De Gelderse statenfracties van D66 en de SP blijven Gedeputeerde Staten op de huid zitten.
D66 had in februari gevraagd om de Businesscase 2005 openbaar te maken maar daar is nog niet op gereageerd. Omdat een antwoord uitblijft zijn nieuwe vragen ingediend.
Er wordt ook gevraagd of er mogelijk specifiek Rhedense oorzaken voor de geheimhouding zijn. Het is ook vreemde boel in Rheden. Het interne onderzoeksrapport van de stuurgroep en de reacties en adviezen van de stuurgroep op datzelfde rapport zijn in Rheden nog steeds niet aan de orde geweest. Of krijgen we daar vandaag uitsluitsel over? Bij de publicatie van het resultaat van het externe raadsonderzoek, het Lysias-rapport.
Bijgaand de vragen.
------------------------------------------------
datum: 7 april 2008
van: Martijn Leisink (D66) en Eric van Kaathoven (SP)
onderwerp: Geheimhouding Business Case 2005
Inleiding
Op 19 februari hebben Gedeputeerde Staten besloten “de verdere ontwikkeling van het Project Hart van Dieren [...] te beëindigen.”
Diezelfde dag heeft de fractie van D66 u verzocht als logisch gevolg dan ook de geheimhouding op de Business Case 2005 in te trekken.
Voor een transparante verantwoording van de politiek naar de bevolking toe achten wij openbaarmaking van dit kerndocument van groot belang. Bovendien hebben wij de stellige overtuiging dat het document (in elk geval nu) geen informatie bevat die (nog) geheim gehouden zou moeten worden.
Ondanks dat wij u indertijd verzocht hebben zo mogelijk vóór de commissievergadering van 5 maart te reageren, heeft u tot op heden geen besluit genomen. Daarom vragen wij u onderstaande schriftelijke vragen nu zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Vragen
1. Wat D66 en de SP betreft wordt de geheimhouding op (in elk geval) de Business Case 2005 per direct opgeheven. Bent u bereid daaraan tegemoet te komen en zo nee, wanneer of onder welke omstandigheden zult u wel tot volledige openbaarmaking overgaan?
2. Bent u bereid de Business Case 2005 gedeeltelijk (dus zo veel als naar uw oordeel mogelijk) openbaar te maken?
3. Geheimhouding op stukken kan slechts worden opgelegd, wanneer er een belang speelt als genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur. Wanneer u van mening bent dat er nog altijd (gedeeltelijke) geheimhouding geldt, wilt u dan nauwkeurig omschrijven
a. op grond van welk belang die geheimhouding wordt opgelegd
b. welk soort gegevens het betreft en
c. waarom dat belang thans nog aan de orde is?
4. Zijn er omstandigheden in de gemeente van Rheden die een rol hebben gespeeld in uw overwegingen rondom de geheimhouding?
Martijn Leisink, D66
Eric van Kaathoven, SP
Geen opmerkingen:
Een reactie posten