wordt de open-deur-strategie toegepast. Zo wordt gevraagd of het terrein van de steenfabriek moet worden opengesteld voor het publiek en of men vindt dat het terrein een mooie woonlocatie is. Met “verrassende”uitkomsten. Jaja, zo’n 63% van de ondervraagden vindt dat het terrein toegankelijk moet zijn voor het publiek en 46% vindt het een mooie woonlocatie.

Verder zijn er drie opties aan de ondervraagden voorgelegd. Daarin is aangestuurd op de gewenste uitkomst. De door de overheid en de projectontwikkelaar gewenste woningbouw is verpakt in de toverwoorden recreatie en natuurgebied. Wie is daar immers niet voor. De beide andere opties werden uiteraard minder aantrekkelijk gebracht.

De eerste optie luidt:
1 De locatie RiverStone wordt volledig natuurgebied met recreatieve voorzieningen. De uitvoering van dit plan zal geheel worden betaald met gemeenschapsgeld.

De toevoeging “De uitvoering van dit plan zal geheel worden betaald met gemeenschapsgeld.” zal een hoop mensen afschrikken. Desondanks stemde 36% vóór die optie. Bij een meer neutrale vraagstelling (dus zonder die toevoeging) zou er ongetwijfeld een hoger percentage zijn uitgerold. Waar halen de onderzoekers trouwens de zekerheid vandaan dat iets dergelijks op kosten van de gemeenschap zou moeten komen? Het terrein ligt er al jaren verwaarloosd bij en heeft de gemeenschap al vele tienduizenden euro’s aan processen, onderzoeken, bijeenkomsten en inzet van ambtenaren gekost. Misschien moet juist de eigenaar het eens over een andere boeg gooien en met een voor hem minder lucratief plan op de proppen komen dat voor meer mensen aanvaardbaar is.

De tweede optie, de door de opdrachtgever gewenste, werd heel wat positiever gebracht.

2. De locatie RiverStone wordt voor ongeveer de helft natuurgebied met recreatieve voorzieningen en voor ongeveer de helft woongebied. De ontwikkeling van het natuurgebied zal worden betaald met de opbrengsten uit de woningbouw.

Het wekt geen verwondering dat deze stelling op de meeste instemming, 42%, kon rekenen. Hoewel, dat moet de opdrachtgever toch ietwat zijn tegengevallen. Het is, ondanks de suggestieve vraagstelling, immers nog steeds een minderheid.

De derde optie vond slechts genade in de ogen van 8% van de ondervraagden:
3. De locatie RiverStone blijft een afgesloten industrieterrein, met daarop een nieuwe, moderne steenfabriek.

Ook hier weer een suggestieve vraagstelling. Het woord “moderne” roept heel andere associaties op dan de traditionele steenfabriek zoals wij die kennen.

De vragen zijn ook afzonderlijk (dus zonder dat één van de opties hoefde te worden gekozen) aan de de ondervraagden voorgelegd.
47% is “goed’ tot “uitstekend” te spreken over de woningbouwplannen terwijl 28% een “slechte”beoordeling geeft en nog altijd 21% is te porren voor een steenfabriek terwijl 53% hierop met “slecht” reageert.

Omvorming van Riviersteen tot natuurgebied leidt tot het meeste enthousiasme. 55% beoordeelt dat plan als “goed” tot “uitstekend”. Merkwaardigerwijs wordt hier geen percentage genoemd dat het plan als “slecht” beoordeelt. Is dat percentage soms te laag of vindt geen van de ondervraagden het een "slecht" idee?

Mijn conclusie: een onderzoek met een wetenschappelijk sausje waar je vraagtekens bij kunt zetten en waar je alle kanten mee uit kunt.

Er zal nog veel water door de IJssel stromen voordat hier een nieuw dorp aan de rivier verrijst.

Onderstaand het rapport en het persbericht.

Klik op een afbeelding om voor een vergrote, leesbare weergave.







Het persbericht. Klik op een afbeelding om te vergroten.