Onze inbreng bij de behandeling van de
Programmabegroting 2024 – 2027
Niet verder springen dan de polsstok reikt
In juli waarschuwde het college van B&W in de kadernota voor een dreigend tekort van 9 miljoen euro op de begroting 2024. Na verwerking van de meicirculaire werd dat bijgesteld tot 5,8 miljoen. En zonder ingrijpen zou dat tekort verder toenemen.
Daarom zijn
in de zomer de ambtenaren op zoek gegaan naar mogelijkheden om dit tekort terug
te dringen. En die vonden ze. Ik zal u niet vermoeien met al het cijferwerk maar
in nog geen twee maanden werd het gevreesde tekort van 5,8 miljoen euro weggepoetst
en omgekat naar een positief begrotingssaldo van 1,174 miljoen euro. Onderdeel
van die excercitie was een inventarisatie van wat het college noemt “kansen op
besparingen” voor een bedrag van liefst 11 miljoen euro.
En dat
verbaast mij hogelijk. In slechts twee maanden tijd werd voor 11 miljoen euro
aan mogelijke besparingen gespot. Lagen die besparingen dan zo voor het
oprapen. En het roept de vraag op of ze wel reëel zijn. En juist daarin geeft
het college dubbele signalen af. Enerzijds zegt het college dat ze met een aantal
van die besparingen de begroting “onder spanning” zet. Dat wil zeggen het
risico bestaat dat de besparing, ondanks alle inzet, toch niet (volledig)
haalbaar blijk. En ik begrijp daarom de bezorgdheid van sommige collega’s over
de houdbaarheid van deze begroting.
Maar zoals ik al zei. Het college geeft dubbele signalen. Want anderzijds zegt het college na expliciete vragen daarover dat ze deze besparingen zeker haalbaar acht. Het college hijst de stormbal dus niet. Integendeel, zij heeft overtuiging van dit gaat lukken. En ik mag er toch van uitgaan dat het college naast een groot verantwoordelijkheids-gevoel over realiteitszin beschikt. Weet u, en daar hou ik me aan vast.
Er is nog
’n opsteker. De uitkomsten van de septembercirculaire zorgden zelfs voor een verdubbeling
van het begrotingssaldo naar 2,361 miljoen euro.
En de
vergelijkende analyse van Twijnstra en Gudde over het financieel perspectief
van Rheden geeft richtingen aan om de financiële beheersbaarheid van Rheden
verder te verbeteren. Met in het verlengde daarvan uw opmerkingen over focus en
meer efficiëntie van de financiële middelen. Ook uit de vragen vanuit de raad
kwamen suggesties naar voren voor verbetering van het huishoudboekje.
Wij denken daarom
dat er nog genoeg mogelijkheden zijn om zonder forse lastenverzwaring het
huishoudboekje op orde te krijgen.
Wij
vinden mede om het bovenstaande dat de voorgestelde verzwaring van de OZB
overbodig is. Weliswaar lijkt de inflatie te matigen maar veel inwoners zitten
nog steeds in een moeilijke financiële situatie. De kale energieprijzen zijn
ten opzichte zijn gedaald maar nu wordt de energiebelasting fors verhoogd, het
prijsplafond eindigt op 31 december en er is ook geen zicht op continuering van
energietoeslagen. Daarnaast zijn de prijzen van het levensonderhoud afgelopen
maanden sowieso gestegen. Redenen genoeg om zeer terughoudend om te gaan met
lastenverzwaring.
Het college coalitie heeft de OZB in 2023 al met 9% verhoogd en als daar per 1 januari nog eens 12% overheen bijkomt komen we in amper twee jaar tijd op een OZB-lastenverzwaring van dik 22%.
Geef u niet over aan de reflex om de lasten te verzwaren. Zodra dat absoluut nodig is het nog vroeg genoeg. Zoek eerst naar andere oplossingen. Daarom dienen wij mede namens het CDA een amendement in om de OZB-lastenverzwaring te beperken tot een inflatiepercentage van 3%.
(helaas is dit amendement door de andere partijen verworpen)
Wij begrijpen dat de gemeentelijke portemonnee niet overloopt.
Wij vinden
dat de gemeente Rheden zeer terughoudend dient om te gaan met grote
investeringen. We willen geen herhaling van een financiële sinkhole zoals bij
de bouw van het nieuwe gemeentehuis of een al bij voorbaat op te vangen
financiële boemerang als bij het IJsseldistrict.
Het hebben
van ambities hoort erbij. Daar is niks mis mee. Maar we moeten reëel blijven. Wij, allen hier in vergadering
bijeen, willen het, ieder op een eigen
manier, mooier en beter voor onze
inwoners maken maar we moeten niet verder springen dan de polsstok reikt.
Onze
boodschap: temper uw ambities, draai ieder dubbeltje drie keer om, haal de
broekriem aan en verzwaar de lasten pas als het absoluut noodzakelijk is. En die
noodzaak hebben we gelukkig nog niet bereikt.
Twijnstra
& Gudde hebben een aanzet gegeven voor de zoektocht naar versterking van
onze financiële positie en daarmee ook naar onze bestuurskracht. Verschillende
gemeenten in de regio worstelen met hun bestuurskracht en daarmee met hun
zelfstandigheid. Vooralsnog staat Rheden nog stevig op haar eigen benen en is
zelfstandigheid voor Rheden nog geen issue. Wel op blijven letten. En laten we
er alles aan doen om dat zo te houden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten