Door: A.J. van der Sluijs
‘Een flink aantal parkeerplaatsen aan de noordzijde van het spoor is zorgvuldig ingepast’, zo staat te lezen in een folder van de provincie Gelderland en de gemeente Rheden. De folder hoort bij een vouwblad met een impressie van het plan ‘Traverse Dieren’.
De inrichting van de parkeerplaatsen moet nog plaatsvinden. Aan de voorbereiding daarvan is al veel energie gestoken. Maar op de plek van de parkeerplaatsen staan nog woningen.
Tegengesteld aan de zorgvuldige inpassing van hierboven was de gemeentelijke wijze van verwerving van de woningen. Die was weinig zorgvuldig om niet te zeggen weinig zachtzinnig, nogal hardhandig. De eerste brief van de gemeente voorspelde al niet veel goeds.
Enkele van de bewoners kozen toch al gauw eieren voor hun geld. Vrijwillig, dat wel. Maar zij voelden zich daarbij wel bedreigd. Het recept voor het vervolg is eenvoudig. Laat in een vrijkomend huis tijdelijk woningzoekenden van elders wonen.
Het gaat zoals een wethouder in een verderop gelegen gemeente het zei. ‘Die andere mensen willen niet verkassen? Dan heb ik wel een Turks gezin dat graag tijdelijk woont in een vrijgekomen huis.’ Dat komt neer op ontwrichting van de straat, hier desintegratie van de Noorderparallelweg. Die verjaagt de oorspronkelijke bewoners.
Binnenkort vertrekt de familie van huisnummer 5. Men gaat wonen in een huis elders in Dieren.
Je kunt het vertrekken noemen. Maar ze hebben veeleer de vlag gestreken, geprest als ze zich voelen door de gemeente, in de hoek gedreven. Verneem van die familie hoe men de druk op de bewoners opvoerde. Hoe men te werk ging bij onderhandelingen. De verkopende familie wilde zelfs niet meer bij de notaris om tafel met de gemeentemensen.
In een andere plaats, weet ik, gingen mensen, ook zo benaderd, niet tot verkoop over. Zij bleven in hun huis wonen. Het bleef in de ruimte staan als monument van hardvochtig bestuur.
Hoe anders gaat het aan de andere kant van de spoorlijn. Daar treedt de gemeente anders op: men buigt als een knipmes voor bewoners die er nog niet eens wonen, die nog geeneens een huis hebben. Het betreft ten zuiden van het spoor meer speciaal Hof te Dieren.
De folder zegt:
‘Daar wordt de infrastructuur gebundeld met het spoor. Het landgoed kan weer meer als eenheid en opnieuw ingericht worden. Niet alleen Twickel en de bezoekers van het landgoed hebben daar baat bij, maar ook de dieren die van de Veluwe naar de uiterwaarden willen’.
In de folder vermijdt men zorgvuldig te spreken over het nieuw te bouwen appartementenlandhuis op terrein van Hof te Dieren, men rept niet van nieuwe bewoners. Het wekt geen verwondering dat het landhuis niet is ingetekend. Wat zou men ook slapende honden wakker maken. Toch gaat de bundeling van N348 en het spoor vooral om dat landhuis. De bouw ervan is allang gepland, maar de verkoop van de appartementen wilde niet vlotten: te dicht bij de provinciale weg.
Het plan van de bouw van ‘het Rhedens’ bood de Stichting Twickel, eigenaar van het gebied, nieuwe mogelijkheden. Bij de verkoop van stukjes grond kreeg men van de gemeente de belofte dat de gemeente zich zou inspannen om de N348 te verleggen. Op het eerste gezicht niet gek. De raad van Rde gemeente heden stemde dan ook in met de inspanningsverplichting. Maar men zag niet dat een verlegde N348 de doorstroom van het verkeer niet soepeler zou maken, men zag niet dat de aantakking van lokaal verkeer op het doorstromende regionale verkeer ter hoogte van het Rhedens een knelpunt zou gaan vormen, nog verergerd door de eveneens beloofde afsluiting van de Doesburgsedijk.
Ten zuiden van het spoor faciliteert de gemeente toekomstige bewoners op onevenredige wijze.
De appartementen op Hof te Dieren krijgen als het ware een deel van de kosten cadeau van de voorzieningen, naar schatting anderhalf miljoen euro gemeenschapsgeld, per stuk!
Dat ‘buigen als een knipmes door de gemeente’ is toch niet ten onterechte gezegd?
Ten noorden van het spoor ervaart men van de gemeente het afknijpen van inwoners.
Die krijgen voor hun kostbaar bezit een prijs, ‘marktconform’. Voor de bewoners voelt dat als een schijntje. Daarbij is nog niet eens inbegrepen niet meegerekend het verdriet hen aangedaan. De behandeling door deze gemeente van haar inwoners in vergelijking tot de behandeling van de nog-niet-bewoners van Hof te Dieren is schrijnend. Voor de bewoners van de Noorderparallelweg is het bestuur van Rheden een ramp.
Drs A.J. van der Sluijs
5 november 2008
TKO: Deze brief is tevens bijlage 2 bij een brief van de voorzitter van het Het Comité, Joop Zijlstra, aan de Tweede Kamercommissies van V&W en VROM
Geen opmerkingen:
Een reactie posten