Geef uw mening!
Stuur uw brieven, foto's, afbeeldingen, filmpjes of cartoons naar
theo.kooijmans@gmail.com
Maak het niet te bont. De redactie behoudt zich het recht voor om inzendingen zonder opgaaf van redenen te weigeren.

zaterdag 7 november 2009

Brief aan de burgemeester

Door: Joop Zijlstra

Brief aan de burgemeester van de gemeente Rheden,
Allerzielen 2009 (2 nov 2009)


Geachte mevrouw,

Op 27 oktober 2009 heb ik in een brief aan de heer W. Pieper, oud-wethouder, een indringende vraag gesteld over wat ik dacht dat slechts een kletspraatje was.
Ik schreef hem als volgt: ‘Het was in het najaar van 2006, toen U goed en wel wethouder was. Ik hoorde in de wandelgangen van het gemeentehuis dat er “gelekt” zou zijn uit een rapport van het GITP. Gegevens over u zoemden tenminste rond.’
Ik heb de heer Pieper gevraagd: ‘was dat zo maar kletspraat? Zo ja, mijn verontschuldiging dat ik het onderwerp aanroer. Zo nee, dan zal ik de voorzitter van het college van B.& W. erop bevragen.’

De heer Pieper heeft mij bevestigd dat gegevens over hem uit het GITP-rapport zijn bekend gemaakt in een fractievergadering van de PvdA in de tweede week van december 2006.
Dit gebeurde ondanks de afspraak in het toenmalige College van B.& W. dat gegevens over hem vertrouwelijk zouden worden behandeld. De heer J. Kock, lid van het toenmalige College van B.& W., zou desondanks de gegevens aan de PvdA-fractieleden hebben medegedeeld.

In het vervolg daarop stel ik u graag enkele vragen.
Ik ga er daarbij vanuit dat u de gegevens van het GITP-rapport wel kende, maar niet betrokken was bij het uitlekken ervan.
Ik ga er ook vanuit dat de gang van zaken als beschreven aan u bekend was. Het is immers onwaarschijnlijk dat, waar heel het gemeentehuis over het gebeurde sprak, u van niets wist.

Mijn vragen aan u zijn de volgende.
1. Was het u bekend dat de heer J. Kock in een vergadering van de PvdA-fractie heeft gesproken over gegevens betreffende de heer Pieper uit een vertrouwelijk GITP-rapport?
2. Beschouwde u een en ander als een ernstige schending van de afspraak over vertrouwelijkheid in het College van B.& W. daarover?
3. Zo ja, hebt u als voorzitter van het College van B.& W. de heer Kock aangesproken op zijn optreden en zijn schenden van de vertrouwelijkheid?
4. Welke maatregelen hebt u richting de heer Kock verder genomen naar aanleiding daarvan?
5. Hebt u met de heer Pieper over de zaak die hij beschrijft contact gehad en, zo ja, hebt u hem uw verontschuldigingen aangeboden voor dit optreden van een lid van het College van B&W?

Ik verwacht uw antwoord op mijn bovenstaande vragen, kan het zijn met enige spoed.

Met verschuldigde hoogachting,

J. Zijlstra

Geen opmerkingen:

Een reactie posten