De motie waar het om draaide.
De Raad van de gemeente Rheden, in vergadering bijeen op 31 mei 2005, sprekende over agendapunt 9, het voorstel betreffende Hart van Dieren
overwegende dat:
• aard, omvang en complexiteit van het Hart van Dieren rechtvaardigen dat invulling wordt gegeven aan het scheppen van omstandigheden en randvoorwaarden waardoor de Raad van de gemeente Rheden zijn functie als hoofd van de gemeente optimaal kan uitoefenen.
• geborgd moet worden dat de Gemeenteraad in alle komende fasen van het project zijn positie als controleur op een werkelijke goede manier kan invullen zowel waar het sturing en controle betreft als ten aanzien van de projectdoelen en de projectbeheersing.
besluit
• dit vorm te geven door de wijze van rapportage en verantwoording door het College van B&W aan de Raad van de Gemeente Rheden over het project Hart van Dieren gedurende de looptijd van het project aan een aantal voorwaarden te verbinden.
draagt het college van Burgemeester en Wethouders op:
• te garanderen dat de Gemeenteraad vroegtijdig betrokken wordt bij belangrijke besluiten en geïnformeerd wordt over opkomende feiten en risico’s die de uitkomsten van het project zowel materieel als financieel wezenlijk beïnvloeden. Een en ander zonodig in vertrouwelijkheid.
• iedere drie maanden een voortgangsrapportage over het project Hart van Dieren aan de Gemeenteraad aan te bieden.
Deze voortgangsrapportage omvat in ieder geval:
a. de ontwikkeling van de scope van het project ten opzichte van de huidige plan;
b. de ontwikkeling van de planning ten opzichte van het huidige plan;
c. de ontwikkeling van de financiën ten opzichte van het huidige plan;
d. de ontwikkelingen in de aan het project verbonden risico’s, de beheersing ervan en de mogelijke financiële gevolgen;
e. wat de Gemeenteraad verder moet weten.
Daarnaast worden in de voortgangsrapportage ontwikkelingen in of veranderingen van de doelstellingen van het project en de hiervoor noodzakelijk randvoorwaarden, zoals flankerend beleid, in aparte paragrafen vermeld en toegelicht.
• bij deze voortgangsrapportages dient periodiek, op basis van een nader te bepalen frequentie, een rapport te worden gevoegd met een oordeel over de kwaliteit en volledigheid van de informatie in de voortgangsrapportage en over de toereikendheid van de projectorganisatie. Bij de beoordeling van de toereikendheid van de projectorganisatie wordt in het bijzonder aandacht besteed aan de administratieve organisatie en de interne controle van het project.
• het rapport, zoals bedoeld in het voorgaande alinea, dient te worden opgesteld door een onafhankelijke externe auditor en wordt gelijktijdig met de voortgangsrapportage, als afzonderlijk document, aan de Gemeenteraad gezonden.
en gaat over tot de orde van de dag,
fractie Leefbaar Rheden,
M. Th. Kooijmans
Geen opmerkingen:
Een reactie posten