Geef uw mening!
Stuur uw brieven, foto's, afbeeldingen, filmpjes of cartoons naar
theo.kooijmans@gmail.com
Maak het niet te bont. De redactie behoudt zich het recht voor om inzendingen zonder opgaaf van redenen te weigeren.

zondag 15 november 2009

VVD heeft geen oog voor natuur

Door: Bob Bouhuijs

Natuur en landschap mogen bouw- en infrastructurele projecten niet in de weg staan. Met dit pleidooi haalde VVD-Kamerlid Charlie Aptroot afgelopen week het nieuws. Aptroot pleit voor het inkorten van procedures zodat de bouw van woningen, bedrijventerreinen en wegen vereenvoudigd wordt.

Aptroots pleidooi is in feite een herhaling van de opvatting die Elco Brinkman, de voorzitter van brancheorganisatie Bouwend Nederland, anderhalve maand terug ventileerde. Evenals Aptroot, beklemtoonde hij het belang van het voortzetten van de crisiswet die het realiseren van dit soort plannen faciliteert.

Uiteraard is het logisch dat Brinkman dit type meningen verkondigt. Het is immers heel vervelend voor zijn achterban dat natuur en landschap worden beschermd middels wet- en regelgeving. Vertragingen met betrekking tot het realiseren van bouwprojecten kosten projectontwikkelaars en aannemers handen vol geld; voor hem een aanleiding om bij politiek en media aan de bel te trekken.

In deze context is het ook niet verwonderlijk dat juist een partij als de VVD zich hard maakt voor de belangen van de grote bouwondernemingen. Deze partij heeft doorgaans een gewillig oor voor klachten van het bedrijfsleven. Wel maakt de VVD, bij monde van Aptroot, in dit geval een karikatuur van de toepassing van de wet- en regelgeving. Het idee dat de natuurwetgeving iedere vorm van bouwactiviteit in Nederland belemmert, komt niet overeen met de werkelijkheid. Evenmin liggen de uitspraken van de Raad van State altijd in het verlengde van het waarborgen van natuur en landschap.

Het wordt misschien een beetje een cliché, maar het bouwplan Nimmer Dor te Laag Soeren biedt een nadrukkelijk aanknopingspunt ter weerlegging van Aptroots standpunt. Op het eerste gezicht lijkt de vertraging van dit plan zijn zienswijze te bevestigen. De aanwezigheid van een steenuilenpopulatie heeft de verwezenlijking van dit plan immers al geruime tijd uitgesteld. Hier dient echter aan toegevoegd te worden dat de Raad van State vorig jaar instemde met de vergunningverlening voor dit project. Dat het plangebied zich in de directe nabijheid van een Natura 2000-gebied bevindt en op een steenworp afstand van het Nationale Park Veluwezoom, mocht niet baten. Ook het feit dat de Natura 2000-gebieden een externe werking bezitten, waardoor de natuur rondom deze gebieden ook beschermd moet worden, bracht de Raad niet tot een ander oordeel.

Juist het gegeven dat een steenuilenpopulatie nodig is om een bouwproject te vertragen en de andere wet- en regelgeving in de praktijk onvoldoende bescherming biedt, zou te denken moeten geven. Een plangebied kan blijkbaar grenzen aan de Ecologische Hoofd Structuur èn een Natura 2000-gebied, liggen in een Nationaal Landschap èn een groene wig èn slechts enkele honderden meters verwijderd zijn van een Nationaal Park, en dan nog maakt de beleidspraktijk het in Nederland mogelijk dat overheden en Raad van State, op zijn minst ten dele, het groene licht geven voor een grootschalig bouwproject. Het aantal voorbeelden waaruit een soortgelijke handelwijze blijkt, is overigens uit te breiden.

De beleidspraktijk omtrent Nimmer Dor laat juist zien dat een striktere naleving van de natuurwetgeving meer voor de hand ligt dan de liberalisering waar de VVD naar streeft. Het kleine beetje natuur dat Nederland nog heeft verdient het beschermd te worden.