Onderstaand het eerste deel van mijn woordmelding bij de oordeelsvormende vergadering (9 dec.).
Over de enquête en andere informatie die in het plan
worden aangehaald. De rest komt van de week.
Het tijdvenster-plan is gebaseerd op de analyse van de
houtstook-enquête, eigen onderzoek en financiële haalbaarheid, uitvoerbaarheid
en handhaafbaarheid.
De manier waarop de enquête is uitgevoerd maakte hem
kwetsbaar. Zo kon de enquête kon door iedereen meermaals worden ingevuld.
Dubbele IP-adressen zijn eruit gefilterd maar het is de
vraag of dat fair is. Er kunnen meer mensen met ieder een eigen mening achter
hetzelfde IP-adres zitten.
Bijv. als de enquête vanuit een
bedrijf/kantoor is ingevuld. Denk ook aan het gemeentehuis waar enkele
honderden ambtenaren van hetzelfde IP-adres gebruik maken. Daarnaast kan een
IP-adres telkens wijzigen via een protocol die ervoor zorgt dat een computer
telkens een ander IP-adres krijgt (DHCP - Dynamic Host Configuration).
Het college geeft dus zelf toe dat ze met de resultaten
gerommeld heeft (zelf noemt ze dat “herhalingen eruit filteren”).
Daarnaast waren veel vragen onzorgvuldig of sturend naar
de gewenste uitkomst.
Dat het overgrote deel van de respondenten helemaal geen
beperkingen wil van het stookseizoen en geen limiet van het aantal uren per dag
dat er gestookt wordt laat het college koud. Dan vraag ik me af waarom hou je
die enquête dan? Het was niet mogelijk om te kiezen voor “geheel geen
beperkingen” of juist voor “een volledig verbod op houtstook”. De keuze was beperkt tot de aangeboden opties. En de resultaten werden geïnterpreteerd en
gebruikt zodat ze pasten binnen de visie van de opstellers van dit plan. Ik heb
de enquête doorgevlooid en als u wilt kan ik u zo een aantal voorbeelden geven.
Dat geldt ook voor de wijze waarop er wordt omgegaan met
resultaten van onderzoeken. De onderzoeken die in de kraam van opstellers van
het tijdvenster-plan te pas komen worden ter ondersteuning gebruikt. De
resultaten van een onderzoek dat in een iets andere richting gaat wordt het ter
discussie gesteld en terzijde geschoven.
Bij de interpretatie van twee enquête-vragen worden
respondenten zelfs als leugenaars weggezet. In het rapport wordt dit natuurlijk
anders geformuleerd. Dat heet het dat mensen de enquête “strategisch invullen”,
een verhullende term voor “liegen”. Waarom vraag je mensen om de enquête in te
vullen en als de uitkomst je niet bevalt beschuldig je ze van liegen. Dus de respondenten zijn niet te vertrouwen!
Is dit participatie? Wat een arrogantie. Misschien had er wat meer context bij
de vragen moeten worden toegevoegd. Is daar wel goed over nagedacht?
…wordt vervolgd…
