Geef uw mening!
Stuur uw brieven, foto's, afbeeldingen, filmpjes of cartoons naar
theo.kooijmans@gmail.com
Maak het niet te bont. De redactie behoudt zich het recht voor om inzendingen zonder opgaaf van redenen te weigeren.

woensdag 5 september 2012

Wat wil GroenLinks met de gemeente?

Ook in het GroenLinks-programma Groene Kansen voor Nederland is genoeg van en over gemeenten te vinden.  Veel groen, veel  “duurzaam”.

GroenLinks over gemeenten:
·       Het Bouwbesluit mag de groene ambities van gemeenten niet in de weg staan; gemeenten mogen verdergaande duurzaamheidseisen stellen dan het Bouwbesluit voorschrijft.
·      De Rijksoverheid stelt geld beschikbaar voor gemeentelijk klimaat- en energiebeleid
·      Het belastingstelsel wordt vergroend, ook op provinciaal en gemeentelijk niveau. Bestaande milieubelastingenop verpakkingen, energie, afvalstoffen en brandstoffen worden substantieel verhoogd. De opbrengsten van deze belastingen worden gedeeltelijk gebruikt om de belasting op arbeid en de loonkosten voor met name laagbetaaldearbeid voor werkgevers te verlagen en om te investeren in groene innovatie.


