Er werd wel meer weggekeken. Als toen de toelatingseisen
strikt zouden zijn toegepast dan zou ook Italië en België in de wachtkamer zijn
geplaatst. Maar ja, dat kon natuurlijk niet voor twee van de founding fathers van de EU.
Litouwen en Slovenië vroegen rond 2005 tegelijk toelating to de eurozone aan. In 2007 werd Slovenië toegelaten. Litouwen werd echter afgewezen. Litouwen scoorde met een begrotingstekort van 0,5 procent (grens maximaal 3 procent) en een staatsschuld van 20 procent (grens maximaal 60 procent) zeer veel beter dan de meeste andere eurolanden maar de inflatie in Litouwen was 0,03 procent. (driehonderdste procent) te hoog. Een gevolg van de (toendertijd) bloeiende Litouwse economie.
Hoe noem je dat ook alweer? O ja, Meten met twee maten!
De Grieken sjoemelden intussen vrolijk door maar konden vanaf
2008 de problemen niet meer onder tafel schuiven. Zij hebben een kettingreactie
op gang gebracht die niet meer te stoppen is. Volgens allerlei hotemetoten zal een
Griekse euro-exit geen grote gevolgen hebben voor de overige eurolanden. Maak
dat de kat maar wijs. Bij ieder negatief eurobericht schieten de rentes die Spanje en Italië op leningen moeten betalen
naar nieuwe records. Die landen kunnen het eigenlijk al niet meer bolwerken. Laat
staan als Griekenland uit de euro stapt.
De Litouwers zullen er niet rouwig om zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten