Bovendien is het later, als dat dat nodig is, nog eens op eenvoudige wijze na te slaan.
Uit opmerkingen van enkele raadsleden begreep ik overigens dat zij dit rapport zeker niet hadden bestudeerd.
------------
5.2 FORMELE UITWISSELING
Gezien de brede samenstelling van de Stuurgroep en de frequentie waarmee is vergaderd kan worden geconcludeerd dat er voldoende mogelijkheden zijn gecreëerd voor informatie-uitwisseling tussen Projectbureau en Stuurgroep. Naast de formele leden zijn bij de Stuurgroepvergaderingen ook veelvuldig andere leden van het projectteam aanwezig. Als we ons beperken tot de informatie die direct van belang is in het kader van de audit, dan kunnen we concluderen dat de Stuurgroep een aantal keren door het projectteam op de hoogte is gesteld van ontwikkelingen die van invloed zijn op de financiële haalbaarheid van het project. Dit gebeurde deels op initiatief van het Projectbureau zelf, deels ook op uitdrukkelijk verzoek van de Stuurgroep.
Die vergaderingen waren meer Poolse landdagen dan stuurgroepvergaderingen. Ik ken dat soort bijeenkomsten wel. De dames en heren komen met een stapeltje papier onder arm naar de vergadering en het is de vraag of zij zich voldoende hebben voorbereid. In een zo belangrijk project als Hart van Dieren had de stuurgroep zich in aparte bijeenkomsten, voorafgaand aan de formele stuurgroepvergadering, uitgebreid moeten laten informeren om vervolgens alles te laten bezinken. Daarna zou ze pas moeten overgaan tot besluitvorming.
Na de vaststelling van de BC2005 in het voorjaar van 2005 wordt in de verslagen van de Stuurgroepvergaderingen een aantal keren melding gemaakt van wensen van de gemeente Rheden aangaande informatie over de financiële stand van zaken en perspectieven van het project. Op 16 juni 2005 wordt gevraagd naar de toegezegde kwartaalrapportages aan de Raad. Op 21 september wordt nogmaals de behoefte geuit aan een uitgebreidere rapportage over de financiële- en planningsactiviteiten.
Ja,ja het college van B&W "zat er bovenop" hoor! Bullshit!
Op 2 februari 2006 vraagt Wethouder Holleman schriftelijk aandacht voor een transparante beheersing van tijd, geld en kwaliteit. Een en ander mondt uiteindelijk uit in een vertrouwelijke notitie van het Projectbureau: “de verkenning actualiteit BC2005”, die in de Stuurgroepvergadering van 23 maart 2006 wordt besproken. Inclusief enkele tekstaanpassingen gaat de Stuurgroep akkoord met de inhoud van de notitie. De conclusie van de “verkenning” is dat er weliswaar nog flinke onzekerheden bestaan, vooral in het kosten/ batenoverzicht van de gebiedsontwikkeling (aantal te realiseren woningen, afname waarde onroerend goed t.g.v. marktontwikkelingen), maar dat deze de haalbaarheid van het project niet beïnvloeden. Wethouder Holleman spreekt zijn waardering uit over de wijze waarop de Stuurgroep in deze vergadering zaken gedaan heeft en bedankt de projectdirectie voor de notitie.
Die Johan Holleman toch. Dus de gemeente onderkende en erkende dat ze te weinig inzicht in het project had. Maar leit zich vervolgens afschepen met deze "actualisatie". We hebben gezien wat die inhield (zie hoofstuk 4).
De gemeente had met de vuist op tafel moeten slaan. Tot zover en niet verder! Geen gelul. Op tafel die cijfers! En een fatsoenlijke kwartaalrapportage! Moet ik je de motie van Leefbaar Rheden van mei 2005 eens opsturen? Dan werk je maar dag en nacht totdat je de rapportage op orde hebt. En anders opzouten! (natuurlijk alles in bestuurderstaal hè)
In de daarop volgende periode gaat de meeste aandacht uit naar de politieke perikelen in de gemeente Rheden en de gevolgen die deze hebben voor de voortgang van het project. Op 17 september 2006 meldt het Projectbureau dat elke maand vertraging € 80.000 kost (directe kosten, vooral voor het Projectbureau) en daarnaast dat vertraging in het project ook direct gevolgen heeft voor prijsverhogingen en mogelijk verlies van het in de BC2005 opgenomen aanbestedingsvoordeel. Deze indirecte kostenverhogingen worden verder niet expliciet gemaakt. In de Stuurgroep wordt vervolgens wel gediscussieerd over de (toedeling van de) directe “vertragingskosten”, maar niet meer over de indirecte kostenverhogingen.
Waarover praatten zij? Het is zeker Biotex.
Hoe kunnen ze nou weten waar ze over praten als er niets eens inzicht in het project is?
En zoals ik al eerder opmerkte. Hier noemen de onderzoekers weer die 1,6 miljoen vertragingskosten die zij in hoofdstuk 4 voor het gemak maar even tot 3,5 miljoen oprekten.
Op 12 oktober 2006 geeft de Stuurgroep opdracht aan het Projectbureau om de “verkenning actualiteit BC2005” te controleren op actualiteit en om in april/mei 2007 een volledig geactualiseerde en vernieuwde businesscase te presenteren. Een belangrijk besluit dat op deze datum wordt vastgelegd is de keuze voor de “noordschuif”.
De actualiteit wordt gecontroleerd op actualiteit. met andere woorden: ze vertrouwen het niet.
Ontwaakt de stuurgroep nu eindelijk? Of snurkt ze rustig verder?
En 'n paar weken daarvoor had de gemeenteraad nou net een ander besluit genomen die die Noordschuif in de weg zat. Een ruggengraat van papier-maché? Of cynisme?: De gemeenteraad gaat toch wel mee.
Over de actualiteit van de “verkenning” wordt in de Stuurgroepvergadering van 23 november gerapporteerd. Dhr. Pruysers (gebiedsontwikkeling) en Dhr. Eleveld (infrabundel) geven hierover een presentatie in de Stuurgroep. Deze wordt voor kennisgeving aangenomen en leidt niet tot verdere besluitvorming.
De stuurgroep gaat in winterslaap. Soest rustig verder.
Op 18 januari 2007 worden opnieuw presentaties gegeven over de stand van zaken betreffende de infrabundel en de gebiedsontwikkeling. Conclusies: voor wat betreft de infrabundel ligt er in mei een betrouwbare kostenraming voor de nieuwe BC; voor wat betreft de gebiedsontwikkeling kan de Stuurgroep zich vinden in het opgestelde stedenbouwkundig concept en het nieuwe verkeerscirculatieplan. Het Projectbureau krijgt de opdracht mee een aantal zaken nog nader te onderzoeken (o.a. aantal te realiseren woningen).
Het begint te kriebelen bij de stuurgroep. Dus in mei een kostenraming voor de infrabundel maar niet voor de gebiedsontwikkeling.
Die businesscase had:
a) in 2005 aan een grondige contra=-expertise moeten zijn onderworpen;
b) de onderlegger moeten zijn voor iedere stuurgroepvergadering. Elke beslissing had moeten worden dorogerekend op de consequenties voor die busiensscase. Zo houd je altijd een actuele businesscase;
c) ook periodiek (minimaal eens per jaar) aan een externe contra-expertise moeten worden onderworpen;
En het project had regelmatig onderzocht moeten worden door externe auditors.
In de daaropvolgende Stuurgroepvergaderingen wordt steeds wel gerapporteerd over de voortgang van de inhoudelijke invulling van de gebiedsontwikkeling en de infrabundel, maar de financiële consequenties worden steeds vooruitgeschoven naar de nieuwe BC2007. Deze moet in mei het totaalbeeld verschaffen. Daarbij dienen de inhoudelijke keuzes van de Stuurgroep meegenomen te worden.
