De
gemeenteraad van Rheden heeft afgelopen dinsdag in grote meerderheid ingestemd
met het bestemmingsplan Laag-Soeren Oost, in de hoop hiermee een stap richting
verwezenlijking van het bouwplan Nimmer Dor te zetten. Van de 23 raadsleden
stemden slechts drie tegen het plan. Opvallend, aangezien in de weken voor de
stemming in verschillende fracties evidente tegengeluiden waren te horen.
Het is hier niet de plaats de inhoudelijke discussie nogmaals over te doen. De argumenten tegen het plan heb ik veelvuldig in uiteenlopende gremia en in de media tot uiting gebracht. Ik laat ze hier dan ook achterwege. Interessanter is dat in de weken voorafgaand aan de stemming van imposante steun voor Nimmer Dor nog geen sprake was: bij veel raadsleden en -volgers bestond expliciete twijfel of openlijke weerzin.
De scepsis
inzake Nimmer Dor was in vier van de voorstemmende raadsfracties nadrukkelijk
aanwezig. Meerdere raadsleden en -volgers hebben deze aversie tegen het plan
aan mij persoonlijk laten blijken. Eén van hen had zich laten adviseren door
een woningmarkt-expert en was tot de slotsom gekomen dat het plan toch echt te
grootschalig was. Maar ook anderen - en ik heb het hier niet over een enkeling -
leverden nadrukkelijke kritiek.
Op het moment suprême was het echter tomeloos enthousiasme
dat de boventoon voerde. Slechts bij de GroenLinks-fractie kwam de verdeeldheid
expliciet aan de oppervlakte. Fractievoorzitter Constans Pos sprak van een
fractie die met zichzelf in de clinch had gelegen en over discussies die ‘hard
tegen hard’ gevoerd werden. Hij deed voor de stemming een hopeloze poging zijn
fractie op één lijn te krijgen door een schorsing aan te vragen, waarin hij
ongetwijfeld getracht heeft dissident Pieter Groenewoud tot fractiediscipline
te bewegen. Deze inspanning mislukte jammerlijk. Groenewoud bleef recht overeind
en hield vast aan de principes van GroenLinks. Hij beklemtoonde de gevaren van
Nimmer Dor voor de daar aanwezige steenuilen en stelde bovendien dat de raad
wellicht een bestemmingsplan vast ging stellen dat juridisch niet vast te
stellen is. Groenewoud stemde als enige van zijn fractie tegen het plan.
Naast
Groenewoud, stemde ook de SP-fractie tegen de bestemmingsplanwijziging. Evenals
Groenewoud, hield SP-raadslid Henk Molenaar een scherp betoog waarin hij uiteen
zette dat Nimmer Dor deel uitmaakt van een groene wig: de groene, nog niet
bebouwde, ruimte die zich volgens het streekplan tussen de dorpen van de
Veluwezoom bevindt. Hij vreesde voor een hellend vlak: indien Nimmer Dor
mogelijk is, wat zou dat in de toekomst betekenen voor andere bouwplannen in
groene wiggen?
D66-wethouder
König reageerde met nagenoeg identieke argumenten als enkele jaren terug de
provincie Gelderland nog had gedaan: Nimmer Dor ligt niet in een groene wig,
omdat het plan verwezenlijkt wordt achter reeds bestaande lintbebouwing,
waardoor de onbebouwde ruimte tussen de dorpen niet kleiner wordt. Een saillant
detail is dat zijn partijgenoot Martijn Leisink destijds als statenlid nog
expliciet stelling genomen heeft tegen deze interpretatie.
De vraag
blijft waarom de andere dissidenten zo stil bleven. Waarom lieten zij de vragen
over noodzaak en wenselijkheid van het plan achterwege? En waarom stemden zij
in met een plan dat niet strookte met hun eigen opvattingen? Was het politieke
druk uit de fractie? Of wellicht de angst voor schade aan partij of
persoonlijke reputatie?
Feit blijft
dat het plan met de vaststelling in de raad nog niet het levenslicht heeft
gezien. Er liggen nog vele juridische procedures open die de planvorming danig
kunnen belemmeren. Het slothoofdstuk van de tragedie Nimmer Dor moet nog worden
geschreven. Ik schrijf graag mee.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten