Rechtbank acht Joop Zijlstra niet ontvankelijk in beklag reclameborden Riviersteen

Door: Joop Zijlstra

Op 21 september 2008 heb ik een brief gezonden aan de officier van justitie waarin ik betoog dat door de gemeente Rheden reclameboodschappen aan de A 348 zijn geplaatst zonder dat daarvoor een vergunning is afgegeven.

De officier van justitie heeft mij op 20 februari bericht dat er geen sprake is van een illegale situatie.

Op 20 maart 2009 heb ik een klacht gestuurd naar de rechtbank in Arnhem waarin ik betoog dat wel degelijk sprake is van een illegale situatie. Ik kreeg daarop op 2 april bericht: het stond mij vrij mijn beklag te doen bij het gerechtshof in Arnhem. Ik heb dat beklag op 7 april 2009 ingediend.

Het Hof schrijft mij per 26 augustus 2009.
Alvorens het hof tot een eventueel inhoudelijke beoordeling van het beklag kan komen, dient te worden vastgesteld of klager belang heeft bij strafrechtelijke vervolging van beklaagde (de gemeente). In mijn eerste brief aan de officier van justitie stelde ik mij als burger grote zorgen te maken over de geloofwaardigheid van de overheid.

Het hof oordeel in deze zaak als volgt.
Eenieder, dus ook klager, wordt geacht belang te hebben bij naleving van de (straf)wet. Om echter als rechtstreeks belanghebbende, in de zin van artikel 12 Wetboek van Strafvordering te kunnen worden aangemerkt, is tevens noodzakelijk dat een klager een meer specifiek eigen belang aangeeft. Daarvan is naar het oordeel van het hof onvoldoende gebleken en dient klager kennelijk niet-ontvankelijk te worden geacht.

Een verhoor van betrokkenen kan achterwege blijven.
Het Hof verklaart klager niet ontvankelijk in zijn beklag.
Tegen deze beslissing is geen beroep mogelijk.

Naschrift.

Het hof komt niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van het door mij gestelde. De gemeente maakt nu al jaren reclame zonder vergunning, terwijl particulieren voor reclame van deze soort wel een vergunning moeten hebben.

De overheid staat blijkbaar boven de wet. Niemand grijpt in. Ik heb gedaan wat ik kon.

De gemeenteraad zou natuurlijk ten behoeve van de inwoners kunnen ingrijpen: het gelijkheidsbeginsel telt.Dat ingrijpen kan per motie. Helaas staat de gemeenteraad al jarenlang door eigen toedoen in zwakte buitenspel.

Joop Zijlstra
6 september 2009.