Oh! Moeten ze wel eerst weten wat die gebiedsontwikkeling inhoudt. En dat wisten ze natuurlijk niet meer. Ja dat krijg je als je er zoals het college van B&W in 2005 zei "bovenop zit".
Op 30 mei wordt voor de eerste keer nadrukkelijk in de Stuurgroep gemeld dat er een financieel probleem dreigt te ontstaan. Er dreigt een “tekort” van naar schatting € 10 tot € 15 miljoen. Daarbij wordt door het Projectbureau aangegeven dat zij nog midden in een aantal reken- en controlerondes zitten, maar dat “met de huidige middelen het project met deze ambities niet gerealiseerd kan worden.” Door het Projectbureau worden een aantal adviezen gegeven ter versobering en wordt voorgesteld een lobby op te zetten ter verwerving van extra middelen. In de Stuurgroep worden de adviezen besproken. Men gaat akkoord met de nieuwe opzet van de BC. De Stuurgroep besluit dat er niet actief wordt gecommuniceerd over de genomen besluiten in deze vergadering.
Tja. We houden het onder de pet. Gold dat toen soms ook voor provinciale staten en de gemeenteraad?
In het licht van het gepresenteerde tekort, presenteert het Projectbureau op 29 juni 2007 in de Stuurgroep een voorlopig overzicht waaruit blijkt dat tegenvallers alsnog kunnen worden opgevangen. In die context besluit de Stuurgroep om twee van de door het Projectbureau voorgestelde optimalisaties (het niet opnemen van de parkeergarage en de tunnelverlenging niet volledig overnemen) niet volledig over te nemen. Die keuze zou leiden tot een verslechtering van ongeveer 5 miljoen. De gemeente Rheden hecht erg aan de kwaliteit en wil dat daarom onverkort wordt vastgehouden aan de tunnelverlenging en de reservering (€ 3,6 miljoen) voor de parkeergarage. De Stuurgroep kiest op dat moment (tegen het advies van het Projectbureau) vóór de tunnelverlenging en handhaving van de reservering parkeergarage. De gemeente verplicht zich om voor dit laatste met een voorstel te komen voor besparingen, dan wel meeropbrengsten in het project.
Hadden Jan Bart Wilschut en Joop Kock nog ergens een potje verstopt? Anders konden ze dit toch niet waarmaken? Of was het gewoon grootspraak? Gemeenteraad: ga op onderzoek uit!
Het Projectbureau krijgt de opdracht in september met een reële BC te komen. Het eventueel resterende tekort moet vergezeld gaan van reële mogelijkheden tot afdekking in een later stadium.
In de Stuurgroepvergadering van 6 september 2007 presenteert het Projectbureau de BC2007 (met een totaal ramingstekort van € 42 miljoen). Vooral het grote verschil in de opbrengst c.q. kosten van de gebiedsontwikkeling blijft bij verschillende Stuurgroepleden vragen oproepen.
En wie zijn die verschillende stuurgroepleden dan? Onderzoekrs, noem toch man en paard! Waar is jullie onafhankelijkheid?
5.2.1 Bevindingen aangaande de formele informatieverstrekking
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat de Stuurgroep op een aantal momenten van het Projectbureau informatie heeft verkregen over mogelijke ramingstekorten bij de uitvoering van het project Hart van Dieren. Uit de discussies die daarover in de Stuurgroep hebben plaatsgevonden en uit de interviews die met betrokkenen zijn gehouden komt het beeld naar voren dat nooit het idee is ontstaan dat de gemelde ramingstekorten definitief, dan wel als onoplosbaar werden beschouwd door de Stuurgroep. Naast de tegenvallers stonden immers ook meevallers, zoals b.v. de Noordschuif van de infrabundel (die een financieel voordeel van rond € 9 miljoen met zich meebracht) en een BTW-meevaller (die voorlopig geschat wordt op ongeveer € 8 miljoen).
Maar alles was het resultaat van nattevingerwerk, onbetrouwbare informatie, niet tijdige rapportage. Die voordelen zeggen me alleen wat als daar een onderbouwing bij wordt geleverd. Waar is die onderbouwing van die 9 miljoen voordeel van de Noorschuif dan?
