Door: Bob Bouhuijs
Tendentieuze opinievorming. Zo kan het artikel dat
Machiel Wetselaar onlangs over het Soerense bouwplan Nimmer Dor op deze weblog
publiceerde getypeerd worden. Met enkele impressionistische streken schildert
hij een beeld waarin een handvol nimby’s vanuit zelfzuchtige motieven een niet
aflatende strijd voert tegen een bouwproject dat niet slechts door het
leeuwendeel van de Soerenaren gewenst wordt, maar ook een weldaad voor de
dorpsgemeenschap zal zijn. Een nadere beschouwing laat echter zien dat de
werkelijkheid er veel genuanceerder uitziet dan Wetselaars schets doet
voorkomen.
Wetselaars artikel is met name een frontale aanval op de
tegenstanders van het bouwplan die zich verenigd hebben in de Stichting
NimmerdorNee, een stichting waarvan ik het voorzitterschap vervul. De leden en
sympathisanten van deze stichting bestaan volgens hem louter uit nimby’s die
alles in het werk stellen om iedere vorm van woningbouw op Nimmer Dor te
belemmeren. Hierin tekent zich de eerste fundamentele onwaarheid in Wetselaars
betoog af. Een korte historische terugblik verschaft enig inzicht.
Na het aantreden van het huidige college van B&W werd
al snel duidelijk dat wethouder Ron König het bouwplan een nieuwe kans wilde
bieden en de helft van het oorspronkelijke plangebied voor woningbouw wilde
reserveren. In gesprekken tussen König en afgevaardigden van de commissie
Nimmer Dor van Soerens Belang, het IVN en NimmerdorNee heb ik al in een pril
stadium benadrukt niet iedere vorm van woningbouw op Nimmer Dor af te wijzen.
Bij de ontwikkeling van een mogelijk nieuw project diende mijns inziens
rekening gehouden te worden met de landschappelijke en ecologische waarden van
het gebied, de woningbehoefte, de belangen van de omwonenden en de
verkeersveiligheid.
Ik heb toen ook gesteld dat een plan dat uitgaat van de
bouw van 60 woningen te zeer zou contrasteren met het landelijke karakter van
het omliggende gebied en te sterk zou indruisen tegen de belangen van de
omwonenden. Met de realisatie van een dergelijk plan, 60 woningen op de helft
van het plangebied, zouden immers minstens zo grote dichtheden worden bereikt
dan in het oorspronkelijke plan. Bovendien vroeg ik me af of totstandkoming van
dit project de lokale woningbehoefte op de langere termijn niet zou
overschrijden.
Het college van B&W koos uiteindelijk voor een planinvulling
van zo’n 60 woningen. Redenerend vanuit het bovenstaande is het natuurlijk niet
vreemd dat mijn medestanders en ik mogelijke juridische stappen tegen het plan
gingen onderzoeken. Dat Wetselaar zich niet kan vinden in mijn analyse en
afweging is uiteraard zijn goed recht. Gezien het feit dat hij aanwezig was bij
de hierboven genoemde gesprekken, vraag ik me wel af waarom hij beweert dat
NimmerdorNee tegen is en altijd tegen zal blijven. Het moge duidelijk zijn: Niets
blijkt minder waar.
Evenmin is Wetselaars pleidooi voor het huidige project erg
overtuigend. Hij brengt het aloude argument in stelling dat woningbouw de
leefbaarheid van het dorp ten goede komt, omdat de school en het
verenigingsleven hierdoor weer levensvatbaar worden. Of dit werkelijk zo is,
valt zeer te betwijfelen. In de afgelopen jaren heb ik op deze weblog meermalen
getoond dat de gemeenten Rheden en Brummen in de toekomst waarschijnlijk
getroffen zullen worden door bevolkings- en huishoudenskrimp. Voorts heb ik
gebruikmakend van het rapport Bevolkingsdaling
beargumenteerd dat dorpen die door deze verschijnselen worden
geconfronteerd niet geholpen zijn met (grootschalige) woningbouw, maar zich
moeten instellen op de demografische krimp. Met name concurrentie tussen
verschillende gemeenten om inwoners - Brummen en Rheden zijn expliciete
voorbeelden hiervan -, kan uiteindelijk ongunstig uitpakken voor deze gemeenten.
Het onderhavige rapport laat aan helderheid niets te wensen over:
‘Bestuurlijke ontkenning van en verzet tegen daling van
het aantal inwoners zijn – hoewel begrijpelijk – uiteindelijk nadelig voor de
betreffende gemeenten en regio’s. Het leidt tot oneigenlijke concurrentie
tussen gemeenten om inwoners. Energie, tijd en middelen die geïnvesteerd worden
in ontkenning zijn niet beschikbaar voor het organiseren van adequate reacties
op bevolkingsdaling. De wens en het streven om het bestaande
voorzieningenniveau vast te houden, legt een te groot beslag op de beschikbare
middelen en blokkeert zo de weg voor nieuwe ontwikkelingen.’
Het is teleurstellend dat Wetselaar heeft nagelaten zich
te verdiepen in deze achtergronden.
Ten slotte meent Wetselaar dat het verzet tegen het
bouwplan zich beperkt tot een zeer kleine groep van tien tot vijftien personen
en dat de meerderheid van de Soerense bevolking zich achter het conceptbestemmingsplan
heeft geschaard. Ook hier domineert het wensdenken.
Uit eerder onderzoek dat is uitgevoerd in opdracht van de
gemeente Rheden bleek dat een kwart van de Soerenaren niets ziet in enige
woningbouw in Laag Soeren. Dit kan betekenen dat een groter deel het
voorliggende plan te grootschalig vindt, maar zich wel zou kunnen vinden in een
kleiner plan. Hoe groot het deel van de Soeraneren is dat het voorliggende plan
steunt, is nooit onderzocht. De stellige uitspraak van Wetselaar hierover is
dan ook uit de lucht gegrepen.
Wel is duidelijk dat anderen dan de direct omwonenden
kritiek hebben op (delen van) het plan. Zo heeft de raadsfractie van de SP
tegen het Nota van Uitgangspunten inzake Nimmer Dor gestemd. Op de website van
de SP is te zien dat de argumentatie van deze partij grotendeels overeenkomt
met mijn redenering. Verder hoor ik dat ook binnen andere partijen de kritiek
op het plan groeit. Met name de uitvoerbaarheid ervan in het huidige
tijdgewricht zou hierbij meespelen. Verder heeft het IVN zich kritisch uitgelaten
over de omgang van de gemeente met de steenuilenpopulatie op het plangebied.
Tot slot ontmoet ik Soerenaren die sceptisch staan tegenover de huidige
planinvulling. Zij wijzen bijvoorbeeld op de malaise op de woningmarkt en
denken reeds in de richting van een alternatieve uitwerking.
De
feitenvrije benadering waarvoor Wetselaar in zijn artikel kiest, bemoeilijkt
het voeren van een genuanceerde discussie. Het aantal ongemotiveerde beweringen
is domweg te groot om ze systematisch te weerleggen. Dat is wat spijtig, want
op zich waardeer ik het dat hij zonder zijn identiteit te verhullen
participeert in het publieke debat over Nimmer Dor.
Hallo Bob,
BeantwoordenVerwijderenJe verwijst in dit stuk naar "eerder onderzoek dat in opdracht van de gemeente Rheden" is uitgevoerd.
Ik ben geïnteresseerd in dat onderzoek. Zou je mij door willen geven op welk onderzoek je doelt?
Alvast bedankt voor je reactie.
Ilona Ozinga.
Hoi Ilona,
BeantwoordenVerwijderenHet betreft het onderzoek Peiling draagvlak Nimmer Dor, uit 2010. Hierin staat dat 23 procent van de Soerenaren tegen verdere woningbouw in Laag-Soeren is, 77 procent is voor. Hieruit kan echter niet geconcludeerd worden dat deze 77 procent voor het huidige plan Nimmer Dor is. Hier is namelijk niet naar gevraagd.
Er is wel gevraagd of de respondenten 120 woningen of 65 woningen meer passend vonden. 72 procent vond het kleinere aantal meer passend. De vraag naar nog kleinere aantallen, bijv. 20, 30 of 40 woningen, is niet voorgelegd; m.i. een hiaat in het onderzoek.
Mocht je de peiling zelf willen hebben, laat het dan even weten via mail of telefoon.
Groeten,
Bob
Dank voor je reactie. Ik neem contact op.
BeantwoordenVerwijderenIlona Ozinga.