Geef uw mening!
Stuur uw brieven, foto's, afbeeldingen, filmpjes of cartoons naar
theo.kooijmans@gmail.com
Maak het niet te bont. De redactie behoudt zich het recht voor om inzendingen zonder opgaaf van redenen te weigeren.

zondag 23 december 2007

Ada - een lot uit de loterij

Maasdriel heeft met Ada een lot uit de loterij. Als dat maar geen nietje wordt.

Mijn berichten over het betere jatwerk van Ada Boerma, het kopiëren van passages uit de installatiespeech van Thom de Graaf toen hij burgemeester van Nijmegen werd, krijgt langzaamaan aandacht in bredere kring.

De woorden van Ada Boerma zijn niet uit haar hart maar uit de kopieermachine ontsprongen. Daarmee belazert zij, al bij haar eerste officiële daad, zo'n dikke 23.000 inwoners van Maasdriel die dachten met een hartelijke burgemeester te maken te krijgen.


Ik had Cees Sips, VVD-raadslid in Maasdriel, ingelicht over xerox-Ada.
Hij besteedde daar op zondag 16 december aandacht aan op zijn website. En nu probeert een columnist in het Brabants Dagblad deze Cees ook nog eens de schuld in de schoenen te schuiven. Deze columnist, het Gootspook zoals hij/zij zichzelf noemt, is blijkbaar een politiek vriendje van Ada. Het spookje zal nu wel op de koffie bij Ada zitten. Kunnen ze samen naar goed Bommels gebruik even de verdere strategie bespreken. Het spookpeloton heeft alvast bereikt dat er nu uitgebreid aandacht voor de speech van Ada is.

Anno Zijlstra, oud VVD-raadslid in Arnhem maar nu vooral rondstruinend in Zuid-Oost Azië, besteedt er op zijn veelgelezen weblog en zijn forum ook aandacht aan.

Klik op deze regel om naar de weblog van Anno Zijlstra te gaan.

Klik op deze regel om naar het forum met de betreffende opmerkingen van Anno Zijlstra te gaan

Klik op deze regel om mijn Gootspookartikel nog eens te lezen.

Klik op deze regel voor de website van Cees Sips. Lees vooral zijn dagboekartikelen van zondag 16 december en vrijdag 21 december.

Onderstaand nog eens de verwijzingen naar mijn artikelen over Ada Boerma. Klik op een van de regels om naar het betreffende artikel te gaan.

Nóg een voor Ada (22 december 2007)
En ik vond nóg een door Ada gekopieerde passage.

Ada en het Gootspook (22 december 2007)
De boodschapper heeft het gedaan. Ada krijgt steun van het Gootspook.

Ada's Installatiespeech in Maasdriel (22 december 2007)
De speech die Ada uitsprak bij haar installatie tot burgemeester van Maasdriel.

Thom de Graaf - installatiespeech Nijmegen (22 december 2007)
De speech die Thom de Graaf uitsprak bij zijn installatie tot burgemeester van Nijmegen.

Ada - Van de hemel naar de hel (2) (16 december 2007)
Foei Ada!. Oud-burgemeester Ada Boerma van Rzoendaal heeft voor haar installatiespeech in Maasdriel maar eens gegrasduind in de installatiespeech van Thom de Graaf en daar stukken uit overgenomen.

Ada - Van de hemel naar de hel (15 december 2007)
Oud-burgemeester Ada Boerma stapt vanuit het rustige Rozendaal pardoes in een Maasdrielse ramp.

Audit Stuurgroep - 2 Terugblik op Hart van Dieren

In de loop van het project wordt duidelijk dat de provincie en de gemeente andere opvattingen hebben over draagvlak. De provincie vindt draagvlak blijkbaar niet zo belangrijk. De gedputeerde beseft blijkbaar niet dat ook het provinciale bestuur gekozen wordt en dat het ook haar bevolking is waar het om draait.
Met deze houding zet de provincie zich weer eens als overtollig bestuursorgaan neer.


2. EEN TERUGBLIK OP HART VAN DIEREN

Bij de besluitvorming over de Betuweroute hebben Provinciale Staten en de gemeente Rheden zich sterk gemaakt voor een duurzame oplossing voor de zogenaamde ‘Noordtak’ van de Betuweroute. Toen de Minister in 1997 de noordelijke aftakking van de Betuwelijn schrapte en besloot dat de afwikkeling van het goederenvervoer over bestaand spoor zou plaats vinden, is door de provincies Overijssel en Gelderland overleg gestart met het Ministerie over compenserende maatregelen.

In de prognoses voor deze oplossing ging men uit van ca. 100 goederentreinen per dag door de kern van Dieren. Echter in 1999 besloot een nieuw kabinet het goederenvervoer deels over andere tracés naar het achterland te geleiden. Op basis van deze gewijzigde plannen komen er nog steeds 21 goederentreinen over bestaand spoor, naast het personenvervoer. Voor de aanpassingen langs bestaand spoor kwam voor de provincies Overijssel en Gelderland samen fl. 300 miljoen beschikbaar. In deze rijksplannen was echter geen geld opgenomen voor oplossingen in de kern van Dieren.

Behalve de spoorlijn loopt ook de provinciale weg N348 door de kern van Dieren. Hiervoor had het Ministerie van Verkeer &Waterstaat al bij de Wet Herverdeling Wegen (WHV) in 1993 middelen beschikbaar gesteld. De mogelijkheden voor een rondweg rond Dieren waren echter zeer beperkt, enerzijds door de IJssel en anderzijds als gevolg van de ecologische verbindingszone.

Ja, wat is er met dat geld gebeurd? Niet uitgekeerd? Heeft de provincie dit aan andere zaken besteed?

Dus volgens de auditors moet mede vanwege deze ecologische verbindingszone Dieren nu dus zuchten onder de verkeersdruk. Want die mening heb ik nog nergens anders gelezen. Blijkbaar is er nog veel materiaal dat ik niet ken.

In 2000 zijn door de provincie Gelderland en de gemeente Rheden de problemen voor de kern Dieren verkend. Gemeente en provincie zijn een lobby gestart richting de Rijksoverheid om het project mede te financieren. Er was een groot draagvlak onder de bevolking en partijen trokken samen op richting Den Haag.

Bij een bezoek van de vaste kamercommissie van V&W zijn de problemen en de beoogde oplossingen door de toenmalige gedeputeerde van de provincie Gelderland en de wethouder van de gemeente Rheden aan de orde gesteld. Door de Tweede Kamer is vervolgens aan de Minister gevraagd een haalbaarheidsstudie van de Gelderse plannen uit te voeren. In overleg met het ministerie V&W is door beide initiatiefnemers besloten deze haalbaarheidsstudie zelf uit te voeren. Deze studie werd op 5 september 2001 aangeboden aan de Vaste kamercommissie. In april 2002 stelde de Tweede Kamer vervolgens € 70 miljoen beschikbaar als rijksbijdrage in het project. Uiteindelijk werd in 2004, als gevolg van bezuinigingen door het nieuwe kabinet, een definitieve rijksbeschikking van € 50 miljoen afgegeven. Later is dit bedrag gecorrigeerd naar € 53 miljoen, ter compensatie van de inflatie. De bijdrage van het rijk is op dit bedrag gefixeerd.

Het enthousiasme om gezamenlijk te komen tot oplossingen voor de kern Dieren was groot, niet alleen onder de bestuurders maar ook onder de bevolking van Dieren. Gemeente, bevolking en provincie zijn in deze fase gezamenlijk opgetrokken richting Ministerie. Deze lobby is ook succesrijk gebleken; voor de oplossingen in een relatief kleine kern als Dieren was een aanzienlijk bedrag binnengehaald om de problemen als gevolg van het goederenvervoer én het wegverkeer te compenseren.

Waar de constatering over het enthousiasme op is gebaseerd is mij niet bekend. Zijn er toen onderzoeken, enquêtes gehouden?

In 2003 zijn diverse alternatieven uitgewerkt. Deze zijn beoordeeld op het oplossend vermogen voor de knelpunten in Dieren. Voor de provincie en de gemeente was alleen alternatief 8 acceptabel. Dit was de duurste variant. Later is door de Tweede Kamer aangedrongen op een versobering van deze 8 variant tot de, zogenaamde, ‘8 min variant’ . In deze variant wordt uitgegaan van een ‘open tunnelbak’ voor het treinverkeer. Deze ‘8 min variant’ én de voorlopige stedenbouwkundige tekening én de grondexploitatie hebben ten grondslag gelegen aan de BC2005. Namens de gezamenlijke partijen (er was nog geen projectorganisatie) en onder gezamenlijke verantwoordelijkheid is in 2004 gewerkt aan de grondexploitatie.

Als je in de alternatievenstudie duikt zie je dat de alternatieven 3a/3b en 4 (tunnels onder het spoor door) net zo hoog scoren op het gebeid van verkeersveiligheid als de 8-min variant. En ze kostten ongeveer 1/3 van de alternatief 8.

In juni 2005 is de Samenwerkingsovereenkomst (SOK) voor de planfase opgesteld en ondertekend door de provincie Gelderland, de gemeente Rheden en ProRail BV. Partijen beogen middels de samenwerkingsovereenkomst gezamenlijk en op basis van een goed georganiseerde samenwerking een snelle en succesvolle planfase te doorlopen. Het integrale karakter van het project wordt benadrukt in de samenwerkingsovereenkomst. Ten tijde van het opstellen van de BC2005 en de totstandkoming van de samenwerkings-overeenkomst was publiek-private en publiek-publieke samenwerking zeer actueel. Met name in bestuurlijk Nederland leefden hoge verwachtingen over deze vormen van samenwerking. Het project Sijtwende werd dikwijls ten voorbeeld gesteld. Ook in Dieren is gekozen voor een integrale aanpak van het project Hart van Dieren, waarin spoor- en weginfrastructuur én gebiedsontwikkeling zijn opgenomen. In de samenwerkingsovereenkomst wordt als voordeel van deze vorm van samenwerking genoemd: ‘het mogelijk maken van een hoog kwaliteitsniveau en een aanzienlijke kostenreductie’.

Hans Broekman die ook in het Atelier Verdaas zat was intensief bij Sijtwende betrokken. Dus tunnels, bebouwing boven en dicht op de tunnel etc.

Deze vorm van samenwerking was zowel voor de provincie als voor de gemeente nieuw, beide partijen hadden relatief weinig of geen ervaring bij dit type projecten. Een van de redenen achter deze keuze was de bijdrage die vanuit de gebiedsontwikkeling werd beoogd als bijdrage aan het project. Vanwege de uniciteit van het project én om de complexiteit van de aansturing te verkleinen, is gekozen tot het instellen van een projectdirectie/projectteam.

In de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen in 2006 is het project Hart van Dieren inzet van de verkiezingen. Het nieuwe College start een onderzoek naar de mogelijkheden tot verbetering van de z.g. ‘8 min variant om daardoor het draagvlak onder de bevolking te bevorderen. Er volgen diverse ‘bouwstenensessies’ met de bevolking die leiden tot aanpassingen in het ontwerp. Daarna leidt een verschil van mening over de uitwerking van het project binnen de gemeentelijke coalitie tot de val het College van B&W. In april 2007 wordt een nieuwe College geïnstalleerd.

Hier wordt wel een stukje van de historie overgeslagen. Met name mijn moties in 2005 om meer grip op het project te krijgen. En de breuk van mijn partij (Leefbaar Rheden) met de coalitie. Ik hoor het Jan Bart Wilschut nog zeggen "het college zit er bovenop". Daarmee beodelde hij toen de controle op en over het project. Achteraf gezien moet hij toch iets anders bebedoeld hebben denk ik. Want van controle is geen sprake geweest. Anders was dit rapport niet nodig geweest

Als gevolg van de bestuurlijke ontwikkelingen binnen de gemeente loopt de vaststelling van het Verkeerscirculatieplan (VCP) en de bestemmingsplanprocedure vertraging op. Het draagvlak voor het project in de kern Dieren wordt een aantal keren als zorgpunt in de Stuurgroep besproken. Uit de Stuurgroep van 23 juni 2006 blijkt bijvoorbeeld verschil van mening tussen partijen over de verantwoordelijkheid voor het verwerven en behouden van draagvlak in Dieren.

Duidelijk is dat de urgentie van het project voor de inwoners van Dieren voor een belangrijk deel is verdwenen. Dit komt ook tot uitdrukking in het intensieve raadsoverleg over de verkeersbelasting en het verstedelijkte karakter van de gebiedsontwikkeling. In de Stuurgroep is steeds geprobeerd om desalniettemin de oorspronkelijk vastgestelde planning, in goede samenwerking, te realiseren. Uiteindelijk is tot vier maal toe de planning door de Stuurgroep bijgesteld. Daarbij speelt een rol dat bij de betrokken partijen de vrees bestond, om de subsidies voor het project te verliezen.

