Door: Bob Bouhuijs
Er kan volgend jaar op Nimmer Dor gebouwd worden. Een brief met deze strekking is afgelopen vrijdag door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) verzonden naar de directie van Phanos. Deze projectontwikkelaar, die het merendeel van de woningen op dit terrein in Laag Soeren wil gaan bouwen, kreeg te horen dat bijna de helft van het plangebied kan worden bebouwd. Een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet blijkt niet meer nodig.
Lange tijd blokkeerde LNV de bouw van het project doordat voor de aanwezige steenuilenpopulatie een vervangend habitat moest worden gevonden, alvorens de bouwactiviteiten van start konden gaan. Wanneer het alternatieve leefgebied eenmaal gerealiseerd was, zou dit de weg effenen voor het verkrijgen van een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet; een voorwaarde om te kunnen bouwen.
Aangezien de steenuil hoge eisen stelt aan zijn biotoop, was het vinden van een alternatief leefgebied geen sinecure. Het eerste compensatieplan kon niet de goedkeuring genieten van het ministerie en ook een tweede plan, dat nog slechts in concept bestaat, zou volgens goed ingelichte bronnen de toets der kritiek niet kunnen doorstaan. Even leek het er daarom op dat het plan nooit het licht zou zien.
Van het ene op het andere moment is het ministerie echter van mening veranderd. Alle activiteiten voor het verkrijgen van een ontheffing lijken grotendeels voor niets te zijn geweest. Een ontheffing blijkt namelijk helemaal niet meer nodig. Letterlijk zegt de genoemde brief van LNV: ‘Ik kan u de gevraagde ontheffing niet verlenen, omdat er geen sprake is van overtreding van de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet. Dit houdt in dat het toegestaan is de voorgenomen werkzaamheden zonder ontheffing uit te voeren.’ Zonder enige voorkennis is deze koerswijziging onmogelijk te begrijpen. Wanneer we echter meer in detail kijken naar de strategie van de gemeente, springen de overeenkomsten tussen de betreffende uitspraak van LNV en de beleidsdoeleinden van de gemeente in het oog.
Het is geen geheim dat de gemeente zich de laatste tijd heeft ingespannen om, vanwege de moeizame totstandkoming van een adequaat compensatieplan, te zoeken naar mogelijkheden om zonder alternatief habitat het bouwplan, eventueel gefaseerd, te kunnen verwezenlijken. Deze intentie is openlijk door zowel voormalig projectleider Tim Strikers als de verantwoordelijke wethouder Luuk Kuiper verwoord. Lange tijd heeft LNV zijn rug recht gehouden en de laatste maanden hield de gemeente in ieder geval de schijn hoog dat rekening gehouden werd met het afblazen van het plan.
Dit scenario was LNV, met de hete adem van de gemeente en de projectontwikkelaar in zijn nek, klaarblijkelijk wat te veel. Welke overwegingen hierbij precies een rol hebben gespeeld, zijn voor mij niet te beoordelen. Ik laat speculatie hierover achterwege. Feit blijft dat de consistentie van het beleid van het ministerie ver te zoeken is. Bovendien is saillant dat het resultaat van de juridische toetsing door LNV naadloos aansluit bij de gemeentelijke politieke doelstellingen van de laatste maanden. Door de belemmering van de bouw van een deel van het plan weg te nemen, is aan het gemeentelijke voornemen om het project gefaseerd te verwezenlijken immers volkomen tegemoetgekomen. Dat de uitkomst van de juridische toetsing van een ministerie, de beleidsdoelstellingen van een gemeente en de private belangen van een projectontwikkelaar volstrekt samenvallen, geeft te denken. Gezien het voorafgaande, kan een neutrale juridische toetsing nauwelijks hebben plaatsgevonden.
Voor de steenuilenpopulatie valt het ergste te vrezen. Er worden in de betreffende brief enkele marginale maatregelen in het vooruitzicht gesteld. Op geen enkele wijze kunnen deze echter het verloren habitat compenseren. Van de partijen in de Rhedense gemeenteraad is, mede vanwege het bovenstaande, een kritische en doortastende houding nu op zijn plaats. Met name van een partij als GroenLinks verwacht ik een aantal kritische vragen aan het college. Het vinden van een geschikt alternatief biotoop voor de steenuilen was voor deze partij immers een voorwaarde om gedoogsteun aan Nimmer Dor te verlenen.
Het is overigens nog steeds twijfelachtig of Nimmer Dor, zeker als compleet plan, er werkelijk komt. De Stichting NimmerdorNee overweegt juridische stappen en heeft daarvoor goede argumenten. De maatregelen die volgens de genoemde brief genomen moeten worden voor het handhaven van de steenuilenpopulatie zijn dusdanig beperkt, dat van een reƫle bescherming feitelijk geen sprake is. Daarnaast is het maar de vraag of de steenuileninventarisatie waarop LNV zich beroept volledig en actueel is. Ook zal de genoemde beleidsomslag door het ministerie moeten worden gemotiveerd.
Ten slotte werpen deze actuele ontwikkelingen een nieuw licht op mijn eerdere bijdrage over het voorstel van VVD-Kamerlid Charlie Aptroot om de procedures bij bouwplannen te vereenvoudigen. Zonder dit project te willen generaliseren, tonen de actuele ontwikkelingen inzake Nimmer Dor in ieder geval des te meer hoe broos de toepassing van de natuurwetgeving in Nederland kan zijn.
Klik op 'n afbeelding om te vergroten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten