Over gemeenten is het volgende in het programma te vinden:
·
Herindeling
van gemeenten kan alleen als dit het belang dient van de burgers. Dit gebeurt
voortaan alleen als de inwoners van de gemeenten daarmee instemmen,
bijvoorbeeld via een referendum.
·
Dingen
dubbel doen is zinloos en duur. Daarom verminderen we de overlap van
bestuurslagen in ons land. We maken de provincies, als bestuurslaag tussen Rijk
en gemeente, eenvoudiger, efficiënter en democratischer. De waterschappen
brengen we onder bij de provincies. Bestuursregio’s heffen we op, omdat burgers
hier nauwelijks inspraak hebben. Deelgemeenten heffen we eveneens op, ten
gunste van betere manieren om burgers te betrekken bij de organisatie van hun
eigen buurt. Op alle niveaus bevorderen we het schrappen van onnodige
bureaucratische rompslomp.
·
Het aantal
dure externe medewerkers van ministeries, provincies en gemeenten wordt
drastisch verminderd. De uitgaven aan externen mogen niet meer zijn dan tien
procent van de personeelskosten.
·
We pakken
segregatie aan, door veel meer in te zetten op gemengde buurten en gemengde
scholen. Wij willen dat kinderen samen naar school gaan en niet apart. We
helpen scholen en gemeenten om zo veel en zo snel mogelijk gemengde scholen te
krijgen. Ze maken daartoe een plan, met betere voorlichting aan ouders over de
schoolkeuze, een vast aanmeldmoment voor kinderen en maximering van de
onderwijsbijdragen. Waar dat kan werken we met dubbele inschrijflijsten, voor
leerlingen met en zonder achterstand.
·
Asielzoekers
die niet als vluchteling worden erkend en van wie is vastgesteld dat zij geen
bescherming nodig hebben, behoren terug te keren. Uitgeprocedeerde asielzoekers
houden recht op opvang zolang zij actief bezig zijn met de voorbereiding van
hun terugkeer. Wie buiten zijn schuld ons land niet kan verlaten wordt niet op
straat gezet en krijgt een tijdelijke verblijfsvergunning. Als terugkeer
langdurig onmogelijk is, kan deze worden omgezet in een permanente
verblijfsstatus. Ook wordt de buitenschuldverklaring ruimhartiger toegepast.
Gemeenten hebben het recht om noodopvang te bieden, het Rijk zorgt daarbij voor
financiële middelen. De strafbaarheid van illegaal verblijf schaffen we weer
af.
Gemeenten krijgen meer
mogelijkheden om mensen aan het werk te helpen.
·
Tegengaan
van armoede kan het beste door het bieden van fatsoenlijk werk tegen fatsoenlijk
loon, het voorkomen van werkloosheid en door een solidair stelsel van sociale
zekerheid. Door vroegtijdig hulp te bieden als armoede dreigt kan grotere
ellende vaak worden vermeden. Gemeenten krijgen meer mogelijkheden om armoede
te voorkomen en te bestrijden, schulden te saneren en te voorkomen dat kinderen
opgroeien in armoede. Het geld voor gemeentelijke armoedebestrijding en
schuldhulpverlening dient daar ook daadwerkelijk voor te worden gebruikt. De
wettelijk vastgestelde begrenzing van maximaal 110 procent van het sociaal
minimum om toegelaten te worden tot het minimumbeleid wordt verruimd naar 120
procent. Daardoor kunnen meer mensen deelnemen aan gemeentelijke regelingen en
voorzieningen en culturele en sportactiviteiten.
·
Er komt een
einde aan grootschalige, commerciële re-integratiepraktijken. Gemeenten kunnen
dere-integratie veel beter in eigen beheer doen. Voor specifieke groepen die
speciale begeleiding nodig hebben, kunnen gemeenten diensten van
gespecialiseerde bedrijven inschakelen.
