Door: Joop Zijlstra
In wat nog rest van ons gezin in oorlogstijd gedenken wij de doden.
We glimlachen die avond ook over de SS-ers en Wehrmachtsoldaten die onze vader en oudste broers niet te pakken konden respectievelijk wilden krijgen. Anderen in de omgeving hadden minder geluk en vonden de dood.
We hebben ook de feestelijkheden weer achter de rug. Koninginnedag, andere ‘koninklijke luister’ en het volkse gejuich. We bespreken kritische noten in kranten van hier en daar; we lachen om de grappen van Youp van ’t Hek op het achterblad van een avondkrant, en die van zijn collega’s in andere bladen. Ik zeg mijn broer en zus en echtgenoten dat ik mij inleef in mevrouw Van Amsberg-von Lippe. Wat gaat er door haar heen?
Zij weet met haar lange ervaring hoe het is in de politiek. Zij heeft beslist kennis van hoe het er werkelijk uitziet in de wereld.
Ik zeg, mij zou het niet verbazen als zij instemt met het initiatief in de Tweede Kamer richting ceremonieel koningschap. Mij zou het niet verbazen als mettertijd zou blijken dat die actie van haarzelf is uitgegaan!
Het zou me zelfs niet verbazen als haar denken verder gaat: er moet een einde komen aan die erfelijke functie van staatshoofd. Haar inkomen is een te gemakkelijk excuus voor de hebzucht van anderen, die niet van haar niveau zijn. Dat moet toch afgelopen zijn, denkt ze.
‘Dit kan niet langer en ik moet daarin het initiatief nemen. Wat te doen?’
Ze vreest haar behoudzuchtige raadgevers, die om eigen gewin haar zullen afhouden van de enig reële stap in deze tijd op haar terrein.
Als zij met de regering zou overleggen over haar voornemen om de staatsvorm in Nederland grondig te wijzigen zal hetzelfde gebeuren.
Men zal zeggen ‘Majesteit, het volk moet u wel kunnen bijbenen’ en ‘het volk wil brood èn spelen’. (Maar ik hoor hen dénken: ‘men moet wel op onze partij blijven stemmen’ en ‘hoe behoud ik mijn positie’.)
Men zal mevrouw Van Amsberg-von Lippe, in feodaal en partijpolitiek denken, proberen af te houden van haar voornemen.
Als ik haar zou moeten raden, zeg ik: ‘Mevrouw, spreek er niet over met uw raadgevers, overleg niet met politieke leiders. Doet u dat vooral niet. Als u advies inwint zal het immers wel gaan zoals ik hierboven beschrijf.’
Daarom, mevrouw, volg uw eigen spoor. Doe wat u denkt dat goed is.
U hoeft ‘Youp’ niet te lezen en de commentaren. U weet het zelf wel.
U kent het wereldtoneel, getuige ook de lichte spot die ik vaak om uw lippen zie spelen.
Neem zelf het initiatief. Maak gewoon uw aftreden bekend, morgen al bij wijze van spreken. Breng uw wens naar voren om de staatsvorm in Nederland te wijzigingen in echt democratische zin. U biedt aan om in de tijd die nodig is om een en ander ambtelijk en bestuurlijk te regelen, waarnemend staatshoofd te zijn.
Wees uw tijd vooruit. Temidden van weifelaars bent u de enige die een stap van werkelijke betekenis kan zetten. U zult zich een unieke plaats veroveren in de wereld; u bent het teken: presidenten van elders, maakt uw positie niet erfelijk. Dat voert tot onmenselijkheden. Dat is uit de tijd.
J. Zijlstra te Ellecom, 5 mei 2011.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten