Geef uw mening!
Stuur uw brieven, foto's, afbeeldingen, filmpjes of cartoons naar
theo.kooijmans@gmail.com
Maak het niet te bont. De redactie behoudt zich het recht voor om inzendingen zonder opgaaf van redenen te weigeren.

donderdag 5 augustus 2010

Belangengemeenschap De Steeg

De Raad van State heeft het besluit van de voorzieningenrechte om de Belangengemeenschap De Steeg en Havikerwaard niet ontvankelijk te verklaren inzake haar bezwaren tegen de bouw van een kantoorgebouw tegenover het gemeentehuis in De Steeg vernietigd. De belangengemeenschap is wel degelijk aan te merken als belanghebbende en de gemeente moet de vereniging toelaten tot de bezwaarprocedure. Een mooie overwinning voor de belangenvereniging. En zij kan zich voortaan ook bemoeien met andere zaken binnen De Steeg en Havikerwaard zonder daarbij te worden dwarsgezeten door de gemeente.

Gefeliciteerd Stegenezen!
De gemeente kan jullie voortaan niet meer negeren.


Let erop dat voortaan de naam van voorzitter Frans van Elk correct wordt gespeld.

Bijgaan de volledige uitspraak van de Raad van State.

ZAAKNUMMER 201005997/1/H1 en 201005997/2/H1
DATUM VAN UITSPRAAK dinsdag 3 augustus 2010
TEGEN het college van burgemeester en wethouders van Rheden
PROCEDURESOORT Voorlopige voorziening / hoofdzaak
RECHTSGEBIED Kamer 3 - Hoger Beroep - Bouwzaken

201005997/1/H1 en 201005997/2/H1.
Datum uitspraak: 3 augustus 2010

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) en, met toepassing van artikel 8:86 van die wet, op het hoger beroep van:

Belangengemeenschap De Steeg en Havikerwaard (hierna: de Belangengemeenschap), gevestigd te De Steeg, gemeente Rheden,
appellante,

tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Arnhem (hierna: de voorzieningenrechter) van 31 mei 2010 in zaken nrs. 09/2425 en 10/1359 in het geding tussen:

de Belangengemeenschap
en
het college van burgemeester en wethouders van Rheden (hierna: het college).

1. Procesverloop
Bij besluit van 18 november 2008 heeft het college aan [vergunninghoudster] bouwvergunning eerste fase verleend voor het oprichten van een kantoor met dienstwoningen op het perceel [locatie] te [plaats].

Bij besluit van 21 april 2009 heeft het college het door de Belangengemeenschap daartegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.

Bij uitspraak van 31 mei 2010, verzonden op 3 juni 2010, heeft de voorzieningenrechter, voor zover van belang, het door de Belangengemeenschap daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.

Tegen deze uitspraak heeft de Belangengemeenschap bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 22 juni 2010, hoger beroep ingesteld.
Bij deze brief heeft de Belangengemeenschap de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

[vergunninghoudster] en het college hebben nadere stukken ingediend.

De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 8 juli 2010, waar de Belangengemeenschap, vertegenwoordigd door F.T.L. van Erk, en het college, vertegenwoordigd door J. de Geeter van Ommeren, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts is daar [vergunninghoudster], bijgestaan door mr. E.H.M. Harbers, advocaat te Arnhem, gehoord.

2. Overwegingen
2.1. In dit geval kan nader onderzoek redelijkerwijs niet bijdragen aan de beoordeling van de zaak en bestaat ook overigens geen beletsel om met toepassing van artikel 8:86, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) onmiddellijk uitspraak te doen in de hoofdzaak.

2.2. De Belangengemeenschap bestrijdt het oordeel van de voorzieningenrechter dat het college haar bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Zij voert daartoe aan dat de voorzieningenrechter heeft miskend dat haar doelstelling, gelet op haar statuten, voldoende specifiek is om als belanghebbende te worden aangemerkt.

2.2.1. Ingevolge artikel 8:1, eerste lid, gelezen in verbinding met artikel 7:1, eerste lid, van de Awb kan uitsluitend een belanghebbende tegen een besluit bezwaar maken.

Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.

Ingevolge het derde lid worden ten aanzien van rechtspersonen als hun belangen mede beschouwd de algemene en collectieve belangen die zij krachtens hun doelstellingen en blijkens hun feitelijke werkzaamheden in het bijzonder behartigen.

2.2.2. Volgens artikel 1, tweede lid, van de statuten omvat het werkgebied van de vereniging het gedeelte van de gemeente Rheden, bestaande uit De Steeg en Havikerwaard.

Volgens artikel 3, eerste lid, van de statuten is het doel der vereniging:

a. de behartiging van de algemene belangen van het werkgebied;

b. de behartiging van belangen van bewoners van het werkgebied, voor zover deze verband houden met het algemeen belang, als bedoeld in sub a.

Volgens het tweede lid tracht de vereniging dit doel langs wettige weg te bereiken en wel door:

a. het houden van vergaderingen en bijeenkomsten;

b. het onderhouden van contacten met bevoegde instanties;

c. stimulerend adviserend en coördinerend op te treden;

d. alle andere daartoe gepaste middelen, waaronder met name onderzoek door ledencommissies en deskundigen.

2.2.3. Voor de vraag of een rechtspersoon belanghebbende is als bedoeld in artikel 1:2, eerste en derde lid, van de Awb, is bepalend of de rechtspersoon krachtens zijn statutaire doelstelling en blijkens zijn feitelijke werkzaamheden een rechtstreeks bij het bestreden besluit betrokken algemeen of collectief belang in het bijzonder behartigt.

Anders dan de voorzieningenrechter heeft overwogen, is het statutaire doel van de Belangengemeenschap niet te algemeen geformuleerd. Weliswaar is deze doelstelling functioneel veelomvattend, maar geografisch is zij beperkt tot De Steeg en Havikerwaard.

Volgens de folder "Thuis voelen in je eigen dorp" bestaan de werkzaamheden van de Belangengemeenschap uit het ontwikkelen en onderhouden van een visie, in dit geval een dorpsplan, het initiëren en begeleiden van onderzoek waar het gaat om de kwaliteit van de leefomgeving binnen het werkgebied, het opstellen van een activiteitenjaarplan, het ondersteunen, faciliteren en zo nodig initiëren van dorpsfestiviteiten, het bevorderen van actieve deelname aan activiteiten van de dorpsbewoners, het adviseren van individuen, groepen, instellingen en instanties inzake problemen gerelateerd aan het werkgebied of dorpsaangelegenheden met gebruikmaking van de mening en expertise van de bewoners, het vertegenwoordigen van de dorpsgemeenschap, het voeren van overleg en onderhouden van contacten met instanties inzake dorpsbelangen, deelnemen aan inspraakprocedures, het informeren van de dorpsbewoners via het uitgeven van het periodiek Tussen Boom en Stroom, het in stand houden van de website, het verzorgen van nieuwsbrieven en het beleggen van informatiebijeenkomsten en werken aan de bekendheid van de Belangengemeenschap. Het gaat hierbij ook om werkzaamheden die los staan van juridische procedures. Dat de feitelijke werkzaamheden eerst na het besluit op bezwaar hebben plaatsgevonden, heeft het college niet aannemelijk gemaakt, nu de Belangengemeenschap voormelde folder vóór het nemen van het besluit op bezwaar heeft overgelegd. In de Dorpsvisie De Steeg 2008 is voorts vermeld dat in de ledenvergadering van januari 2008 van de Belangengemeenschap een dorpswerkgroep werd samengesteld ten behoeve van deze visie.

2.2.4. Gelet op het vorenoverwogene, is het belang van de Belangengemeenschap rechtstreeks bij het besluit van 18 november 2008 betrokken. De voorzieningenrechter heeft derhalve ten onrechte niet onderkend dat de Belangengemeenschap belanghebbende is in de zin van artikel 1:2, eerste en derde lid, van de Awb.

2.3. Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Doende hetgeen de voorzieningenrechter zou behoren te doen, zal de voorzitter het beroep tegen het besluit van 21 april 2009 van het college alsnog gegrond verklaren. Dat besluit komt wegens strijd met artikel 1:2, eerste en derde lid, van de Awb voor vernietiging in aanmerking.

2.4. Gelet hierop bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.

2.5. Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken.

3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:

I. verklaart het hoger beroep gegrond;

II. vernietigt de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Arnhem van 31 mei 2010 in zaak nr. 09/2425;

III. verklaart het bij de rechtbank ingestelde beroep gegrond;

IV. vernietigt het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Rheden van 21 april 2009, kenmerk BM13940-I09.00003;

V. wijst het verzoek af.

Aldus vastgesteld door mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. M.W.J. Sloots, ambtenaar van Staat.
w.g. Van der Beek-Gillessen w.g. Sloots
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 3 augustus 2010