Aan gruwelijke kinderverhalen geen gebrek. De reus wilde Klein Duimpje te grazen nemen, de boze heks zag in Hansje een lekker maaltje en de gemene koningin vergiftigde haar stiefdochter Sneeuwwitje. Toen ik die sprookjes voor het eerst hoorde waren bezorgde ouders in geen velden of wegen te bekennen. Dat heeft mij gemaakt tot de mens die ik nu ben. Ik doe wel stoer maar voor het slapen gaan kijk ik nog dagelijks onder mijn bed en ik kruip met mijn hoofd onder de dekens zodat ik onzichtbaar wordt. En er moet altijd een nachtlampje branden zodat ik me veilig weet.
Onzin natuurlijk. Ik vond die verhaaltjes best leuk. Vooral als de juf of de meester ze voorlas kon je zo heerlijk wegdromen. Ik dacht geen moment dat het allemaal echt was. Daarvoor waren het immers sprookjes. Er is één uitzondering. Als ik voeger ergens bang voor was dan was het wel voor de Sint en zijn knechten. Trappedoeli werd door de nonnetjes van de kleuterschool vooral als boeman gebruikt. Het vooruitzicht om met de roe te krijgen of in de zak te belanden was nog erger dan het kolenhok en als Sinterklaas op bezoek kwam waren we mak als lammetjes. Het was dan ook een bevrijding toen bleek dat de Sint en zijn trawanten sprookjesfiguren zijn.
Tegenwoordig is dat allemaal anders. Honderden ouders beklaagden zich over een poster voor de film Sint, een griezelverhaal van regisseur Dick Maas. Zijn collega Johan Nijenhuis nam het voortouw en diende een klacht in bij de reclame code commissie. Ik kreeg er spontaan pukkels van. De commissie peinsde er niet over om zijn klacht te honoreren maar Johan Nijenhuis, de regisseur van pulpfilm Costa, was weer eens in het nieuws. Weliswaar niet met een van zijn eigen shit-films maar dat mag de pret niet drukken. Van zulke collega’s moet je het maar hebben. Maar goed, Dick Maas en zijn horror-Sint varen wel bij alle publiciteit.
Ach ja, denk ik dan: vroeger hadden we schepen van hout en kerels van staal. Tegenwoordig is dat veelal andersom. Zijn de schepen van staal maar de kerels van hout. Ik wil maar zeggen dat we steeds minder kunnen hebben. Hoe zou dat toch komen? Hebben wij het tegenwoordig veel te goed? Worden we teveel in de watten gelegd? Zouden we niet wat harder voor onszelf moeten worden? Misschien is het juist okay dat er een kredietcrisis is. Zo’n situatie draagt bij aan onze weerbaarheid. Als we dan iets van die weerbaarheid aan onze kinderen overdragen kunnen die zich later ook zonder pappie en mammie beter redden.
Een brugje naar de politiek mag hier natuurlijk niet ontbreken. Kindersprookjes plegen te eindigen met een “en zij leefden nog lang en gelukkig”. Dat gaat niet op voor politieke sprookjes. Die zijn volgens mij veel schadelijker voor de mensenziel. In verkiezingstijd speelt de politiek voor Sinterklaas. Daarna stopt ze je in de zak. Misschien moet ik daarover maar eens wat klachten indienen. Bij de Politieke Reclame Commissie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten