Geef uw mening!
Stuur uw brieven, foto's, afbeeldingen, filmpjes of cartoons naar
theo.kooijmans@gmail.com
Maak het niet te bont. De redactie behoudt zich het recht voor om inzendingen zonder opgaaf van redenen te weigeren.

zaterdag 29 december 2007

Audit Stuurgroep - 4.2 De infrastructuur

4.2 DE INFRASTRUCTUUR

De BC2007 laat in vergelijking met de BC2005 een negatief resultaat van € 15,8 miljoen zien (formaat BC2007).

BC2005

Ten aanzien van de BC2005 kan het volgende worden geconstateerd:

• De BC2005 is gebaseerd op een concept - kostenraming van het infra-adviesbureau, behorende bij het schetsontwerp (SO) uit maart 2005. Deze concept - kostenraming is door ProRail in januari 2005 getoetst. Deze kostenraming is niet integraal in de BC2005 terecht gekomen. Onder andere de post object-onvoorzien is niet opgenomen. Dit is niet conform de gehanteerde systematiek van de achterliggende SSK-ramingen van het schetsontwerp. ProRail beschikte pas in november 2005, ten tijde van de definitieve raming van het infra-adviesbureau, over de BC2005. Uit die definitieve raming blijkt het verschil met de BC2005. Pas bij het opstellen van de verschillenanalyse is het verschil van 6,7 miljoen met de BC2005 aan het licht gekomen .

Dus de kostenraming BC2005 voor de infrastructuur is niet volgens de methodiek van ProRail tot stand gekomen. En ProRail heeft pas later (in november 2005) kennis genomen van de BC2005.

Hoe zit dat dan met de weigering om de businesscaes openbaar te maken? Het belangrijkste argument voor het niet-openbaar maken van de Businesscases was dat ProRail daartegen was omdat dan de rekenmethodiek van ProRail op straat zou liggen. De BC2005 is juist niet conform de ProRail-systematiek opgesteld. Bovendien nam ProRail pas in november 2005 kennis van de BC2005.
En gelooft u dat de rekenmethodieken van ProRail niet bekend zijn bij al die aannemers waar ProRail mee werkt? Dat moet een grap zijn. Een drogreden om de businesscases ond er de vloermat te kunnen houden.


En die 6,7 miljoen had al veel eerder, in november 2005, aan de gemeenetraad gemeld moeten worden. Toen het besluitvormingsproces nog in volle gang was. Maar ja, dat schoot er even tussendoor. Je kent het wel. Zieken hier, vakantie daar, te weinig mensen enzovoorts.

• De BC2005 gaat uit van een voordeel dat te behalen valt uit prijsdruk. Dit voordeel is gesteld op 15%, destijds ingeschat op basis van de toen geldende marktdruk. Deze inschatting heeft een behoorlijke mate van onzekerheid, wat blijkt uit de melding van de projectdirecteur in de Stuurgroep van mei 2006. Daarin geeft hij aan dat vertragingen naar verwachting tot minder aanbestedingsvoordeel leiden. In hoofdstuk 2 (conclusies/bevindingen) van de BC2005 staat het volgende “In de businesscase is uitgegaan van conservatieve ramingen en is van grondig onderzochte en getoetste gegevens gebruik gemaakt. Voor onzekerheden die negatief kunnen uitwerken is een bedrag opgenomen en voor onzekerheden die positief kunnen uitwerken zijn niet of slechts ten dele op geld gesteld.” Het audit-team constateert dat het volledig opnemen van de post prijsvoordeel (15%) niet in lijn is met het gestelde in de BC2005. Met het accorderen van de BC2005 zijn de gehanteerde uitgangspunten door de Stuurgroep overgenomen en geaccordeerd.

Die 15% was ook reeds in 2005 VOLSTREK ONGELOOFWAARDIG. Jammer genoeg kan ik het niet met grotere kapitalen weergeven.

• Het contracteringsplan is in de Tenderboard van ProRail besproken, echter zonder cijfermatige beoordeling, omdat men niet over de benodigde gegevens beschikte.
Tussentijdse actualisatie (verkenning actualiteit BC2005)

De ProRail “methodiek” toegepast op niet bestaande gegevens.

• In de tussentijdse actualisatie worden de bovenstaande punten behandeld, waarbij wordt aangegeven dat de oorspronkelijke uitgangspunten (15% prijsdruk) nog steeds reëel zijn. Wel wordt aangegeven dat er tijdsdruk op het project is.

Kletskoek in 2005 was nog steeds kletskoek in 2006

• In de tussentijdse actualisatie is het verschil tussen de BC2005 en de definitieve kostenraming voor de infrastructuur niet opgenomen. Dit verschil was nog niet boven tafel gekomen, omdat er geen analyse van de consequenties van de definitieve kostenraming is gemaakt.

In 2006 liep men dus nog gewoon ’n jaar of anderhalf achter. Er is gewoon geen actualisatie uitgevoerd. Te veel werk zeker. Of een strategie. Des te verder je met een project op weg bent des te moeilijker kan men het project terugdraaien nietwaar?

• Het Projectbureau heeft via ProRail in maart/april 2006 een opdracht heeft gegund aan een infra-adviesbureau met een inspanningsverplichting om de totale bouwkosten van de infrastructuur incl. objectonvoorzien onder het bedrag in de BC2005 te krijgen.

Dus ná deze zogenaamde actualisatie.

BC2007

Ten aanzien van de BC2007 kan het volgende worden geconstateerd:

• De onderbouwing van de kosten zoals die zijn opgenomen in de BC2007 refereren één op één aan het referentieontwerp en de bijbehorende definitieve kostenraming van het het infra-adviesbureau,

Welk referentieontwerp? En welke bijbehorende kostenraming? En gebruikte dat infra-advies bureau de ProRail-methodiek? Dus een tipje van de ProRail-sluier is alvast dat er ter toetsing een referentieontwerp wordt gebruikt. Héél héél erg geheim hoor!

• Alle posten onvoorzien (object- en projectonvoorzien) zijn in de BC2007 opgenomen;

Wedden dat niet alles wat onvoorzien is in de BC 2007 is opgenomen. Daarom heet het juist onvoorzien! Je kunt hoogstens voor iedere post een onzekerheidsvoorziening treffen. En een algemene post onvoorzien om tegenvallers die men niet had voorzien op te vangen. Waarschijnlijk wordt hier bedoeld dat een aantal voor de hand liggende posten onvoorzien ten onrechte niet in de BC2005 waren opgenomen.

• De marktdruk is gereduceerd tot 5%;

Ook die 5% is een vorm van rijkrekenen. Dat kun je pas inboeken als die ook daadwerkelijk wordt gerealiseerd. Je kunt het hooguit onder positieve risico’s (kansen) scharen en vervolgens meenemen bij de onzekerheidsmarges op het totale budget. Als je de 5% marktdruk buiten beschouwing laat dan komt het dreigende tekort overigens zo’n kleine 4 miljoen euro hoger uit.

• De efficiency winst D&C (mogelijk door de aannemer te vinden optimalisaties) is door het projectteam onderbouwd, gekeken is waar een aannemer potentieel nog optimalisaties kan vinden.

Naar de mening van het audit-team is het infragedeelte in de BC2007 goed onderbouwd en volledig. Wel constateert het audit-team dat er een onzekere kostenverlaging in de BC2007 is opgenomen, wat niet overeenkomt met het gestelde in de BC2005 dat onzekerheden die positief zullen uitwerken niet of slechts ten dele op geld gesteld zullen worden. In de BC2007 is niets over een (wijziging van) dergelijk uitgangspunt vastgelegd.

Verschillenanalyse (Verklaring van het tekort BC2007 t.o.v. BC2005)

Het audit-team heeft de verschillenanalyse nader bestudeerd en komt tot de volgende constateringen.

De analyse van de verschillen is niet overal duidelijk, deze is eerder beschrijvend dan verklarend. Daarom heeft het audit-team de achterliggende stukken bestudeerd en geeft zelf een verklaring voor de voornaamste verschillen:

In de BC2007 zijn de kosten van de infra geraamd op € 84,9 miljoen aan infrakosten, de raming van de BC2005 sluit op € 69,1 miljoen (formaat BC2007). Het verschil is totaal € 15,8 miljoen


Klik op de afbeelding om te vergroten.

Dat inflatiepercentage was met 2% veel te laag geschat. Ook een vorm van rijkrekenen. En bovenmatige kostenontwikkeling? Wat is dat dan? Buitengemeen, buitengewoon, buitensporig, excessief, mateloos, onmatig, overdadig, overdreven, overmatig? Ten opzichte van wat dan? En is dat dan niet in tegenspraak met onderstaande?

• Het totaal aan bouwkosten is per saldo € 3,0 miljoen afgenomen, de verklaring hiervoor is dat er een inspanningsverplichting bij het ingenieursbureau is neergelegd om te zoeken naar optimalisaties, m.n. in de tijdelijke situatie. Hiervoor is een Value Engineering sessie uitgevoerd. Verder is een aantal eisen en opties toegevoegd, vooruitlopend op een definitief besluit hierover. Dit is in de Stuurgroep aan de orde geweest. Het infra-adviesbureau heeft in het ontwerp de mogelijke optimalisaties aangegeven, deze zijn in de BC2007 reeds uit het plan gehaald;

Daar komt ook de Noorschuif vandaan. Ik dacht dat die nou juist meer opleverde dan 3 miljoen. Daarom krijgen we de busiensscase 2007 natuurlijk ook niet te zien. daar staan vast nog meer van dit soort dingen in die geen draagvlak onder de bevolking hebben.

• De kostenraming prijspeil 2007 en de kostenraming prijspeil 2004 laten een verschil zien van 8 miljoen door kostenstijging (inflatie). In de verschillenanalyse wordt aangegeven dat € 4,5 miljoen hiervan wordt veroorzaakt door bovenmatige kostenstijging, berekend middels de inflatie over twee jaar, in plaats van drie jaar. Een herberekening op basis van het formaat BC2007 en een berekening over drie jaar, laat een bovenmatige kostenstijging van € 2,6 miljoen zien. De overige kostenstijging van € 5,4 miljoen is in de BC2005 reeds voorzien onder het kopje inflatie (zie bevindingen aldaar).

Tja. De verschillenanalyse deugt dus ook niet. Dus geen 4,5 miljoen maar slechst 2,6 miljoen bovenmatige kostenstijging. Overigens, met 2% inflatie over drie jaar kom ik voor de infrastructuur nog niet aan die 5,4 miljoen hoor. Dat inflatiepercentage deugt gewoon niet.

• Wij constateren dat in de verschillenanalyse de post objectonvoorzien en bijkomende kosten van € 5,4 miljoen (formaat BC2007) niet expliciet naar voren komt onder de verklaring van de stijging van de kosten van de infrastructuur.

Weggemoffeld. Ze hadden er geen goede verklaring voor.

• Het niet behaalde voordeel uit marktdruk is in de verschillenanalyse bepaald op € 7,7 miljoen. Dit wordt verklaard uit de gewijzigde aanname dat niet met 15% aanbestedingsvoordeel maar met 5% wordt gerekend. Het audit-team constateert dat dit punt correct wordt aangeduid.

En die 5% zou ook niet worden gehaald.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten