Geef uw mening!
Stuur uw brieven, foto's, afbeeldingen, filmpjes of cartoons naar
theo.kooijmans@gmail.com
Maak het niet te bont. De redactie behoudt zich het recht voor om inzendingen zonder opgaaf van redenen te weigeren.

zaterdag 25 september 2010

M-FM of RTV Veluwezoom? (14) - Wet- en regelgeving


Zowel M-FM (de gemeenten Rheden en Rozendaal) als RTV Veluwezoom (Brummen, Rheden en Rozendaal) willen in meer dan één gemeente uitzenden. Daarover is het een en ander opgenomen in de mediawet en in een besluit van het Commissariaat voor de Media. Dat wordt nog een hele mooie en stevige discussie in de gemeenteraad met interessante vragen. De toetsing door het Commissariaat van de media laat de vrijheid van de gemeenteraden overigens onverlet.De gemeenteraden bepalen zelf welk advies de betrokken gemeenten aan het Commissariaat van de Media geven maar het Commissariaat kan daar vervolgens wel van afwijken.

Allereerst moet natuurlijk door de omroep worden voldaan aan alle daarvoor bedoelde artikelen in de mediawet. Maar alle betrokken gemeenten moeten gezamenlijk (en dus eensluidend) een advies uitbrengen (zie onderstaand art. 2.64 van de Mediawet).

Als wordt gekozen voor M-FM dan dienen Rheden en Rozendaal dus een gezamenlijk advies uit te brengen.

Als wordt gekozen voor RTV Veluwezoom dan komt Brummen daarbij. In dat geval dienen dus Brummen, Rheden en Rozendaal gezamenlijk een advies uit te brengen.

Artikel 2.64 (van de Mediawet)
1.Een instelling die de publieke mediaopdracht wil uitvoeren voor meer dan één provincie of gemeente, wordt alleen dan voor dat gebied aangewezen, als Provinciale Staten of de gemeenteraden van de desbetreffende provincies of gemeenten het in artikel 2.62, eerste lid, bedoelde advies gezamenlijk hebben uitgebracht.

2.Het Commissariaat stelt Provinciale Staten en de gemeenteraden van de desbetreffende provincies of gemeenten in kennis van een aanvraag van een instelling als bedoeld in het eerste lid.

Daarnaast heeft het Commissariaat voor de Media bij besluit van 10 maart 2009 extra beleidsregels voor zo’n situatie opgesteld (zie onderstaand). Voor de duidelijkheid heb ik artikel 2.61 van de Mediawet in de tekst van het besluit opgenomen.

Besluit van het Commissariaat voor de Media van 10 maart 2009 houdende beleidsregels omtrent lokaal publiek media-aanbod voor twee of meer gemeenten (Beleidsregels lokaal publiek media-aanbod voor twee of meer gemeenten 2009)

Het Commissariaat voor de Media,

Gelet op de artikelen 7.11 en 7.12 van de Mediawet,

Gelet op artikel 2.64 van de Mediawet,

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht,

besluit:

strekking van de regeling

Artikel 1
De beleidsregels vastgesteld in deze regeling zijn een nadere uitwerking van de wettelijke voorschriften die toestaan dat een lokale publieke media-instelling media-aanbod verzorgt dat bestemd is voor twee of meer gemeenten.
inhoudelijke toets

Artikel 2
De in artikel 2.61 van de Mediawet opgenomen eisen gelden ook voor de instelling die een aanvraag indient tot aanwijzing als lokale publieke media-instelling voor het verzorgen van lokale media-aanbod dat bestemd is voor twee of meer gemeenten.

Artikel 3
De gemeenten waarvoor het lokale media-aanbod bestemd is, liggen zoveel mogelijk in een samenwerkingsgebied zoals voorzien in de Wet gemeenschappelijke regelingen (Stb. 667, 20 december 1984). Deze samenwerkingsgebieden kunnen de provinciegrens overschrijden.

