Het was mijn bedoeling om deze week geen artikelen op Politiek Rheden te plaatsen maar de actualiteit besliste anders.
In december/januari heb ik samen met Adriaan Dolk aangifte gedaan tegen leden van de stuurgroep Hart van Dieren wegens schending van de geheimhoudingsplicht.
Zij brachten informatie naar buiten die onder de geheimhoudingsplicht viel.
Kennelijk vonden de bestuurders dat ze zelf boven de wet stonden want in een antwoord op een brief van mij werd ik er door het college van B&W op gewezen ik gehouden ben aan de geheimhoudingsplicht op straffe van vervolging obv artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht. Dat deed voor mij de deur dicht.
In de loop van dit jaar heeft de Rijksrecherche de aangifte onderzocht. Nu neemt het Openbaar Ministerie dat onderzoek over.
Bijgaand de tekst die ik heb gebruikt voor die aangifte.
----
Maandag 21 jan 2008, 10.00 uur, Politiebureau Beekstraat, Arnhem
Onderwerp: Aangifte schending geheimhoudingsplicht op grond van art 272 WvSr.
Het project Hart van Dieren is een infrastructuurproject in Dieren (Gld) van de provincie Gelderland en de gemeente Rheden. Het project staat onder leiding van een stuurgroep die gevormd wordt door gedeputeerden van de provincie Gelderland, wethouders van gemeente Rheden en de directie van ProRail. Gedeputeerde M. Van Haaren van de provincie Gelderland is voorzitter van deze stuurgroep.
Voor het project zijn businesscases opgesteld in 2005 en 2007. Deze businesscases vallen onder de geheimhoudingsplicht.
Als oud-raadslid van de gemeente Rheden (in de periode 2002-2006) en kennishebber van de businesscase 2005 ben ik gebonden aan de geheimhoudingsplicht op grond van de artikelen 25 en 55 van de Gemeentewet, artikel 10 lid 2b van de Wet Openbaarheid van Bestuur.
Op 11 september 2007 maakte de stuurgroep van Hart van Dieren publiek bekend dat er een tekort dreigt van ca. 40 miljoen euro.
Op 2 november 2007 geeft de stuurgroep in een persbericht en een bijbehorende verklaring uitleg over het geconstateerde tekort. Deze bijlage met de naam “Notitie Verklaring van het berekende tekort in de Business Case 2007 (€ 42,0 miljoen) t.o.v. het berekende tekort in de Business Case 2005 (€ 2,4 miljoen)” bevat informatie die is ontleend aan de businesscases 2005 en 2007.
Andere informatie in deze notitie is eveneens te herleiden tot de businesscase 2005. Daarnaast wordt op diverse plaatsen in de notitie aangegeven welke posten in de businesscase 2007 zijn verwerkt.
Hiermee overtreedt de stuurgroep de geheimhouding die aan alle kennishebbers van beide businesscases is opgelegd.
Naar aanleiding van dit persbericht dd 2 november 2007 en de bijbehoredne notitie heb ik op 6 november een brief aagetekend verstuurd naar het College van B&W van de gemeente Rheden, de voorzitter van de gemeenteraad van Rheden en de leden van de stuurgroep van Hart van Dieren. Waarin ik onder andere aangeef dat de leden van de stuurgroep de geheimhoudingsplciht overtreden. Tevens vraag ik om opheffing van de geheimhoudingsplicht. In totaal doe ik in de brief zes verzoeken om opheffeing van de geheimhoudingsplicht, openbaarmaking van de businesscases, de officiële besluiten tot geheimhouding en het in behandeling nemen van een klacht. (zie bijgevoegde brief - Brief Theo Kooijmans – Hart van Dieren dd 6 november 2007 tav vz Raad-BenW-Stuurgroep). De verzoeken om openbaarmaking werden gedaan met een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur.
Op 13 november 2007 ontving ik antwoord van het college van B&W. Mijn verzoeken om openbaarmaking cq opheffing van de geheimhoudingplicht werden alle afgewezen. (zie de betreffende bijlage).
Opvallend in deze brief is dat ik er op gewezen wordt dat ik gehouden ben aan de geheimhoudingsplicht op straffe van vervolging obv artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht.
Op 22 november 2007 ontving ik een brief van de klachtencoördinator van de gemeente Rheden waarin wordt aangegeven dat mijn klacht (zie mijn brief dd 6 november) niet in behandeling wordt genomen.(zie de betreffende bijlage)
Op 3 december 2007 ontving ik een brief van Gedeputeerde Staten van de Provincie Gelderland waarin gemeld wordt dat gedeputeerde staten zich geheel kunnen vinden in het antwoord van van het college van B&W van de gemeente Rheden dd 13 november 2007..
Op 10 december 2007 ontving ik een brief van het college van B&W van de gemeente Rheden waarin de besluiten tot geheimhouding van de Businesscases 2005 en 2007 nader worden toegelicht.
In een vergadering van de Commissie MEZ van Provinciale Staten op 28 nov. 2007, zegt de voorzitter van de stuurgroep, mevrouw Van Haaren als antwoord op een vraag over de veronderstelde schending van de geheimhouding, het volgende:
“….. wat de heer Leisink zegt over die verschillenverklaring - we hebben gepoogd om zoveel mogelijk wat uitleg naar buiten toe te geven en we hebben zelf ook in GS - geconfronteerd met wat is er nou geheim en wat kun je nu wél communiceren en hoe doe je dat dan - want u heeft helemaal gelijk wat u zegt, want zo staat het in de wet, dat klopt, maar dat betekent dat je dan ook helemaal niks meer naar buiten kunt communiceren, terwijl dat ongelooflijk lastig is om uit te leggen wat je doet – dat je doet wat je doet.” Einde citaat (geluidsfragment beschikbaar)
Op grond van bovenstaande informatie, mede verwijzend naar de voorbeeldfunctie van bestuurders in een openbaar ambt, doe ik aangifte van overtreding van art 272 WvSr door de voorzitter van de stuurgroep van het projekt Hart van Dieren, dan wel door de afzonderlijke leden van de stuurgroep, dan wel door de stuurgroep als geheel, danwel door leden van het college van B&W van de gemeente Rheden.
----------
Alle, meer dan 200, artikelen over Hart van Dieren zijn te vinden in het Dossier Hart van Dieren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten