Tiny en Simon. Het leek zo’n hecht koppel. Zo door en door getrouwd. Maar als je de beelden op het bankje op Steeg wat nader bekeek dan zag je dat het geen tortelduifjes waren. Pak er maar eens een foto bij. Er is iets mis. Net teveel ruimte tussen de twee. Bewaakt door de paraplu die tussen hen in tegen het bankje rust. Een wachter die aangeeft: “Verboden toegang, eigen terrein”. De echtelieden wisselen geen woord. Ze hebben hun jas aan. Het is koud. Net zo koud als hun verkilde relatie.
Aan de ene kant Simon. Daar zit hij. In zijn eigen ruimte. Hij maakt het zich gemakkelijk. Met de benen over elkaar en een krant op schoot. Ontspannen nagenietend van een van zijn Kronkels. Zijn gedachten dwalen af. Ver weg van De Steeg. Nog ’n paar dagen verplichte vakantie. Daarna wacht zijn geliefde. Hij wipt af en toe tevreden met zijn voet. Ja, hij is de baas van het spul. De vrouw naast hem mag blij zijn dat ze daar nog zit. Ze doet maar. Het maakt hem verder niet uit.
Tiny aan de andere kant. Een dood vogeltje, het hoofd een ietsepietsie gebogen. Stijfjes zit zij te zitten. Krampachtig omklemt ze haar tas. Alsof ze wil zeggen, dit is het enige dat ik nog heb. Treurig kijkt ze in het niets. Haar houding spreekt boekdelen. Je ziet haar denken: Wie is die rare snuiter naast me? Ze rilt, bespeurt een schaduw. Haar vermoeden van Simons buitenechtelijke escapades.
Ja, dat was allemaal te zien op dat bankje aan de oever van de dode IJsselarm op Steeg. Een huwelijk in gruzelementen, gegoten in bronzen eeuwigheid. Slechts enkelen wisten ervan. Maar de geschiedenis laat zich niet foppen. Het gestolde huwelijk ging daarom alsnog aan stukken. De beulen die het vonnis voltrokken hadden er geen weet van. Voor een handvol zilverlingen sloegen zij de metalen leugen aan diggelen. Zij beseften niet dat zij slechts werktuigen waren van een schim uit het verleden. Van de schaduw die Tiny deed rillen.
De schim van Renate.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten