Geef uw mening!
Stuur uw brieven, foto's, afbeeldingen, filmpjes of cartoons naar
theo.kooijmans@gmail.com
Maak het niet te bont. De redactie behoudt zich het recht voor om inzendingen zonder opgaaf van redenen te weigeren.

vrijdag 5 oktober 2012

In alle ernst


De rijksoverheid legt steeds meer taken bij gemeenten. Dat gaat steevast vergezeld van krimpende budgetten. Daar komen kortingen op het gemeentefonds nog bij. Gemeenten hebben sowieso al moeite om de eigen inkomsten op peil te houden. De crisis heeft bijvoorbeeld ook het vastgoed geraakt. Grond levert op dit moment geen stuiver op. Gemeenten die eerder forse posities in de grondexploitatie hadden ingenomen moesten grote bedragen afschrijven. Diverse colleges zijn daar al over gestruikeld.

Om het hoofd boven water te houden proberen gemeentebesturen de problemen op te lossen door het schrappen van voorzieningen, het uitkleden van (sociale) regelingen, het verhogen van belastingen en een efficiëntere werkwijze. Over dat laatste wil ik het hebben. Die efficiëntie wordt gezocht in afslanking van de organisatie en het aangaan van steeds inniger samenwerkingsverbanden met andere overheidslichamen, (semi)publieke instellingen en commerciële partijen. Dat varieert van een gezamenlijke “back-office” en het bundelen van specialistische kennis tot uitbesteding en het delen van voorzieningen.

Enkele “Rhedense” voorbeelden. De gemeenten Arnhem, Rheden, Renkum, Overbetuwe en Lingewaard werken samen op het gebied van belastingen, subsidies, ICT en inkoop. Er is zelfs sprake van een gezamenlijk administratiekantoor in Huissen waar verschillende diensten worden ondergebracht. Of neem het nieuwe zwembad op de grens van Velp en Arnhem in het “gat van Gerritsen” aan de Arnhemsestraatweg dat de verouderde zwembaden Valkenhuizen op de Geitenkamp en de Dumpel in Velp moet vervangen.

De voordelen van samenwerking liggen voor de hand. Maar er zijn ook keerzijden. Onderlinge afhankelijkheid en verwevenheid nemen toe. Er is geen weg terug. We weten ook allemaal dat schaalvergroting niet altijd tot het gewenste resultaat leidt. Daarnaast staat het eigen karakter van gemeenten en dorpsgemeenschappen op de tocht. En hoe staat het met het democratisch fundament? Houdt de lokale volksvertegenwoordiging voldoende invloed op het beleid en kan ze haar controlerende rol waarmaken? Kwesties die mijns inziens alle aandacht verdienen. Of neemt de raad genoegen met een, op termijn, louter ceremoniële rol? Surft ze gedwee mee op de golven van fusie en gemeentelijke herindeling? Zulke vragen kun je nooit te vroeg op de agenda zetten!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten