Geef uw mening!
Stuur uw brieven, foto's, afbeeldingen, filmpjes of cartoons naar
theo.kooijmans@gmail.com
Maak het niet te bont. De redactie behoudt zich het recht voor om inzendingen zonder opgaaf van redenen te weigeren.

vrijdag 5 september 2008

Geen juridische misrekening Nimmer Dor Nee. Toch juridische dwaling Raad van State?

Nimmer Dor Nee claimt dat de Raad van State met haar uitspraak van 30 juli 2008 inzake Nimmer Dor een gerechtelijke dwaling heeft begaan.

Daarop beweerde ik in mijn bericht Geen juridische dwaling Raad van State, wel juridische misrekening Nimmer Dor Nee dat ik daar anders over dacht en dat de Raad van State niet juridisch had gedwaald maar dat Nimmer Dor Nee een juridische misrekening had gemaakt.

Dat bleek ik mis te hebben.

Mijn betoog berustte op de interpretatie van de term gezamenlijkheid. Ik las dit als de gezamenlijkheid van de “Omwonenden Nimmer Dor” met de Stichting A7.

In zijn reactie wees Bob Bouhuijs me op de onjuistheid van deze interpretatie.
Dus heb ik er nog eens goed naar gekeken. Ik ben niks te groot om een fout toe te geven.

Bob, je hebt gelijk! Het was een miskleun van mij. Mea culpa!

De gezamenlijkheid waarover in paragraaf 2.9 van de uitspraak van de Raad van State wordt gesproken heeft uitsluitend betrekking op de “Omwonenden Nimmer Dor Nee” en betreft niet de combinatie Stichting A7/”Omwonenden Nimmer Dor”.

Daarmee valt de bodem onder mijn betoog weg.


Maar dan blijf ik toch nog met vragen zitten.

Hoe komt de Raad van State tot haar oordeel dat de inhoudelijke bezwaren tegen Nimmer Dor in voldoende mate zijn behandeld door beschouwing van het beroepsschrift van de Stichting A7. Er zitten toch advocaten bij zo'n zitting van de Raad van State? Hebben die verzuimd er op te wijzen dat in het geval dat de niet-ontvankelijk-verklaring van de “Omwonenden Nimmer Dor” wordt vernietigd de inhoudelijke bezwaren van “Nimmer Dor Nee” afwijken van de inhoudelijke bezwaren die de Stichting A7 naar voren bracht. Of zijn ze er voetstoots vanuit gegaan dat de “Omwonenden Nimmer Dor” vervolgens hun inhoudelijke bezwaren naar voren zouden mogen brengen? Of is het zo dat tijdens de zitting, voorafgaand aan de uitspraak, door de Raad is gevraagd of de inhoudelijke bezwaren van de Stichting A7 overeenkomen met de inhoudelijke bezwaren van “Nimmer Dor Nee” en dat daar niet alert genoeg is gereageerd? Dat valt alleen te controleren als je het woordelijke verslag van de zitting onder ogen krijgt. M.a.w. wat is daar tijdens de rechtszitting gebeurd? Hoe komt het dat de Raad van State tot zo’n uitspraak komt? Waar zijn de woordelijke notulen?
Vandaar ook het vraagteken in de titel van deze posting.

Een ander punt is de behandeling van de beroepen van de Stichting A7 en “Omwonedne Nimmer Dor” in een gezamenlijke zitting.
Wie heeft waarom besloten dat het beroep van de Stichting A7 samen met het breroep van de “Omwonenden Nimmer Dor” in één zitting behandeld zou worden? En waarom is daartegen geen bezwaar gemaakt?

En dan kom ik toch weer bij een van mijn andere conclusies dat de beroepen van “Nimmer Dor Nee” en de Stichting A7 beter in aparte zaken behandeld hadden kunnen worden. Want in dit geval bleek de som der delen minder dan de delen apart.

De uitkomst was dan toch nog ongewis, daar niet van, maar dan hadden we wel een zuiverder beeld gekregen.

Ondanks onze discussies zijn Bob Bouhuijs en “Nimmer Dor Nee” nog geen steek verder in hun strijd tegen de bouwplannen.

Naast bovenstaande vragen ben ik dan ook erg benieuwd naar de volgende stappen van Bob Bouhuijs en “Nimmer Dor Nee”.

Wat gaan jullie nou verder doen? Gaan jullie nog verder op de juridische weg? Hoe krijgt het recht zijn beloop? Hoe krijg je bij de Raad van State de “juridische dwaling” onder de aandacht? Naar het Europese Hof?

En heb je de politiek al verder kunnen bewerken?

Voor de goede orde: ikzelf blijf voorstander van het zorgvuldig en op eerlijke wijze meten van het draagvlak onder de Soerense bevolking!