Artikel 4
Het verzorgingsgebied waarvoor het lokale media-aanbod bestemd is
a. bestaat uit bijeen liggende, aan elkaar grenzende gemeenten, binnen welk gebied het vanzelfsprekend wordt geacht dat één lokale publieke media-instelling het lokale media-aanbod verzorgt;
b. wordt beschouwd als een sociale, culturele en geografische eenheid in die zin dat het door de inwoners ook daadwerkelijk als een streek wordt ervaren;
c. benadert voor wat betreft zowel de oppervlakte als het aantal inwoners niet de omvang van een in artikel 2.61, tweede lid, aanhef en onder b van de Mediawet bedoelde deel van een provincie.


(TKO: Artikel 2.61 tweede lid, aanhef en onder b van de Mediawet)
2.Voor aanwijzing komen slechts in aanmerking instellingen die:
b. zich volgens de statuten uitsluitend of hoofdzakelijk ten doel stellen het op regionaal respectievelijk lokaal niveau uitvoeren van de publieke mediaopdracht door het verzorgen van media-aanbod dat gericht is op de bevrediging van maatschappelijke behoeften die in een provincie, een gemeente of een deel van de provincie waarop de instelling zich richt leven, en het verrichten van alle activiteiten die nodig zijn om daarmee een publieke taak te vervullen;)

procedure

Artikel 5
a. De aanvraag tot aanwijzing als lokale publieke media-instelling ten behoeve van lokaal media-aanbod dat bestemd is voor twee of meer gemeenten dient voldoende gemotiveerd te zijn.
b. De aanwijzingsaanvraag in het kader van een samenvoeging van verzorgingsgebieden moet door de desbetreffende lokale publieke media-instellingen gezamenlijk worden ingediend.
c. De aanwijzingsaanvraag dient de instemming te hebben van de betrokken programmabeleidbepalende organen.

Artikel 6
a. De lokale publieke media-instellingen in omliggende gemeenten worden op de hoogte gebracht van de desbetreffende aanwijzingsaanvraag en zij worden in de gelegenheid gesteld hun zienswijze kenbaar te maken.


b. Burgemeester en wethouders van de gemeente(n) ten behoeve waarvan de betrokken lokale publieke media-instelling reeds is aangewezen worden op de hoogte gebracht van de aanwijzingsaanvraag en zij worden in de gelegenheid gesteld hun zienswijze kenbaar te maken.
c. De regionale publieke media-instelling van de provincie waarin de samenvoeging van de verzorgingsgebieden plaatsvindt wordt op de hoogte gebracht van de aanwijzingsaanvraag en zij wordt in de gelegenheid gesteld haar zienswijze kenbaar te maken.

Artikel 7
Indien de in artikel 6 genoemde betrokkenen niet binnen acht weken na ontvangst van de kennisgeving van de aanwijzingsaanvraag anders hebben bericht, worden zij geacht geen bedenkingen te hebben tegen de toewijzing van zendtijd.

bijzondere gevallen en omstandigheden

Artikel 8
In bijzondere gevallen en naar aanleiding van bijzondere omstandigheden kan het Commissariaat afwijken van de in artikel 2 bedoelde criteria ten behoeve van de inhoudelijke toets.

slotbepaling

Artikel 9
a. Deze regeling treedt in werking met ingang van 10 maart 2009;
b. Met ingang van de datum waarop deze regeling in werking treedt is de Beleidslijn Lokale Omroep voor meerdere gemeenten van 2 oktober 2003 ingetrokken;
c. Deze regeling wordt aangehaald als Beleidsregels lokale omroep voor twee of meer gemeenten 2009;
d. Deze regeling wordt bekendgemaakt door kennisgeving ervan in de Staatscourant en op de internetsite van het Commissariaat voor de Media (
www.cvdm.nl).

Commissariaat voor de Media, 10 maart 2009
mr. Inge Brakman
voorzitter
prof. dr. Tineke Bahlmann
commissaris

TOELICHTING

Algemeen
Met ingang van 1 januari 2009 is de Mediawet 2008 in werking getreden. Naast een herschikking van de wetsartikelen is de terminologie gewijzigd. In dit kader hebben de Beleidsregels lokaal publiek media-aanbod voor twee en meer gemeenten vanaf die datum betrekking op de omvang van het verzorgingsgebied van een lokale publieke media-instelling dat lokaal media-aanbod verzorgt voor twee of meer gemeenten. De Beleidsregels en de toelichting daarop zijn in bovenstaande zin aangepast nu de nieuwe wet inhoudelijk, voor zover het betreft de onderhavige regeling, niet is gewijzigd.