·       Fietsen wordt krachtig gestimuleerd. Er komen meer stationsstallingen en ov-fietsen. Gemeenten en provincies moeten voldoen aan kwaliteitsnormen voor fietsvoorzieningen. Ze investeren in goede voorzieningen voor de fiets, zoals comfortabele, veilige en snelle fietsroutes. De subsidie die gemeenten van de rijksoverheid ontvangen voor fietsinfrastructuur wordt verhoogd. Er komen middelen beschikbaar om in de periode 2012-2016 twintig nieuwe regionale snelfietsroutes te realiseren.
·       De grote steden houden de keus hun openbaar vervoer zelf te laten uitvoeren door gemeentelijke vervoersbedrijven. Zo blijft de samenhang tussen tram, bus en metro in stand. Openbaar vervoer wordt beter toegankelijk voor ouderen, gehandicapten en mensen met kinderen.
·        Gemeenten krijgen de mogelijkheid naast vervuilende vrachtauto’s ook andere voertuigen en bouwmachines te weren om de lucht schoner te maken.
·        Gemeenten krijgen de mogelijkheid om parkeertarieven te differentiëren op basis van vervuiling van de auto.
·        Het Rijk neemt weer de verantwoordelijkheid voor de ruimtelijke ordening op hoofdlijnen. Het middenbestuur wijst in de eigen regio de grenzen aan waarbinnen gemeenten mogen bouwen.
·       Gemeenten gaan een leegstandsbeleid voeren. Op nieuwe kantoren en bedrijfspanden wordt een verwijderingsbijdrage’ geheven, die wordt gebruikt om bestaande kantoren en bedrijfspanden om te bouwen tot bijvoorbeeld woningen of ze te slopen. Leegstand langer dan een jaar kan door gemeenten worden beboet met een leegstandsheffing. Bij langdurige leegstand kan een gemeente een kantoor of bedrijfspand tegen de marktwaarde vorderen om te renoveren of te slopen. Overbodige regels die ombouw belemmeren worden aangepakt.
·       In krimpende gemeenten probeert de overheid niet de bevolking, maar de voorzieningen op peil te houden, zoals onderwijs, zorg, winkels en openbaar vervoer. De verdeelsleutel van het Gemeentefonds wordt aangepast ten behoeve van krimpgemeenten. Het economische beleid speelt in op de kansen van krimp in sectoren als natuur, recreatie, zakelijke dienstverlening, creatieve industrie en zorg.
·      Het lokale belastinggebied wordt verruimd. Gemeenten krijgen meer mogelijkheden voor vergroening van lokale belastingen en heffingen.
·       Segregatie in het onderwijs wordt bestreden met:
a) een vast aanmeldmoment voor het basisonderwijs, waarbij het plaatsen van kinderen op de school in de eigen buurt wordt bevorderd;
b) een plicht voor gemeenten en schoolbesturen om niet-vrijblijvende afspraken te maken over het bestrijden van segregatie. De onderwijsinspectie ziet toe op de kwaliteit van de afspraken en de uitvoering door scholen.
·        Bedrijven, opleidingsinstituten, de gemeentelijke sociale dienst, de sociale werkvoorziening, re-integratiebureaus en het UWV bundelen hun krachten in publiekprivate leerwerkbedrijven die mensen met een (grote) afstand tot de arbeidsmarkt scholing en werkzekerheid bieden.
·    Ouderen, chronisch zieken en mensen met een handicap krijgen maximale zeggenschap over het eigen leven:
d) Mantelzorgers worden beter ondersteund door gemeenten, bijvoorbeeld door af en toe afgelost te kunnen worden door professionele en vrijwillige zorgverleners. De bezuinigingen op de mantelzorgvergoeding worden teruggedraaid.
·       De wijzigingen in het stelsel van de jeugdzorg worden met urgentie in gang gezet. Ontschotting in de jeugdzorg dient te worden bevorderd. De gemeenten krijgen de regie over de jeugdzorg, zoals opvoedingsondersteuning aan huis. Gemeenten worden verantwoordelijk voor een sluitend aanbod van gespecialiseerde jeugdkrachten die directe ondersteuning bieden, in samenwerking met de eigen omgeving. Jeugdkrachten worden verantwoordelijk voor de doorverwijzing naar gespecialiseerde jeugdzorg en de financieringsstromen voor de jeugdzorg worden gebundeld.
·       Het beleid van Nederlandse gemeenten ten aanzien van mensen met een Europese invalidenparkeerkaart wordt geharmoniseerd zodat zij overal makkelijker kunnen parkeren.
·    Langdurige zorg (AWBZ) wordt zoveel mogelijk overgeheveld naar de publieke basisverzekering of naar gemeenten. Zorgverzekeraars worden verplicht samen te werken met gemeenten om zorgvoorzieningen te realiseren die het mogelijk maken om langer thuis te wonen.
·    Met gemeenten en het bedrijfsleven worden afspraken gemaakt over gratis advisering aan mensen met een laag inkomen over verbetering van levensomstandigheden en betere benutting van voorzieningen die gemeenten daarvoor hebben.
·    Armoede komt hard aan, zeker bij kinderen. Armoede wordt teruggedrongen door de arbeidsparticipatie van alleenstaande ouders en laagopgeleide vrouwen te stimuleren. Gemeenten moeten met maatwerk zorgen voor voldoende mogelijkheden voor deeltijdwerk en kinderopvang. De kinderbijslag wordt inkomensafhankelijk, zodat de overheidssubsidie terechtkomt waar deze het hardst nodig is.
·    Er komt een Wet werk en zekerheid (WWZ) die de Wet werk en bijstand (WWB), Wet investeren jongeren (WIJ), Wajong en delen van de Wet sociale werkvoorziening (WSW) bundelt tot een nieuwe regeling waarin participatie centraal staat. Kern van de WWZ is dat iedereen die langer dan een jaar werkloos is en geen recht meer heeft op WW aan het werk wordt geholpen of een leerwerkaanbod krijgt. Gemeenten krijgen de ruimte om individuele afspraken te maken over bijvoorbeeld scholing, begeleiding naar werk, aangepast werk, vrijwilligerswerk, mantelzorg of zorg voor chronisch zieke kinderen of kinderen met een handicap. Wat mensen kunnen staat centraal. Tegenover geld van de gemeenschap staat in alle gevallen een plicht tot participatie naar vermogen. Participatie in de vorm van werk wordt ten minste beloond met het minimumloon. Gemeenten zijn verplicht een Ombudsman aan te stellen, zodat iedere burger tot zijn recht komt. Een regeling die het beste combineert van de Wet werk en inkomen en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen wordt bij de WWZ ondergebracht.
·    Er blijft een brede sociale huursctor met een sociale doelstelling, namelijk het in stand houden van een voorraad betaalbare woningen voor lagere inkomens en bescheiden middeninkomens, het huisvesten zonder risicoselectie en het investeren in nieuwbouw, goede wijken, leefbaarheid en energiebesparing. Uitgangspunt is dat woningcorporaties dichter bij de huurder in wijken komt te staan; huurders krijgen meer zeggenschap over het corporatiebeleid. Prestatieafspraken worden tripartiet gemaakt tussen corporatie, gemeente en huurdersorganisatie. Er komen mogelijkheden voor wooncoöperaties op basis van zelfbestuur van huurders. Het toezicht op het functioneren en de financiën van corporaties wordt versterkt door beter intern toezicht en integraal toezicht op rechtmatigheid, volkshuisvestelijke prestaties en financiën. De in te stellen autoriteit krijgt meer mogelijkheden om tijdig in te kunnen grijpen. Activiteiten van woningcorporaties moeten in eerste instantie gerelateerd zijn aan hun sociale doelstelling: het in stand houden van een voorraad betaalbare woningen voor huishoudens met een laag inkomen. Gemeenten maken prestatieafspraken met woningcorporaties, onder andere over energiebesparing en investeringen in de wijk. Bij de scheiding van sociale en commerciële activiteiten van corporaties wordt verzekerd dat zij blijven investeren in voorzieningen, zoals winkels, die gebouwen en buurten leefbaarder maken.
·    Gemeenten verlenen geen subsidies en vergunningen aan publieke gelegenheden als daar gediscrimineerd wordt. Desnoods gaan ze over tot sluiting.
·    Rijksoverheid en gemeenten verstrekken bewoners- en wijkbudgetten, zodat bewoners kunnen meebeslissen over investeringen in leefbaarheid in wijken waar dat nodig is.
·    Preventie van misdaad staat voorop. Probleemgezinnen krijgen intensieve hulp bij het opvoeden. Minder jongeren verlaten de school zonder diploma. De inzet van de politie wordt in samenspraak met jeugdzorg, onderwijs en gemeente meer gericht op het aanpakken van kleinere vergrijpen en het voorkomen van bendevorming.
·    Openbare-ordemaatregelen zoals cameratoezicht, fouilleren en samenscholingsverboden mogen alleen worden ingezet bij uiterste noodzaak en binnen door de gemeenteraad gestelde kaders. Uitgangspunten daarbij zijn proportionaliteit, tijdelijkheid en waarborgen voor de privacy.
·    Straf wordt het begin van gedragsverandering en werk of scholing. Ter voorbereiding van de terugkeer in de maatschappij krijgen gedetineerden meer begeleiding, behandeling en opleiding, ook na hun vrijlating, vanuit reclassering en gemeenten. De medewerking van ex-gedetineerden wordt bevorderd door het gebruik van voorwaardelijke straffen aan het einde van hun gevangenisstraf.
·    De preventie en bestrijding van huiselijk, seksueel en eergerelateerd geweld wordt geïntensiveerd. Bij ithuisplaatsing krijgt niet alleen de pleger, maar ook het slachtoffer rechtsbijstand. Er komt meer capaciteit en deskundigheid bij de politie. Daders krijgen, naast eventuele straf, vaker therapie opgelegd. Meer hulpverleners en professionals worden getraind om signalen van mishandeling te herkennen en te melden. De landelijke Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling wordt uitgebreid naar vrijwilligersorganisaties en levensbeschouwelijke instellingen. Wanneer er sprake is van fysiek of psychisch geweld kunnen partners met een afhankelijke verblijfsvergunning direct een zelfstandige verblijfsvergunning krijgen, zodat ze sneller uit de gewelddadige relatie kunnen ontsnappen. De opvangcapaciteit wordt uitgebreid. Gemeenten zorgen voor voldoende opvanghuizen en doorstroomwoningen voor vrouwelijke en mannelijke slachtoffers van huiselijk geweld. Er komt extra aandacht voor homoseksuelen en transgenders uit traditionele gemeenschappen, voor wie nu een groot gebrek aan opvang is.
·    De functiescheiding tussen uitvoerende en controlerende machten wordt versterkt (een sterker dualisme) op lokaal, provinciaal en landelijk niveau. De burgemeester en de Commissaris van de Koningin zijn niet langer voorzitter van de gemeenteraad respectievelijk de Provinciale Staten.
·    De gemeenteraad kiest de burgemeester. De Provinciale Staten kiezen de Commissaris van de Koningin.

Hoe vertalen de maatregelen zich naar Keuzes in Kaart ? De maatregelen komen soms via een andere weg in het rapport terecht en uiteraard geldt ook hier dat er meer  maatregelen van invloed zijn op het functioneren van gemeenten maar onderstaande punten zijn direct aanwijsbaar.

Bij de langdurige zorg wordt de uitvoering van zowel de intramurale als de extramurale AWBZ overgeheveld naar gemeenten. De aanspraken krijgen de vorm van een voorziening in plaats van een verzekerd recht. Dat wil ook zeggen dat de AWBZ niet uitgevoerd gaat worden door zorgverzekeraars. GroenLinks accepteert dat de zorg in de gemeente anders wordt ingevuld dan in de andere gemeente. Mede door het voorzieningenkarakter kunnen gemeenten meer maatwerk leveren, zodat een besparing geboekt kan worden van 1,5 mld euro.
Daarnaast verhoogt GroenLinks de norm voor gebruikelijke zorg voor begeleiding en persoonlijke verzorging - die voor eigen rekening komt - van 60 naar 90 minuten per week. Dit betekent een aanpassing van de indicatie alsmede een korting van de budgetten met 0,4 mld euro. Daarnaast gaat de eigen bijdrage AWBZ voor mensen met een vermogen omhoog door verhoging van het percentage van de vermogensinkomensbijtelling van 12% naar 16%.
GroenLinks trekt 0,2 mld euro extra uit voor PGB’s. Daarnaast stelt GroenLinks meer geld beschikbaar voor meer personeel dat werkzaam is in de langdurige zorg en voor meer wijkverpleegkundigen in de WMO. De intensiveringen bedragen 1,6 mld euro.

·    Bij het lokaal bestuur wil GroenLinks 1,2 mld euro korten op het gemeente- en provinciefonds. GroenLinks wil het aantal provincies verkleinen, waterschappen bij provincies voegen, de efficiency van de waterketen verbeteren en gemeenten samenvoegen.
·    De uitvoering van zowel de intra als de extramurale AWBZ wordt overgeheveld naar gemeenten, waarbij de aanspraken de vorm krijgen van een voorziening in plaats van een verzekerd recht. Dat wil ook zeggen dat de AWBZ niet uitgevoerd gaat worden door de zorgverzekeraars. Dit levert een besparing op van 0,5 mld. Mede door het voorzieningskarakter kunnen gemeenten meer maatwerk leveren, zodat een besparing kan worden geboekt van 1,0 mld.
·    GroenLinks decentraliseert de WAJONG en WSW naar gemeenten, het UWV wordt gekort op re-integratie en de IOAW en IOAZ worden afgeschaft. Het gezamenlijke effect van deze maatregelen is 0,3 mld euro in 2017.
·    GroenLinks voegt 1,1 mld euro toe aan het huidige re-integratiebudget (participatiebudget gemeenten). Door een inverdieneffect bedraagt de netto intensivering 0,8 mld euro.

Extra voor EHS en inrichting en beheer natuur GroenLinks investeert in het optimaliseren en afmaken van de EHS. Het grond-voor-grond principe wordt verlaten en er komt meer budget beschikbaar om de uitbreiding en de inrichting van de EHS op een robuustere wijze vorm te geven. Natuurgronden worden heringericht ter vergroting van interne samenhang. De verdrogingsproblemen worden in grote delen van de EHS aangepakt. Tevens wordt extra geïnvesteerd in recreatieve groen gebieden rondom de steden.

Voor meer informatie verwijs ik naar de Keuzes in Kaart 2013-2017 en het verkiezingsprogramma van GroenLinks


================================================
Wat wil de andere politieke partijen met de gemeente? 
================================================

Geen opmerkingen:

Een reactie posten