De zorg van de inwoners betrof niet de urgentie maar de gekozen "oplossing".

Gaandeweg wordt echter duidelijk dat de verwachtingen van de betrokken partijen rond het project niet geheel synchroon lopen. Door de provincie wordt de Planfase van het project vooral gezien als een fase ter verdere uitwerking en detaillering van het project. Een echt goed overzicht van kosten en opbrengsten zou pas zichtbaar moeten zijn bij een actualisatie van de Businesscase zoals nu gebeurd in 2007. Op basis hiervan zou dan een definitieve keuze kunnen worden gemaakt en concrete voorstellen aan de bevoegde organen van partijen worden voorgelegd. Voor de gemeentelijke opgaven op het gebied van gebiedsontwikkeling en fysieke inpassing en bestemming, blijkt het nodig om reeds tijdens de planfase over gedetailleerde informatie over de consequenties van het ontwerp op microniveau te verkrijgen. De uiteenlopende verwachtingen hebben tot een grote druk gelegd op het functioneren van het Projectbureau, als ambtelijke ondersteuning bij het optreden van de Stuurgroep.

Is dit ambtelijke taal voor "Ze vochten elkaar de tent uit"?

Het verschil in verwachtingen biedt een mogelijke verklaring voor de meer gematigde houding van Provinciale Staten in verhouding tot de reacties van de gemeenteraad van Rheden, als in 2007 een omvangrijk tekort op de raming van het project, zichtbaar wordt.

Met uitzondering van enkele leden snappen die Provinciale Staten er dus geen hout van.

Audit Stuurgroep - 1. Audit Hart van Dieren

De komende dagen zal ik 'n paar stukjes aan de Stuurgroep-audit van Hart van Dieren wijden. Ik zal de volledige tekst van de audit in de weblog opnemen. Voor het nageslacht. En van commentaar voorzien. We starten met hoodfstuk 1. Da's overigens nog niet zo spannend. Dus ik heb er slechts enkele opmerkingen over.

1. AUDIT HART VAN DIEREN


Nadat de gemeente Rheden en de provincie Gelderland sinds 2001 de mogelijkheden hadden onderzocht van hun plan om de verkeersdoorstroming en leefbaarheid in de kern van Dieren te bevorderen, hebben zij hiertoe in 2005 een samenwerkingsovereenkomst gesloten. Middels die overeenkomst werd, samen met ProRail, de haalbaarheidsfase afgesloten en een start gegeven aan de planfase van het project ‘Hart van Dieren’.

Deze samenwerkingsovereenkomst was onder meer gebaseerd op een businesscase ten behoeve van het project Hart van Dieren. Sinds 2005 hebben Stuurgroep en Projectbureau gewerkt aan het project. Inmiddels is er door het Projectbureau een geactualiseerde businesscase opgesteld, waaruit een fors tekort blijkt ten opzichte van de BC2005. Dit verschil, in combinatie met ‘verschillende signalen en verwachtingen die moesten worden bijgesteld’, heeft geleid tot vragen over project ‘Hart van Dieren’.

In dat licht heeft de Stuurgroep Hart van Dieren aangekondigd een tweetal onderzoeken uit te laten voeren. Eén onderzoek richt zich op de mogelijkheden om het plan aan te passen teneinde het binnen het bestaande budget uit te kunnen voeren. Het tweede onderzoek betreft een audit door controllers van betrokken partijen, aangevuld met een externe lead auditor. Dit rapport omvat het resultaat van dit tweede onderzoek.

Onderzoeksvraag

De Stuurgroep heeft voor de audit Hart van Dieren de volgende centrale onderzoeksvraag geformuleerd:
Het verkrijgen van inzicht in de kwaliteit van de administratieve, financiële en bestuurlijke aspecten bij het project Hart van Dieren, alsmede de juistheid, tijdigheid en volledigheid van de informatievoorziening, naar aanleiding van het tekort op de raming van de BC2005 zoals blijkt uit de BC2007.

Aanvullend op deze onderzoeksvragen heeft de Stuurgroep een zestiental deelvragen opgesteld. Deze deelvragen geven wij weer in hoofdstuk zes van dit rapport. Daar formuleren wij ook conclusies aangaande deze vragen.

Samenstelling en werkwijze audit-team

In eerste instantie was sprake van een zogenaamde interne audit. Dit hield met name in dat de audit werd uitgevoerd door vier auditors vanuit de betrokken organisaties. Kort na de start van deze interne audit is hierover een nader besluit genomen, namelijk dat dit team onder leiding van een lead auditor verder zou werken. Dit met name om de onafhankelijkheid van de audit zo goed mogelijk te waarborgen. Uiteindelijk is Berenschot uitgekozen om deze rol van lead auditor te vervullen.

Dat leek een heel verstandige zet. Hoewel dit nog geen garantie is voor onafhankelijkheid lijkt de audit daardoor toch redelijk onafhankelijk te hebben plaatsgevonden. Of de audit daardoor aan kracht heeft gewonnen betwijfel ik. De uitleg op de informatieavond was nogal zwak.

Vanaf dat moment hebben lead auditors en de interne auditors en controllers als een gezamenlijk team gewerkt aan het onderzoek en deze rapportage. Bij alle activiteiten zijn zowel de interne auditors als de lead auditors actief geweest. Zo zijn vrijwel alle interviews afgenomen door een duo bestaande uit een interne en lead auditor.

Op hoofdlijnen zijn voor deze audit de volgende activiteiten ondernomen:

• Zelfstandig documentenonderzoek door het audit-team. Zowel gericht op de financiële documenten, als op meer bestuurlijke en procesmatige stukken. Een overzicht hiervan ziet u in bijlage 2. In bijlage 3 is een door het audit-team opgestelde tijdlijn opgenomen.

• Er zijn ruim twintig gesprekken gevoerd (zie eveneens bijlage 2) met betrokkenen bij het project. Het ging om bestuurders, ambtenaren en externe adviseurs. Deze personen zijn allen tussen 2004 en 2007 in verschillende perioden betrokken geweest bij het project. De geïnterviewden hebben het vertrouwelijke gespreksverslag dat is gemaakt ter correctie voorgelegd gekregen. Afgesproken is dat deze in het dossier van Berenschot blijven en dat niet herleidbaar naar personen zal worden gerapporteerd in dit rapport.

Merkwaardigerwijs wordt de raad overgeslagen. Ook de bevolking komt niet aan bod. Er wordt in het rapport wel gesteggeld over het draagvlak onder bevolking maar de bevolking is in het onderzoek niets gevraagd en de houding en de rol van de gemeenteraad komt ook nauwelijks aan bod. Niet ter zake doende, onderzoekers?
Nee, het zat niet in de opdracht. Hoe onafhankelijk ben je dan?


Op basis van deze bronnen heeft het audit-team de nu volgende rapportage opgesteld. Deze is als volgt opgebouwd. We beginnen in hoofdstuk twee met een korte terugblik op het ontstaan van het project. Daarop sluit hoofdstuk drie aan met een beschrijving van de organisatie van de samenwerking. Hierbij gaan we met name in op de samenwerkingsovereenkomst en enkele bevindingen aangaande het Projectbureau.

Daarna gaan we in hoofdstuk vier uitgebreid in op de financiële bevindingen. De opstelling en ontwikkeling van de verschillende ramingen en businesscases wordt beschreven. In hoofdstuk vijf beschrijven en analyseren we vervolgens de informatievoorziening in het project. Hoofdstuk zes rond dit rapport af en bevat de conclusies en aanbevelingen.

Hoofdstuk 1 tot en met 5 zijn voor commentaar voorgelegd aan de leden van de Stuurgroep Hart van Dieren en de projectdirectie. Het audit-team heeft deze voor eigen verantwoordelijkheid verwerkt in deze rapportage.

Ik zou deze concept-versie graag eens willen inzien. Dit tast de onafhankelijkheid natuurlijk weer behoorlijk aan. Ze hadden het oorspronkelijke rapport moeten publiceren met een apart hoofdstuk waarin de stuurgroep en de projectdirectie hun zegje hadden kunnen doen.
Op deze manier is het niet een echt onafhankelijk onderzoek geworden.


Maar goed. De uitleg op de informatieavond was ver onder de maat. We zullen het met het rapport zelf moeten doen.