Door:
Bob Bouhuijs
De
huidige malaise op de woningmarkt noopt gemeenten en projectontwikkelaars tot
een fundamentele bijstelling van woningbouwplannen. Veel gemeenten worden dan
ook geconfronteerd met immense verliezen op hun grondposities. Op de langere
termijn bestaat bij veel lokale beleidsmakers en projectontwikkelaars echter
nog steeds de ambitie een inhaalslag te maken op het terrein van woningbouw.
Deze betrokkenen zien een structureel tekort aan woningen in Nederland en menen
dat deze hiaat de komende decennia gedicht moet worden. Een doorwrochte analyse
van de feitelijke woningbehoefte blijft hierbij echter achterwege. Voor een
verantwoord toekomstig woningbouwbeleid is een dergelijke analyse echter
noodzakelijk, waarbij regionale differentiatie het uitgangspunt moet zijn.
Bij
het ontwikkelen van een nieuwe beleidsvisie op woningbouw, dienen de
demografische toekomstscenario’s te worden meegewogen. Waar in de eerste
decennia na de Tweede Wereldoorlog heel Nederland te kampen had met een
chronisch tekort aan woningen, laten de komende jaren een veel complexer en
vooral gedifferentieerder beeld zien. Een cruciaal gegeven hierbij vormen de
vergrijzing en ontgroening die zullen leiden tot een krimp van de bevolking. Het
is echter te eenvoudig om deze bevolkingsdaling direct te vertalen in een
afname van de woningbehoefte.