Zo af en toe raak ik in een filosofische bui. Onlangs werd ik 61. De jaren gaan tellen. Dat gaat sluipend. Hier en daar een ongemakje, de botten willen niet meer als vroeger en af en toe is het zoeken in mijn geheugen, een naam waar ik maar niet op kan komen. Ik zie steeds vaker mensen om me heen wegvallen en ik ben in een fase waarin ik me afvraag wat nu echt belangrijk is. Nog maar ’n jaar of twee, drie terug keek ik vooral vooruit. Het verleden was er wel maar telde toch minder dan nu. Vooruit, vooruit, vooruit was het parool. Daar kwam langzaam een kentering in. Zoeken naar een ander evenwicht.