Door: Adriaan Dolk
In januari 2008 deden Theo Kooijmans en ik aangifte van schending van de geheimhouding rustend op de Businesscase 2005 door de voorzitter van de Stuurgroep van het projekt Hart van Dieren, dan wel door de afzonderlijke leden van de Stuurgroep, dan wel door de Stuurgroep als geheel. De geheimhoudingsplicht werd geschonden op 2 november 2007 toen de Stuurgroep een persbericht uitgaf (de zogenoemde Verschillenverklaring) waarin cijfers uit de Businesscase 2005 openbaar werden gemaakt.
Theo Kooijmans, voormalig raadslid, vroeg onmiddellijk na verschijnen van deze Verschillenverklaring toestemming aan de Provincie en aan de Gemeente Rheden om, in navolging van de Stuurgroep, van de geheimhoudingsplicht (rustend op de BC 2005) te worden ontheven.
Binnen veertien dagen ontving Kooijmans van zowel de Gemeente Rheden als van de Provincie Gelderland een brief waarin hem werd medegedeeld dat hij op straffe van vervolging volgens art 272 Wetboek van Strafrecht, gehouden was de geheimhoudingsplicht te handhaven. Voor het goede begrip: art. 272 WvStr geeft de mogelijkheid iemand te veroordelen tot max. 1 jaar gevangenisstraf of tot max. € 16.000 boete.
Deze arrogantie, onbeschaamd tentoongespreid door de door ons gekozen volksvertegenwoordigers, was voor mij aanleiding mij aan te sluiten bij het initiatief van Kooijmans om aangifte te doen van schending van de geheimhouding, rustend op de BC 2005.
In de aangifte is de schending van de geheimhoudingsplicht door de het publiceren van cijfers uit de BC 2005 in de Verschillenverklaring het enige onderwerp. Deze schending wordt nader toegelicht in de bijlagen van de aangifte. Eén van de bijlagen betreft een geluidsfragment uit een vergadering van de commissie MEZ (provincie), waarin de voorzitter van de Stuurgroep toegeeft dat zij weet dat zij in de fout is gegaan door de geheimhouding op de BC 2005 te schenden.
Na een periode van bijna een jaar (23 december 2008) geeft het Openbaar Ministerie een persbericht uit waarin is vermeld dat enige leden van de Stuurgroep zijn gehoord door de Rijksrecherche, waarna het OM concludeert dat er geen sprake is van schending van de geheimhouding omdat er op de “Verschillenverklaring” geen geheimhouding rustte.
Uit de tekst van het persbericht begrijp ik dat de Rijksrecherche een onderzoek heeft gedaan naar de vraag of de geheimhouding op de Verschillenverklaring is geschonden. Ja, zo schiet je wel lekker op in elf maanden. Kennelijk heeft de Rijksrecherche de aangifte niet goed gelezen en is met een verkeerde onderzoeksvraag het veld in gegaan. Ongetwijfeld heeft dat tot enige hilariteit geleid bij de stuurgroepleden die zijn gehoord en ernstig knikkend bevestigd hebben dat er op de Verschillenverklaring geen geheimhouding rustte.
Enfin, ik ben erg benieuwd naar de brief van het OM waarin zij mij een heldere uiteenzetting geeft waarom zij niet tot vervolging overgaat voor schending van de geheimhouding op de BC 2005.
Ongetwijfeld zal mij een mogelijkheid tot beroep worden toegestaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten