Door: Adriaan Dolk
Sinds de jaarwisseling toen via de pers het OM melding maakte geen vervolging in te stellen tegen de Stuurgroep Hart van Dieren wegens schending van geheimhouding heb ik niets meer van het OM mogen vernemen. Op de verschillenverklaring, waarmee de geheimhouding werd geschonden rustte geen geheimhouding, aldus het OM. Op zo’n merkwaardige gedachtengang van het OM mag je toch als eenvoudig burger wel enige toelichting verwachten, zou ik denken. Te meer omdat ik in de aangifte reeds had aangegeven geïnformeerd te willen worden over het verloop en de afdoening van de strafzaak.
Het bureau Hekkelman Advocaten & Notarissen te Arnhem (Hekkelman), die ik om raad vroeg in deze kwestie, zegt het volgende:
“Duidelijk is dat terzake BC 2005 en BC 2007 een geheimhoudingsplicht is opgelegd. Ook is duidelijk dat de verschillenverklaring niet alleen op indirecte wijze, maar ook directe gegevens, met name cijfers, uit BC 2005 en BC 2007 bevat. Jouw stellingname dat door publicatie van de verschillenverklaring de ten aanzien van die begrotingen opgelegde geheimhoudingsplicht is geschonden, acht ik dan ook volledig juist.”
Naar de mening van Hekkelman is de reden dat het OM tot haar conclusie is gekomen mede het gevolg van de wijze waarop aangifte is gedaan. De aangifte zou niet duidelijk genoeg zijn geformuleerd. Nooit geweten dat je voor een aangifte zelf ook al een jurist dient in te schakelen. Het staat mij bij dat het OM objectief dient te onderzoeken of er sprake is van een strafbaar feit. Het OM heeft als eerste opdracht om de waarheid te vinden. En daar hoort m.i. niet bij dat het OM naar lacunes zoekt in de formulering van de aangifte. Lange tanden om aan zo’n zaak te beginnen en de overheid te kijk te zetten, maar geen wetshandhaving; laat staan dat er sprake is van zorgvuldigheid enige integriteit hoog te houden.
In een verslag van de commissie MEZ (provincie) op 19 september 2007 staat vermeld dat er nog steeds onduidelijkheid heerst of na de persconferentie van de gedeputeerde (op 2 september 2007) de “vertrouwelijkheid”)* als opgeheven kan worden beschouwd. De commissie vraagt in ieder geval in het vervolg duidelijk aan te geven wanneer de vertrouwelijkheid wordt opgeheven. En dan staat er in het verslag: “Gisteren is in ieder geval de vertrouwelijkheid opgeheven.”
Dat moet dan op 18 september 2007 zijn geweest. Maar er was op die dag geen Stuurgroepvergadering en de Gemeenteraad van Rheden heeft de geheimhouding op BC 2005 pas een jaar later (2 september 2008) opgeheven.
Over welk besluit op 18 september 2007 het ook moge gaan en door wie dat besluit ook moge zijn genomen, het lijkt mij in ieder geval geen rechtsgeldig besluit. Die geheimhouding is namelijk opgelegd op grond van de artikelen 25 en 55 van de Gemeentewet en art 10 lid 2 van de Wet openbaarheid van bestuur en kan slechts door de Gemeenteraad worden opgeheven; en dan nog niet eens eenzijdig alleen door de Gemeenteraad staat er in een brief van B&W Rheden d.d. 4 februari 2008. Het lijkt mij dus uitermate onwaarschijnlijk dat een eenzijdig besluit van welk bestuurlijk orgaan dan ook die geheimhouding wel zou kunnen opheffen.
Hekkelman raadt mij echter af in beklag te gaan tegen de beslissing van het OM; ook omdat zij niet verwachten dat ik opzet van de Stuurgroep bij de schending van de geheimhouding kan aantonen.
Wat betreft wel of geen opzet is de uitspraak van de voorzitter van de Stuurgroep interessant waarin zij, sprekend over de schending van de geheimhouding door de verschillenverklaring, letterlijk zegt:
“We hebben gepoogd om zoveel mogelijk uitleg naar buiten toe te geven en we hebben zelf ook in GS – geconfronteerd met wat is nou geheim en wat kun je nu wél communiceren en hoe doe je dat dan – want u heeft helemaal gelijk wat u zegt, want zo staat het in de wet, dat klopt, maar dat betekent ook dat je helemaal niet meer naar buiten kunt communiceren, terwijl dat ongelooflijk lastig is om uit te leggen wat je doet.”
Mijn vertaling luidt: Ik weet dat ik geen fiets mag stelen want zo staat het in de wet, maar ja anders moest ik zo’n eind lopen.
Is hier nu sprake van opzet? Nou en of, lijkt mij. Hier is een bestuurder aan het woord die met andere bestuurders heeft overlegd of de geheimhouding kan worden verbroken en omdat het zo lastig communiceren is rekening houdend met geheimhouding wordt de geheimhouding maar verbroken. Je mag zonder meer aannemen dat deze bestuurders bewust en met kennis van de gevolgen van hun daad de geheimhouding hebben geschonden. Hoe kunnen zij zo dom zijn, vraagt u? Dat heet arrogantie in optima forma. Wie maakt ons wat. Nee hoor, bij al deze doorgewinterde en door de wol geverfde politici kwam het in de verste verte niet op dat zij door publicatie van de verschillenverklaring de geheimhouding zouden schenden. Kom nou, hoogst ongeloofwaardig van onze bestuurders met een voorbeeldfunctie.
Toch volg ik de raad van Hekkelman op. Het zou me een klein vermogen kosten om met juristen mijn gelijk te halen tegen de overheid. De middelen die hen ter beschikking zijn gesteld door de belastingbetaler worden in ruime mate door hen ingezet om dezelfde belastingbetaler het bos in te sturen.
Waarom dan toch dat vraagteken achter het woord Slot in de titel van dit stukje? Ik geloof in het rechtsgevoel van mijn medeburgers en je weet nooit hoe een balletje kan rollen.
Adriaan Dolk, Dieren
)* Bij de Provincie en in de Stuurgroep wordt konsekwent over vertrouwelijkheid gesproken, terwijl de gemeente het even konsekwent over geheimhouding heeft.
Zie ook eerdere berichten over dit onderwerp in het Dossier Hart van Dieren/Traverse Dieren 2006-2008.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten