Martijn Leisink (D66) stuurde me het verslag van de vergadering van de commissie Mobiliteit en Economische Zaken van Provinciale Staten van 19 september. De vertrouwelijkheid van deze vergadering werd deze week opgeheven.Wat je nou precies onder vertrouwelijkheid moet verstaan weet ik niet, maar de procedures bij de provincie zijn blijkbaar ook erg onduidelijk. En op grond waarvan is ook niet helder. Het gaat er nogal amateuristisch aan toe. Fractiegenoten van commissieleden en fractievolgers die niet in de vergadering aanwezig waren mochten wel op de hoogte gesteld worden maar fractiemedewerkers weer niet. Het lijkt me allemaal nogal willekeurig en van God zegen de greep.
Nu we drie maanden verder zijn staan er eigenlijk geen echt nieuwe feiten meer in.
Het is opmerkelijk dat de verschillen-notitie al op 19 september bekend was. Terwijl die pas 16 oktober is vastgesteld door de stuurgroep en waarvan in het persbericht van 2 november werd gemeld dat in de week daarvoor Provinciale Staten en de gemeenteraad van Rheden waren geïnformeerd. Althans, als het diezelfde notitie betreft. Weer een leugen? (noot Theo Kooijmans: Zie de reactie van Martijn Leisink onderaan dit bericht. Dit blijkt een misverstand van mij te zijn.)
Maar het verslag werpt wel enig licht op (enkele acteurs in) het Hart van Dieren-spel. Met name op de onderlinge verhoudingen.
Het botert niet tussen de gemeente en de provincie. Er was onenigheid over de vraag waar de verschillen nu precies aan moeten worden toegeschreven. De gemeente Rheden wilde de verschillen verklaring gerelateerd zien aan de Businesscase 2005. Lijkt me zeer logisch. Anders kun je nog niet zien waar de oorzaken liggen. Projectdirecteur Hombrink vond dit niet nodig. Het was volegsn hem allemaal goed traceerbaar.
Wie heeft het in het project nu eigenlijk voor het zeggen? Hombrink of de stuurgroepleden?
Aardig is de ook opmerking van de gedeputeerde om minder voortgangsrapportages te geven. Nou zijn er nog niet zoveel geweest dus dat zou dan vanzelf teruglopen naar 0 (nul).
Uit het verslag blijkt duidelijk dat de aandacht voor de financiële huishouding ver onder maat was. Op een vraag waarom de businesscase nu pas wordt “ge-reshuffled” wordt door nota bene de projectcontroller H. Klein Heerenbrink geantwoord dat dit onder ander komt omdat andere zaken meer aandacht vroegen. Van zulke controllers moeten we er meer hebben.
Het valt op dat projectdirecteur Hombrink voortdurend probeert om de schuldvraag naar de gemeente door te leiden. Daar zit iets niet goed.
Volgens mij zijn Hombrink (van de provincie) en de gemeente Rheden geen vrienden van elkaar. Hombrink is al vanaf het begin betrokken bij Hart van Dieren.
Dus als die mismatch tussen de gemeente en de projectdirecteur al langer speelt dan kan dit wel eens een heleboel schade hebben opgeleverd. Zoiets heeft namelijk altijd invloed op de besluitvorming.
Als de projectdirecteur alleen de belangen van de provincie en niet de belangen van het gehele project heeft gediend en alleen de provincie als zijn opdrachtgever ziet dan heeft de gemeente in de stuurgroep alleen lege briefjes mogen inbrengen.
Maar dat zal wel speculatie van mij zijn. In dat geval had de gemeente natuurlijk al lang geëist dat de projectdirecteur vervangen zou worden. Toch?
Ook de gedeputeerde draait zich in allerlei bochten om de schuld vooral bij de gemeente neer te leggen. Eerst zegt ze dat zij als voorzitter van de stuurgroep de projectkerstboom willens en wetens heeft laten optuigen maar in één adem stelt ze dat zij en de projectorganisatie (haar paladijn Hombrink) voortdurend hebben gewaarschuwd.
En Hombrink wil ook nog eens een deel van het tekort “doorlabelen” naar de gemeente. Deze man zal niet meer lang projectdirecteur van Hart van Dieren zijn voorspel ik u.
En de belangrijkste zorg van de PvdA is of de gewekte verwachtingen niet tegen de provincie gaan werken. Waarom vragen ze dat niet even na bij hun partijgenoten in Rheden of, nog beter , bij de bevolking van Dieren. De koekebakkers.
Onderstaand het verslag. Kilk met de muis op een pagna om te vergroten.