Om het beeld van de informatievoorziening aan te vullen is het ook van belang te weten of er informatie bij de Projectgroep bekend was die van relevant is (kan zijn) voor de besluitvorming van de Stuurgroep en die niet is gedeeld met de Stuurgroep. Het gaat hierbij om zaken waarover de verslagen van de Stuurgroepvergaderingen geen uitsluitsel geven.
Ons inziens zijn de volgende zaken hierbij van belang:
1. De raming van het infra-adviesbureau in maart 2005 was niet definitief. Enkele opslagen misten, die wel in de definitieve raming van eind 2005 zitten. ProRail geeft aan niet betrokken te zijn geweest bij de BC2005 en deze daarom niet te hebben geaccordeerd in de SOK (zie ook paragraaf 3.1).
Als u mijn voorgaande stukken hebt gelezen dan spreekt bovenstaande opmering vand e stuurgroep wel voor zichzelf. Het was vanf het begin een zooitje. En ProRail had daarover veel eerder aan de bel moeten trekken.
2. In november 2005 heeft het Projectbureau via ProRail van het infra-adviesbureau de definitieve raming ontvangen van de kosten van de infrabundel. Hieruit blijkt een hoger kostenniveau dan die verwerkt is in de opzet van de BC2005. De maatstaven die het infra-adviesbureau hanteert bij kostenramingen zijn ontleend aan de SSK (standaard systematiek kostenberekening). De raming van de kosten van de infrabundel komen volgens het infra-adviesbureau € 6 tot € 7 miljoen hoger uit. Dit is het gevolg van het opnemen van opslagen die in de raming van maart misten. De resultaten van deze berekening zijn voor het Projectbureau geen aanleiding geweest om de BC2005 bij te stellen. Ook ProRail heeft hierover niet expliciet – noch bij het Projectbureau, noch in de Stuurgroep – aan de bel getrokken.
In de “verkenning actualiteit BC2005, die op 23 maart 2006 in de Stuurgroep wordt besproken, is daardoor geen gebruik gemaakt van deze gegevens. Pas bij de BC2007 wordt de door het infra-adviesbureau gehanteerde systematiek volledig doorgevoerd in de kostprijsberekening van de infrabundel.
Er is dus even een tekort van 6 à 7 miljoen "over het hoofd" gezien dat boven kwam drijven in een cruciale fase in het besluitvormingstraject. Dit tekort is in november 2005 niet gemeld aan de gemeenteraad. Een zeer ernstig feit: het onthouden van informatie aan de bevoegde organen.
3. In juli 2005 wordt de externe planeconoom ingehuurd om een nieuwe doorrekening te maken voor de gebiedsontwikkeling. Het eindrapport hiervan wordt opgeleverd op 21 april 2006, maar de resultaten zijn feitelijk al bekend eind 2005. In de eindconclusie stelt de externe planeconoom dat de gebiedsexploitatie € 11,8 miljoen lager uitvalt, vergeleken met de BC2005. De belangrijkste oorzaken voor dit grote verschil zitten in de geschatte opbrengsten per woning (veel lagere v.o.n. opbrengst per m2) en een vermindering van het aantal woningen (doordat de externe planeconoom uitgaat van de nieuwe stedenbouwkundige schets ).
Van dit rapport wordt in de verslagen van de Stuurgroepvergaderingen geen melding gemaakt. De inhoud is wel besproken met enkele individuele Stuurgroepleden. Wel wordt in de Stuurgroepvergadering van 23 maart 2006 gewag gemaakt van een tekort van € 9 miljoen op de gebiedsontwikkeling, maar dit moest worden gezien als “een eerste vingeroefening, indicatief en is nooit bedoeld om in de Stuurgroep te presenteren”. Het is onduidelijk waar het bedrag van € 9 miljoen precies op is gebaseerd. Overigens wordt dit bedrag wel genoemd in de “verkenning actualiteit BC2005”. De externe planeconoom heeft in opdracht van het Projectbureau wel een aantal optimalisaties doorgerekend, maar zet bij de meeste daarvan direct vraagtekens wat betreft de haalbaarheid.
Dus ook al eind 2005 bekend. Met die 7 miljoen tekort op de infrastructuur maakt dat zo'n 18 miljoen euor tekort. EN DAT HAD MEN EINDE 2005 KUNNEN EN MOETEN WETEN EN COMMUNICEREN NAAR DE GEMEENTERAAD EN NAAR PROVINCIALE STATEN.
En edk u eens in. In februari 2005 was het project nog begroot op 126 miljoen euro. Maar daar was niet genoeg geld voor. Dus brachten de rekenmeesters het omlaag. In april 2005 was het nog maar 104,5 miljoen. Wat 'n treurnis!!
Blijven als laatste punten over de sterke stijging van de prijzen in de GWW-sector (grond, weg- en waterbouw) en de wijze waarop is omgegaan met de marktwerking/het aanbestedingsvoordeel en andere risico’s.
1. De prijzen in de GWW-sector zijn de afgelopen drie jaar sterk gestegen. In de BC2005 is wel rekening gehouden met een inflatiecorrectie van 2%, maar daarmee wordt de werkelijke (overigens nog steeds geraamde) toename van de uitvoeringskosten niet gedekt. Dit verklaart het verschil tussen de BC2005 en de BC2007 voor € 2,6 miljoen. (in totaal bedraagt de prijsstijging door inflatie € 8 miljoen.). Op geen enkele plaats wordt door het Projectbureau in de loop van 2005 tot 2007 precies melding gemaakt van deze extra stijging. Pas bij het opstellen van de BC2007 komt deze prijsstijging naar voren.
Te laag en te optimistisch inflatiepercentage. Geen worst-case scenario aanwezig. Jzelf wat wijsmaken dus.
2. In de BC2005 is rekening gehouden met een aanbestedingsvoordeel van 15%. Dit is gebaseerd op de op dat moment bestaande marktsituatie waarin de aanneemsommen voor infrastructurele werken sterk onder druk stonden. In “infra-land” leefde ook in 2004/05 niet het idee dat deze aanbestedingsvoordelen een lang leven beschoren waren. Het Projectbureau heeft tenminste éénmaal in een Stuurgroepvergadering melding gedaan van het risico van “verdampen” van het aanbestedingsvoordeel. Uit de stukken blijkt niet dat hiernaar verder onderzoek is gedaan, c.q. dit risico nauwkeuriger in kaart is gebracht.
Idem.
3. De BC2005 is vergezeld van een (beperkte) risico-inventarisatie die nog uitgewerkt diende te worden in een risicoanalyse. De laatste is niet gebeurd. Uit de verslagen van de Stuurgroepvergaderingen blijkt nergens dat dit (zowel voor de Stuurgroep als voor het Projectbureau) een discussiepunt is geweest, terwijl een goede risicoanalyse, compleet met daaraan gekoppelde beheersmaatregelen een belangrijk sturingsmiddel is voor grote projecten, juist in de planfase. Bij het opstellen van de BC2005 is dit wel onderkend, maar er is niet naar gehandeld.
Ik citeer profesoor Flyvbjerg nog maar eens:
“Liegen werkt”
Als redenen voor de systematische kostenoverschrijdingen geeft Flyvbjerg onder meer ongefundeerd optimisme bij planners maar ook strategische motieven. Als de kosten van een project lager worden voorgesteld, is de kans dat het project wordt uitgevoerd groter: ‘lying pays off’.
In negen van de tien projecten worden de kosten onderschat. Tegelijkertijd worden de opbrengsten bijna altijd overschat. Op die manier ziet elk project er op papier goed uit en stemmen volksvertegenwoordigers in met de bouw. De betrokkenen spelen hoog spel, omdat er sprake is van een dubbele misrekening. Als de kosten uit de hand lopen en de opbrengsten tegenvallen, is een financiële ramp onontkoombaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten