Rhedense penning

Feodale tijden herleven. In Kamerik hebben tientallen inwoners een aanslag gekregen volgens de “dertiende penning”, een belasting die stamt uit de late Middeleeuwen. Het recht om die belasting te heffen is door overerving bij de stichting Beheer Kasteel Renswoude terecht gekomen. De 'dertiende penning’ wordt geheven over de verkoop van een huis of grond. De “dertiende penning”stamt uit de 15^eeeuw, de bedragen zijn echter 2012. De aanslagen zijn niet misselijk. In het Algemeen Dagblad meldt een inwoner dat hij 18.500 euro moet ophoesten. En hij is niet de enige.

In de tachtiger jaren besloot de overheid dat er een eind aan die idiote heffing moest komen. Niet meer van deze tijd. Er werd wel een overgangsregeling ingesteld. De “dertiende penning” vervalt per 2015 en is voor die periode verhoogd van 7% (de dertiende penning) naar 11%.

Behalve in Kamerik bestaat de “dertiende penning” ook nog in Abcoude, Baambrugge, Loenen en Vinkeveen.

Ach, in Rheden vloeien de penningen op een modernere manier naar de plaatselijke adel. Hof te Dieren en Middachten hebben weinig te klagen. De penningen voor de grootgrondbezitters komen uit de gemeenschapskas. De eigenaren van deze particuliere landgoederen eten via deze Rhedense penning ruimschoots mee uit de overheidsruif.

Ik zou wel eens op papier willen zien hoeveel belastinggeld er precies via rijk, provincie en gemeente aan deze grootgrondbezitters wordt gespendeerd. En dan bedoel ik ook precies! Naast subsidies en geld voor projecten ook de inzet van ambtenaren, door de overheid betaalde adviesbureaus, voordeel uit ruimtelijke plannen (Traverse) etc.