Artikel 2.64, eerste lid, van de Mediawet bepaalt dat een lokale publieke media-instelling die haar publieke mediaopdracht wil uitvoeren voor meer dan één gemeente alleen dan door het Commissariaat voor dat gebied wordt aangewezen indien de raden van de desbetreffende gemeenten gezamenlijk hebben geadviseerd dat de instelling aan de eisen voldoet die de wet stelt. Naast de aanwijzing van één lokale publiek media-instelling per gemeente bestaat derhalve de mogelijkheid dat een lokale publieke media-instelling lokaal media-aanbod verzorgt voor een aantal aan elkaar grenzende gemeenten. De Memorie van Toelichting (1984 – 1985, 19 136, p.63) spreekt in dit geval van een streekomroep. Bij het begrip “streek” wordt in eerste instantie gedacht aan een gebied dat zoveel mogelijk samenvalt met een samenwerkingsgebied zoals voorzien in de Wet gemeenschappelijke regelingen. (Stb. 1984, 669). De doelstelling van lokaal publiek media-aanbod, het verschaffen van lokaal gebonden informatie aan het publiek en het creëren van een communicatiemogelijkheid voor mensen uit de lokale gemeenschap dient, aldus de Memorie van Toelichting, niet in het gedrang te komen, zodat de omvang van het gebied beperkt dient te blijven.

Gezien de omstandigheid dat de Mediawet zelf het begrip “streekomroep” niet kent zijn vorengenoemde globale criteria de enige aanknopingspunten voor de beantwoording van de vraag in welke gevallen en onder welke voorwaarden een verzoek om een aanwijzing als lokale publieke media-instelling voor twee of meer gemeenten gehonoreerd kan worden.

Artikelsgewijs

Artikel 4
Een aanwijzingsaanvraag voor twee of meer gemeenten wordt, met name ter handhaving van de in de Mediawet onderscheiden drie niveaus van binnenlandse omroep: landelijk, regionaal en lokaal, door het Commissariaat getoetst aan de in artikel 4 opgenomen criteria. Het dient voorkomen te worden dat door fusies zodanige dominante lokale publieke media-instellingen ontstaan dat andere lokale of regionale publieke media-instellingen in hun functioneren worden gehinderd.

Artikel 5
Een aanwijzingsaanvraag voor twee of meer gemeenten dient voldoende gemotiveerd te zijn in die zin dat moet worden aangetoond dat er sprake is van een zodanige samenhang in sociale, economische, maatschappelijke en/of geografische zin, dat het van belang is dat in het desbetreffende gebied één lokale publieke media-instelling het voor dat gebied bestemde lokale media-aanbod verzorgt.

De omvang van het verzorgingsgebied maakt deel uit van en heeft invloed op het programmabeleid van de lokale publieke media-instelling. Uit de aanwijzingsaanvraag moet ontegenzeggelijk blijken dat deze wordt onderschreven door het programmabeleidbepalend orgaan.

Artikel 6
De aanwijzing als lokale publieke media-instelling in het kader van een samenvoeging van verzorgingsgebieden raakt mede de belangen van de lokale publieke media-instellingen in omliggende gemeenten, de belangen van de betrokken gemeenten en de belangen van de regionale publieke media-instelling in de desbetreffende provincie(s). De eerste stap is dan ook deze betrokkenen om hun zienswijze te vragen omtrent de uitbreiding van het verzorgingsgebied. Tevens wordt het bestuur van de gemeente(n) ten behoeve waarvan de aanvrager thans is aangewezen als lokale publieke media-instelling in de gelegenheid gesteld om zijn (hun) zienswijze kenbaar te maken. Het Commissariaat vraagt aan betrokkenen hun zienswijze, niet hun instemming. Na ontvangst van de zienswijzen dan wel na het verstrijken van de daartoe gestelde termijn neemt het Commissariaat een beslissing op de aanwijzingsaanvraag
.