Geef uw mening!
Stuur uw brieven, foto's, afbeeldingen, filmpjes of cartoons naar
theo.kooijmans@gmail.com
Maak het niet te bont. De redactie behoudt zich het recht voor om inzendingen zonder opgaaf van redenen te weigeren.

vrijdag 16 november 2007

Nimmer Dor - Beantwoording vragen D66 in Provinciale Staten

Martijn Leisink van de D66-statenfractie had aan het provincieebstuur vragen gesteld over nieuwbouwproject "Nimmer dor' bij Laag-Soeren.
Bijgaand de beantwoording door de de CdK en de betrokken gedeputeerd.

Ingevolge het bepaalde in artikel 42 van het Reglement van Orde van Provinciale Staten doen wij u hieronder het antwoord van ons college op de vragen van het Statenlid de heer M. Leisink (D66) toekomen. Voordat wij de vragen beantwoorden geven wij de feitelijke situatie aan.

In het kader van het Kwalitatief woningbouwprogramma zijn, met instemming van de portefeuillehouder RO van ons college, in 2004 afspraken (concessieovereenkomsten) gemaakt tussen de Stadsregio Arnhem Nijmegen en de gemeenten in de Stadsregio. De onderhavige locatie maakt onderdeel uit van deze afspraken. Daarnaast hebben de provinciale diensten positief geadviseerd op de Structuurvisie van de gemeente Rheden, waarin deze locatie is opgenomen.

Vervolgens heeft de gemeente Rheden in 2004 een eerste plan voor Nimmer dor opgesteld. Ook hierover hebben de provinciale diensten positief geadviseerd (d.d. 17 augustus 2004).

Vervolgens heeft de gemeente Rheden het plan om verschillende redenen aangepast en het plangebied vergroot, waarna het opnieuw in het kader van het vooroverleg is ingestuurd. Over dit vernieuwde plan hebben de provinciale diensten op 19 april 2006, positief geadviseerd.

Conform de sturingsfilosofie in het Streekplan Gelderland 2005 hebben Provinciale Staten de Stadsregio Arnhem Nijmegen de ruimte gegeven om zoekzones voor verstedelijking voor te stellen.

De Stadsregio heeft deze contouren woningbouw in haar Regionaal Plan 2005-2020 opgenomen. De contour voor Laag-Soeren is aangegeven op de onderstaande luchtfoto. Gedeputeerde Staten hebben 27 februari 2007 hun goedkeuring verleend aan het Regionaal Plan (in het kader van artikel 36 van de WRO) en daarmee nogmaals aangegeven dat de onderhavige locatie voor woningbouw in aanmerking komt.

De wijze waarop de gemeente de woningbouwlocatie invult is, gezien onze sturingsfilosofie, de verantwoordelijkheid van de gemeente.


Vraag 1: Is het juist dat het plangebied ligt in de groene wig die loopt van Eerbeek tot Dieren?


Antwoord:
Ja, de streekplankaart geeft dat aan. Echter, daar waar in het streekplan sprake is van de Groene wig Eerbeek-Dieren, is gezien de globaliteit van het streekplan, de kern Laag-Soeren niet apart beschouwd. Het gaat bij de groene wiggen om de landschappelijke overgang van de Veluwe naar het omliggende gebied. Als wij inzoomen naar de kern Laag-Soeren, blijkt dat de bestaande bebouwing aan de Harderwijkerweg nadrukkelijk moet worden beschouwd als onderdeel van de kern. Tekstueel geeft het streekplan aan dat groene wiggen tussen kernen liggen. Immers de breedte van een groene wig is afhankelijk van de maximale ruimte tussen de kernen. Vandaar ook dat het dienstenadvies kan aangeven “dat de contouren destijds zodanig zijn vastgesteld dat ze niet bijdragen aan dichtslibben en verstenen van de krans van dorpen en steden rondom het Veluwemassief”.


Vraag 2: In genoemde brief van 19 april 2006 schrijft u dat “de locatie Nimmer dor bijdraagt aan de afronding van de kern Laag-Soeren, waarmee een goede overgang tussen het dorp en het omliggend waardevol landschap kan worden gecreĆ«erd.” Bent u met ons van mening dat een uitbreiding van de kern met 50% niet gezien kan worden als de afronding daarvan en bent u bereid deze karakterisering terug te nemen? Wat verstaat u precies onder 'afronding van een kern' voor wat betreft het gebruik van deze term in het Streekplan?

Antwoord:
De woordkeuze “afronding” doet inderdaad in deze niet geheel recht aan de situatie. In het streekplan is echter geen definitie gegeven van de afronding van een kern. Dat is ook niet opportuun omdat het te sterk afhankelijk is van de specifieke situatie (omvang, ligging en structuur van een dorp).
Zoals hierboven aangegeven hebben de diensten gereageerd op een plan van de gemeente en afgewogen of het plan in het kader van het provinciale beleid op belemmeringen stuit. Gezien de aanwezige gebouwen van een manege, de bebouwing aan de Van Zwietenlaan en de Prof. Talmaweg, hebben de diensten woningbouw op de onderhavige locatie, gezien de argumenten bij de beantwoorden van vraag 1, mogelijk geacht.

Vraag 3: Hoe verhoudt het citaat uit de vorige vraag zich tot uw opmerking elders in de brief aan de gemeente dat “woningbouw op de locatie Nimmer dor leidt tot realisering van een dubbeldorp?”

Antwoord:
Een afronding zegt niet altijd alles over de omvang, maar is, zoals hierboven aangegeven, afhankelijk van de specifieke locatie.

Vraag 4: Bent u met D66 van mening dat de bouw van zo veel woningen en de (lage) flat in het bijzonder niet passend is in de omgeving, de zichtlijnen in het gebied hindert en alleen om die reden al de verstening van het gebied in de hand werkt?

Antwoord:
Gezien onze sturingsfilosofie is het niet aan ons om ons bezig te houden met de specifieke invulling van een woningbouwlocatie. Dit is een verantwoordelijkheid van de gemeente. Echter gezien de waarden in de omgeving hebben de provinciale diensten in hun advies terecht aandacht gevraagd voor de landschapsstudie en het beeldkwaliteitsplan en gewezen op het document “Dorp als daad”.

Vraag 5: Kunt u bouwplannen noemen in andere groene wiggen die een vergelijkbare of grotere omvang hebben in relatie tot de kern?

Antwoord:Nee.

Vraag 6: Is realisering van de locatie Nimmer dor noodzakelijk dan wel in de planning meegenomen om te voldoen aan prestatieafspraken met de Stadsregio, de provincie en/of Rijk? Wat zijn de consequenties (zowel in dit kader als ruimer bezien) wanneer Nimmer dor niet of te laat bebouwd wordt?

Antwoord:
Ja, tussen de Stadsregio, provincie en het Rijk zijn prestatieafspraken gemaakt om in de periode 2005-2009 24.500 woningen in de Stadsregio te realiseren. Deze afspraak is gekoppeld aan een rijksbijdrage van 52 miljoen euro. Indien dit totaal aantal woningen niet wordt gerealiseerd zal dit de afspraken met het Rijk onder druk zetten en leiden tot een vermindering van de bijdrage van het Rijk. Iedere woning draagt bij aan het doel om 24.500 woningen te realiseren
Het niet tot stand komen van de woningbouwlocatie zal de druk op de woningmarkt zeker niet verminderen met alle gevolgen vandien voor woningzoekenden en de prijsvorming van woningen.

Vraag 7: Een deel van de inwoners van Laag-Soeren vindt een (beperkte) uitbreiding van de kern gewenst, omdat men in de veronderstelling is dat hun kinderen daardoor in het dorp kunnen blijven wonen en dat de uitbreiding bijdraagt aan het in stand houden van de voorzieningen in de kern, waaronder de basisschool. Kunt u van beide veronderstellingen aangeven in hoeverre deze terecht zijn en in hoeverre u dat kunt garanderen?

Antwoord:
Ook wij veronderstellen wel dat de woningen in zekere mate daaraan zullen bijdragen. Dat kunnen wij echter niet garanderen.



Luchtfoto Laag-Soeren met de woningbouwcontour uit de concessieovereenkomst zoals opgenomen in het Regionaal Plan 2005-2020 Stadsregio Arnhem Nijmegen, zijnde de materiƫle uitwerking van de zoekzones verstedelijking van het Streekplan voor de Stadsregio.

Gedeputeerde Staten van Gelderland
C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koningin
H.M.D. Brouwer - secretaris