·
Gemeenten
krijgen meer mogelijkheden om gemeentelijke leerwerkbedrijven op te richten om
mensen die (nog) geen werk kunnen vinden scholing en praktijkervaring te
bieden, tegen een eerlijk loon. De gemeentelijke leerwerkbedrijven kunnen
mensen die niet direct op eigen kracht een reguliere baan kunnen krijgen een
publieke baan aanbieden, tegen een eerlijk loon. Gemeenten krijgen meer mogelijkheden
om bij aanbestedingen voorwaarden te stellen voor banen voor werkzoekenden.
·
Gemeenten
worden verantwoordelijk voor een sluitend vangnet van opvangvoorzieningen voor
dak- en thuislozen, begeleide woonplekken en werkprojecten. Ontslag uit een
psychiatrische of justitiële inrichting wordt gekoppeld aan opvang en
begeleiding.
·
Kinderopvang
dient betaalbaar te zijn en van goede kwaliteit. Het toezicht op de opvang
wordt verbeterd en ouders krijgen meer rechten en meer inspraak in de kwaliteit
en de kosten van de kinderopvang. Kinderopvangorganisaties worden regelmatig
geïnspecteerd en de adviezen van de inspecteurs van gemeentelijke of
gemeenschappelijke gezondheidsdiensten (GGD) worden door de gemeenten nageleefd.
·
In plaats
van de AWBZ uit te kleden, gaan we de zorgzwaartepakketten omvormen tot betere
betaalvormen, op basis van zorgvraag, personeelsbezetting en omgevingseisen.
Gemeenten krijgen meer invloed op de organisatie van de zorg, zonder dat we
zorgtaken overhevelen.
·
Gemeentelijke
zorg wordt versterkt, mensen die werken in de huishoudelijke verzorging
verdienen een beter salaris. Om dat te garanderen maken we gebruik van de
mogelijkheden van de wet Leijten/Kant over reële basistarieven in de WMO en
gaan we een minimale zorgwaardering van FWG15 voor huishoudelijk verzorgenden
wettelijk vastleggen. Geld dat gemeenten krijgen voor zorgtaken geven zij niet uit
aan andere zaken.
·
De
invoering van de nationale politie mag niet ten koste gaan van de zeggenschap
van gemeentenover de lokale veiligheid. Met kleinschalige politieposten in de
buurt brengen we de politie dichter bij huis. Wijkagenten zetten we niet meer
in voor andere politietaken, hun plek is in de buurt. Steeds vaker worden
politietaken gedaan door bijzondere opsporingsambtenaren of particuliere
beveiligers zonder de juiste opleiding en bevoegdheden. Politietaken laten we
niet over aan particuliere beveiligers. Bijzondere opsporingsambtenaren worden
veel meer de ogen en oren van de reguliere politie.
·
Gemeenten
blijven verantwoordelijk voor de bouw en het onderhoud van schoolgebouwen. De
financiële middelen voor onderwijshuisvesting blijven lopen via de gemeenten.
·
We helpen
scholen en gemeenten om zo veel en zo snel mogelijk gemengde scholen te
krijgen, met kinderen van verschillende afkomst. Ze maken daartoe een plan, met
betere voorlichting aan ouders over de schoolkeuze, een vast aanmeldmoment voor
kinderen en maximering van de onderwijsbijdragen. Waar dat kan werken we met
dubbele inschrijflijsten, voor leerlingen met en zonder achterstand.
De bouw is belangrijk voor
Nederland, maar voor zakkenvullers is geen plaats meer. Wel voor meer innovatie
en duurzame bouw. Met veel mensen op een kleine ruimte heeft Nederland een
sterke traditie om zaken zo goed mogelijk af te stemmen. Maar die traditie
staat onder druk: lange linten met kantoren en bedrijven omzomen snelwegen, het
Groene Hart wordt aan alle kanten aangevreten en gemeenten steken zich zwaar in
de schulden door overmatige activiteit op de grondmarkt. Dure villa’s
verdringen caravans en campings en mensen worden in onzekerheid gelaten over
het gebruik van recreatiewoningen. Op sommige plaatsen is tekort aan ruimte,
andere delen van Nederland dreigen juist leeg te lopen.
·
Gemeenten
en woningcorporaties maken in samenspraak met huurdersorganisaties
prestatieafspraken over nieuwbouw, onderhoud van woningen en de leefbaarheid
van de buurt. Daarin wordt ook geregeld dat voldoende sociale huurwoningen
beschikbaar blijven. We willen betaalbare woningen voor ouderen in bestaande
wijken, zodat mensen op latere leeftijd in hun eigen wijk kunnen blijven wonen.
·
Overal waar
woningnood is, gaan gemeenten de leegstand bestrijden. De Wet kraken en
leegstand wordt herzien en aangepast. De maximale termijn voor tijdelijke
verhuur wordt teruggedraaid naar vijf jaar.
·
Gemeenten
worden verantwoordelijk voor een sluitend vangnet van opvangvoorzieningen voor
dak- en thuislozen, begeleide woonplekken en werkprojecten. Ontslag uit een
psychiatrische of justitiële inrichting wordt gekoppeld aan opvang en
begeleiding.
·
We willen
zo veel mogelijk werk in de krimpgebieden behouden. Samen met gemeenten in
krimpregio’s wordt actief gezocht naar nieuwe strategieën om voorzieningen als
winkels, scholen, zorginstellingen, het gemeenteloket en de bibliotheek
bereikbaar te houden, ook voor mensen die geen auto hebben.
·
Krimpregio’s
hebben bijzondere problemen, maar bieden ook nieuwe kansen. Provincies bewaken
dat gemeenten in krimpregio’s een gezamenlijke planning maken voor de bouw en
sloop van woningen, kantoren en bedrijventerreinen en maatschappelijke
voorzieningen, zodat ze elkaar versterken in plaats van beconcurreren.
·
De overheid
zorgt voor een zorgvuldig welstandstoezicht en monumentenbeleid. Het wordt
verplicht om gebieden in de directe omgeving van rijksmonumenten in een
gemeentelijke welstandsnota op te nemen. Het beleid om monumenten in eigendom
van het Rijk met primair een erfgoedfunctie af te stoten wordt stopgezet.
·
Rioolbeheer
(een gemeentelijke taak) en afvalwaterzuiveringen (door het waterschap) worden
samengevoegd in regionale nutsbedrijven. Dat levert een aanzienlijke besparing
op. Op langere termijn zouden deze nutsbedrijven kunnen fuseren met de
drinkwaterbedrijven in de regio tot brede publieke waterbedrijven.
·
Er komt
geen forensentaks. De verplichte aanbesteding in het openbaar vervoer wordt
afgeschaft. Provincies en gemeenten krijgen de mogelijkheid om het stads- en
streekvervoer door een eigen nutsbedrijf te laten verzorgen. Er komen
landelijke basisafspraken over de prestatie-eisen in het stads- en streekvervoer.
·
We maken
een einde aan de wildwestpraktijken op de taximarkt. De gemeenten krijgen de
mogelijkheid om een maximum aantal taxibedrijven toe te laten. Er komen eisen
voor de kwaliteit van de taxichauffeurs.
·
Bestrijden
van armoede onder kinderen krijgt prioriteit. Gemeenten krijgen meer
mogelijkheden om armoede te bestrijden, schulden te saneren en te voorkomen dat
kinderen opgroeien in armoede. Het geld voor gemeentelijke armoedebestrijding
en schuldhulpverlening dient daar ook daadwerkelijk voor te worden gebruikt. De
kinderbijslag wordt inkomensafhankelijk en vervalt voor gezinnen met de hoogste inkomens.
·
Kinderopvang
dient betaalbaar te zijn en van goede kwaliteit. Het toezicht op de opvang
wordt verbeterd en ouders krijgen meer rechten en meer inspraak in de kwaliteit
en de kosten van de kinderopvang. Kinderopvangorganisaties worden regelmatig
geïnspecteerd en de adviezen van de GGDinspecteurs worden door de gemeenten
nageleefd.
·
Indien
nodig wordt jeugdzorg snel en dicht bij het kind en het gezin geboden. Jeugdzorg
gaat waar mogelijk naar de gemeenten. Ouders kunnen hulp vinden bij
laagdrempelige centra in de wijk. Wanneer gespecialiseerde zorg nodig is wordt
direct doorverwezen. De bureaucratie en de indicaties in de jeugdzorg worden
tot een absoluut minimum beperkt. Onnodige regels en voorschriften worden geschrapt.
De mogelijkheden voor jeugdhulpverleners om jongeren ook na hun 18e te blijven begeleiden en nazorg te bieden worden
verruimd.
·
Mantelzorgers,
partners of kinderen van thuiswonende ouderen, worden actiever ondersteund om
het thuis wonen langer vol te houden. Mensen met dementie krijgen een vast
aanspreekpunt, één persoon die voor hen zaken regelt (‘casemanager’). Gemeenten
worden gestimuleerd om een actiever mantelzorgbeleid te
voeren.
·
Discriminatie
en achterstelling van lesbo’s, homo’s, bi- en transseksuelen (LHBT) tolereren
we nooit. Dat betekent ook dat het weigeren of hinderen van leraren en
leerlingen vanwege seksuele geaardheid of identiteit, absoluut niet kan.
Weigerambtenaren staan we niet toe. Mensen van hetzelfde geslacht moeten in
elke gemeente kunnen trouwen. Geweld tegen leden van de LHBT-gemeenschappen
wordt altijd door politie en Openbaar Ministerie aangepakt.
·
De netbeheerders
blijven volledig publieke bedrijven, de winstuitkeringen aan de aandeelhouders (gemeenten
en provincies) worden aan banden gelegd.
·
Om de
gezondheidsrisico’s van de intensieve veehouderij te beperken wordt een maximum
gesteld aan de hoeveelheid schadelijke stoffen (‘endotoxinen’) die de lucht mag
bevatten, gecombineerd met een afstandsnorm. Gemeenten krijgen meer wettelijke
mogelijkheden om op basis van gezondheidsrisico’s ongewenste uitbreidingen in
de veehouderij tegen te gaan. Er komt een compensatieregeling voor slachtoffers
van Q-koorts.
·
Er is een
wanverhouding tussen het aantal journalisten en het aantal voorlichters. Daarom
gaan we het aantal communicatiemedewerkers bij ministeries, provincies en
gemeenten verminderen.
Hmmm…hoe
gaan we dat allemaal financieren? In Keuzes in Kaart is bovenstaande niet
specifiek terug te vinden.
Ook
hier geldt dat er meer maatregelen
van invloed zijn op het functioneren van gemeenten maar onderstaande punten
zijn direct aanwijsbaar.
·
Bij het lokaal bestuur wil
de SP 1,2 mld euro korten op het gemeente- en provinciefonds.
·
De verhogingen van de eigen
bijdragen in de jeugdzorg en in de tweedelijns GGZ worden teruggedraaid. De
overheveling van de jeugdzorg naar gemeenten wordt gedeeltelijk teruggedraaid.
Een intensivering van 0,3 mld euro.
·
De SP stelt een
milieunormering voor ten aanzien van de hoeveelheid endotoxinen die de lucht
mag bevatten. Gemeenten krijgen meer wettelijke mogelijkheden om op basis van normoverschrijding
uitbreidingen in intensieve veehouderij tegen te gaan. Deze maatregel is
gericht op menselijke gezondheid en heeft waarschijnlijk geen effecten op
biodiversiteit.
Voor meer informatie
verwijs ik naar Keuzes in Kaart 2013-2017 en het verkiezingsprogramma van de
SP.
================================================
Wat wil de andere politieke partijen met de gemeente?
VVD , PvdA, PVV, CDA, SP, D66, GroenLinks, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, DPK, 50Plus , VVD Revisited
================================================
Geen opmerkingen:
Een reactie posten