De brief van het hoofdkantoor liet geen ruimte voor
twijfels. Ze moeten er nu toch echt
uit. Met bezwaard gemoed trad ik hen
tegemoet. Even doorbijten. Ze hebben er recht op te weten waar ze aan toe zijn.
Na mijn mededeling bleef het even stil. Grijs mompelde wat
voor zich heen. Groen vroeg vertwijfeld “Dus toch! Waarom? Wat hebben wij
misdaan?”