Nimmer Dor Nee en Bob Bouhijs beweren dat de Raad van State met haar uitspraak van 30 juli 2008 inzake Nimmer Dor een gerechtelijke dwaling heeft begaan (zie Gerechtelijke dwaling Nimmer Dor (vervolg) .)
Die bewering wordt onderbouwd door een aantal documenten op de website van Nimmer Dor Nee.
Ik heb die documenten en de bijbehorende toelichting doorgenomen en ik kom tot de conclusie dat het toch iets anders ligt.
Volgens mij hebben Nimmer Dor Nee en de Stichting A7 een cruciale strategische fout gemaakt door gezamenlijk bij de Raad van State in beroep te gaan. Daar kom ik verderop in mijn betoog op terug. Ik ben geen advocaat en heb onvoldoende kennis van wet- en regelgeving dus ik moet het hebben van de logica, de deductie van feiten zoals ik die waarneem. Bob zal me ongetwijfeld van repliek dienen.
De feiten op een rijtje:
Op 17 april 2007 heeft de Stichting A7 een bezwaarschrift ingediend tegen het besluit van de provincie Gelderland Commissie voor vergunningverlening voor project Nimmer Dor. De bezwaren van de Stichting A7 zijn op 17 april 2007 door de Commissie Bezwaar en Beroep van Gelderland beoordeeld en door de provincie verworpen.
Op 16 maart 2007 heeft de advocaat van de “Omwonenden Nimmer Dor” eveneens een bezwaarschift tegen datzelfde besluit van de provincie ingediend. Dat bezwaarschrift is niet behandeld omdat de “Omwonenden Nimmer Dor” door de Provincie Gelderland niet-ontvankelijk zijn verklaard.
Op 30 juli 2008 is het gezamenlijke beroep van de Stichting A7 en de “Omwonenden Nimmer Dor” door de Raad van State behandeld.
De Stichting A7 was in beroep gegaan op inhoudelijke gronden. Deze zijn verwoord in het Beroepsschrift A7, een samenvatting van de bezwaren uit het eerdere bezwaarschrift. De “Omwonenden Nimmer Dor” waren in beroep gegaan tegen de niet-ontvankelijk verklaring van de provincie Gelderland.
Nogmaals: De Stichting A7 en Nimmer Dor Nee zijn gezamenlijk in beroep gegaan waarbij de Stichting A7 in haar beroepsschrift de inhoudelijke bezwaren voor haar rekening nam terwijl Nimmer Dor Nee de niet-ontvankelijk-verklaring, de procedurele kant, aanvocht. En in dat gezamenlijke zit ‘m de crux. De Raad van State ziet hen dan ook als gezamenlijke appellanten. En de Raad van State beoordeelt uitsluitend de beroepsschriften en niet de bezwaarschriften. Die komen daar helemaal niet aan de orde.
In de uitspraak staat dat ook letterlijk:
2.9...Nu evenwel hetgeen [appellanten sub 2] gezamenlijk in bezwaar hebben aangevoerd in het bestreden besluit inhoudelijk in voldoende mate is behandeld bij de bespreking van de door Stichting A7 ingediende bezwaren.....
Er is dus door Nimmer Dor Nee en de Stichting A7 (achteraf gezien) een strategische misrekening gemaakt.
Voor een goed begrip. Op de website van Nimmer Dor Nee wordt de bewering van juridische dwaling gestaafd met de volgende documenten:
1.Toelichting op de uitspraak
2.Het bezwaarschrift van A7
3.Het beroepschrift van A7
4.Het bezwaarschrift van de advocaat van de omwonenden
5.Het beroepschrift van de advocaat van de omwonenden
6.De uitspraak van de Raad van State
Nimmer Dor Nee stelt in de toelichting het volgende:
"Nog curieuzer is echter dat de Raad suggereert dat het bezwaar (en het beroep) van A7 inhoudelijk, op juridisch relevante punten, identiek was aan dat van de genoemde advocaat (zie het citaat). Een nadere analyse laat echter duidelijk zien dat dit niet het geval is. Hoewel een deel van de argumenten van A7 (document 2 en 3) ook terug te vinden zijn het bezwaarschrift van de advocaat, vinden we in zijn bezwaarschrift (document 4) ook nieuwe elementen. Het belangrijkste hiervan betreft de zogenaamde externe werking van de Natura 2000-gebieden. Aan de hand van Europese jurisprudentie wordt betoogd dat het beschermingsregime van deze gebieden verder reikt dan de gebieden zelf en ook geldt voor het plangebied Nimmer Dor. "
De Raad van State heeft de document 4 ( het bezwaarschrift van de advocaat van de omwonenden dd 16 maart 2007) helemaal niet in haar oordeel betrokken. De Raad van State beoordeelt alleen de beroepsschriften die door de Stichting A7 en Nimmer Dor Nee gezamenlijk bij de Raad van State ingebracht. De bezwaarschriften van 2007 (de documenten 2 en 4) die bij de provincie zijn ingediend waren in de beroepszaak bij de Raad van State helemaal niet relevant.
Nimmer Dor Nee had niet samen met de Stichting A7 bij de Raad van State in beroep moeten gaan maar apart. Dan was de niet-ontvankelijk verklaring ook vernietigd en dan had zich het volgende scenario ontwikkeld:
1. de provincie beoordeelt alsnog het bezwaarschrift van de advocaat van de “Omwonenden Nimmer Dor” van 16 maart 2007.
2. de provincie wijst het bezwaarschrift naar alle waarschijnlijkheid af.
3. Nimmer Dor Nee gaat op grond van die inhoudelijke bezwaren in beroep bij de Raad van State.
4. de Raad ooordeelt over de inhoudelijke bezwaren die Nimmer Dor Nee aanvoert, inclusief de Europese jurisprudentie.
De uitkomst is dan natuurlijk ook nog ongewis maar dan waren de inhoudelijke bezwaren van Nimmer Dor Nee wel allemaal aan de orde gekomen bij de Raad van State.
Makkelijk praten achteraf maar iemand heeft een strategische inschattingsfout gemaakt.
Je kunt in ieder geval niet volhouden dat de Raad van State een juridische dwaling heeft gemaakt.
Je zou eerder moeten spreken van een juridische misrekening door Nimmer Dor Nee.
Voor Nimmmer Dor Nee geen plezierige constatering maar volgens mij wel een juiste voorstelling van zaken.
Ik volg je weblog met veel belangstelling en over veel zaken zijn we het eens. Met betrekking tot de uitspraak van de Raad van State sla je nu echter behoorlijk de plank mis. Wanneer in de uitspraak de term ‘gezamenlijke bezwaren’ wordt gebezigd, betreft het de bezwaren die de omwonenden gezamenlijk middels hun advocaat hebben ingediend. Het gaat dus uitdrukkelijk niet om een samenwerkingsverband met A7. Er wordt door de Raad ook nergens gesuggereerd dat de omwonenden en A7 hun bezwaar- en beroepschriften collectief hebben ingediend. Het dossier toont juist expliciet dat A7 en de omwonenden in de procedure verschillende bezwaar- en beroepsschriften hebben geproduceerd. Het enige wat de Raad, onzes inziens ten onrechte, beweerd, is dat de inhoudelijke bezwaren van A7 en de omwonenden op relevante juridische aspecten niet van elkaar verschilden. Jouw interpretatie klopt dus niet.
BeantwoordenVerwijderenBob, zie mijn bericht van morgen!
BeantwoordenVerwijderen