Bijgaand nog eens apart de Brief over de Spoorinfrastructuur mét de bijlage van het college van B&W aan de Rhedense gemeenteraad.
Zie ook de reactie van Geen Noordtak Velp op deze brief.
Geachte raadsleden,
Aan uw raad is destijds voorgesteld de gereserveerde middelen voor de opstelling van de spoornota als bezuiniging in te boeken. Uw raad heeft hiertoe tijdens de begrotingsraad op 4 november jl. besloten. Wel is daarbij door ons college toegezegd in november met een aanzet te komen over dit overwerp met als doel de onderwerpen te benoemen die samenhangen met de spoorinfrastructuur, het gebruik van deze infrastructuur en de ontwikkelingen in de omgeving ervan. In de bijlage is een en ander verwoord, voorzien van een beknopte toelichting. De positie van de gemeente daarbij wordt eveneens vermeld. Op basis van deze afbakening kan vervolgens gericht actie worden ondernomen.
Zonder nadere afbakening van de onderwerpen die in een dergelijke nota behandeld moeten worden bestaat de kans dat een uitgebreide nota wordt opgesteld die de door de raad gestelder doelen voorbijgaat. Door deze aanzet kan de raad aangeven welke onderdelen verdere aandacht behoeven.
Het in de bijlage vermelde overzicht is primair gefocust op het goederenvervoer vanwege de aanleiding van deze aanzet. Het belang van het spoor voor personenvervoer staat bij ons niet ter discussie. Wij zien deze functie van het spoor als een belangrijke bijdrage in het openbaar vervoer en vanuit een oogpunt van mobiliteit. De speciale intercity-status van het station Dieren onderstreept dit nog eens. Ook de kernen Rheden en Velp zijn door middel van het spoor ontsloten.
Graag willen wij op basis van deze aanzet met u een oriënterende bespreking voeren om het onderwerp nader af te bakenen.
Burgemeester en wethouders van Rheden,
---------
Bijlage bij brief college over spoorinfrastructuur
A. De infrastructuur zelf
1. Benutten mogelijkheden voor geluiddemping
ProRail heeft al een aantal mogelijkheden voor geluiddemping benut. Een groot deel van het traject is voorzien van betonnen dwarsliggers. Het deel nabij het dorp Dieren heeft nog houten dwarsliggers. Het vervangen hiervan levert een reductie op van 2dB. Er zullen altijd marktontwikkelingen blijven die nieuwe mogelijkheden kunnen bieden. Een ontwikkeling is raildempers (extra reductie van 3 dB) echter de oplossing is zeer kostbaar. Het is echter zo dat ten aanzien van geluidssanering in overleg met de gemeente wordt besloten tot welke maatregel wordt overgegaan. Meestal is dit isolatie van de woning. De afweging kosten ten opzichte van effectiviteit speelt hier een rol.
Positie gemeente: meepraten. Beslissingsbevoegd: ProRail
2. Sluiting spoorwegovergangen
Het opheffen van een spoorwegovergang of het beperken van het type verkeer dat er van gebruik kan maken wordt alleen weloverwogen toegepast. Het kan in de toekomst noodzakelijk zijn om een ander resultaat, bijvoorbeeld een tunnel, te bereiken.
Op dit moment speelt deze vraag in onze gemeente op een aantal locaties, onder andere in Dieren als gevolg van het project Traverse Dieren. Verder zijn er gedachten voor ongelijkvloerse oversteken in Velp en in de Lentsesteeg te Rheden.
Positie gemeente: meepraten. Beslissingsbevoegd: ProRail
3. Trillingen
Een trein die over het spoor rijdt veroorzaakt trillingen. Het is vooral afhankelijk van de bodemgesteldheid en de kwaliteit van de gebouwen of iemand daar hinder van ondervindt
In Nederland bestaat tot op heden geen wetgeving voor hinder of schade door trillingen. Klachten/vragen over trillingen horen thuis bij ProRail.
Positie gemeente: meepraten. Beslissingsbevoegd: ProRail
B. Het gebruik van de infrastructuur
1. Aantal goederentreinen
Gekeken is naar welke afspraken er bestaan over de tijdstippen waarop goederenvervoer plaatsvindt en gaat plaatsvinden wanneer de Betuweroute volledig operationeel zal zijn.
In het zogenaamde NaNov-besluit staat daarover het volgende aangegeven:
“Als gevolg van de regels van de Wet Geluidhinder kunnen er op het baanvak Arnhem – Deventer (zonder aanpassingen) in de avond- en nachtperiode (van 19.00 tot 7.00 uur) geen extra goederentreinen bij; op dat baanvak zullen de goederentreinen dus uitsluitend in de dagperiode ( van 7.00 tot 19.00 uur) rijden. Gezien de prognose van 21 treinen/etmaal rond 2015 betreft het derhalve in de dagperiode gemiddeld één goederentrein extra per uur en per richting.”
De toelichting van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat zegt: dit citaat maakt duidelijk dat hier geen sprake is van een “besluit” van de minister V&W (zoals sommigen ten onrechte stellen), maar slechts een constatering over de wijze waarop de in 2000 vigerende geluidregelgeving doorwerkt in het goederenvervoer over het spoorbaanvak. Méér goederentreinen zijn mogelijk mits er binnen de milieuruimte gebleven wordt. Er is zeker ook geen maximum aantal goederentreinen vastgesteld.
Positie gemeente: meepraten. Beslissingsbevoegd: ProRail
2. Tijdstip
Er zijn geen beperkingen omtrent het tijdstip van rijden van goederentreinen. De vervoerder moet echter wel capaciteit aanvragen bij ProRail. ProRail beoordeelt of de aanvraag past binnen de capaciteit- en milieuruimte.
Bij de gemeente is geen informatie bekend over de toename van goederenverkeer op het spoor. Er wordt gebruik gemaakt van de bestaande "goederenpaden" in de dienstregeling. Hierdoor is er voor ProRail geen reden om iets te melden. Het Akoestische spoorboekje van ProRail versie 2008 is anders van opzet dan de voorgaande jaren. De prognose wordt niet meer meegeleverd. Het ministerie van VROM is bezig met een aanpassing van de Wet geluidhinder. Verwacht wordt dat er geluidproductieplafonds worden ingesteld. Het akoestische spoorboekje anticipeert hierop. Via het vakberaad geluid van de Milieu Regio Arnhem heeft deze ontwikkeling onze aandacht.
Volgens het akoestische spoorboekje is het overigens nog steeds mogelijk dat in de avond en in de nachtperiode goederenvervoer plaats vindt.
Positie gemeente: meepraten. Beslissingsbevoegd: ProRail
3. Prognose van het vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor
In de notitie Prognose van het vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor (uitgave ProRail december 2003) is voor de spoorlijn Arnhem-Zutphen opgenomen dat hierover per jaar 100 wagons brandbare gassen (categorie A) en 50 wagons zeer brandbare vloeistoffen (categorie C) kunnen worden vervoerd. Deze prognoses hebben betrekking op een situatie waarbij de Betuweroute gereed is en de zuidtak en de Noordoostelijke Verbinding niet worden aangelegd.
De prognoses zijn overigens indicatieve cijfers voor de toekomst, maar zijn niet gebonden aan een bepaald jaar en mogen in het risicobeleid niet worden geïnterpreteerd als bovengrens van de maatgevende vervoersomvang in die categorie. Er kunnen zich namelijk belangrijke verschillen voor doen tussen de op dit moment geformuleerde reserveringen en de te zijner tijd te realiseren vervoersomvang. Gedacht kan worden aan:
- wijzigingen in de productie van gevaarlijke stoffen vanwege marktontwikkelingen;
- wijzigingen in de door de vervoerder gekozen vervoersmodaliteit;
- wijzigingen van de transportroute door de spoorwegondernemingen.
Positie gemeente: meepraten. Beslissingsbevoegd: ProRail
4. Tijdstip vervoer gevaarlijke stoffen
Het toelaten van vervoer van gevaarlijke stoffen over een spoorweg is een Rijksaangelegenheid waar de gemeente geen invloed op kan uitoefenen. Het transport van goederen per spoor is een particuliere aangelegenheid en wordt door meer dan 30 verschillende partijen verzorgd.
De tijdstippen waarop goederenvervoer over bet spoor mag plaatsvinden zijn door ProRail vastgelegd in het zogenaamde Akoestische spoorboekje. Volgens dit spoorboekje vindt de komende jaren een verschuiving plaats in het tijdstip van het goederenvervoer. Momenteel wordt nog (sporadisch) in de nacht gereden.
Positie gemeente: meepraten. Beslissingsbevoegd: ProRail
5. Rol brandweer
Voor de registratieplichtige gevaarlijke stoffen die vervoerd worden, wordt jaarlijks aan ProRail een opgave gedaan. Er bestaat geen meldingsplicht vooraf ten behoeve van de brandweer. De brandweer wordt daarom niet op voorhand geïnformeerd. Bij de KLPD zijn in geval van calamiteiten wagenlijsten opvraagbaar/beschikbaar. Het betreft hier landelijke afspraken, het is volgens ProRail ondoenlijk om alle brandweerkorpsen te informeren.
Positie gemeente: meepraten. Beslissingsbevoegd: ProRail
C. Ontwikkelingen in de omgeving van de infrastructuur
1. Bouwen langs het spoor
Zolang er binnen de huidige milieuwetgeving gebouwd kan worden lijkt er geen probleem. Als er al sprake is van ontheffingen is dat nog geheel volgens de regels.
Positie gemeente: de gemeente bepaalt uiteindelijk waar gebouwd kan worden.
2. Gevelsanering
Alle woningen in de gemeente Rheden die een te hoge geluidsbelasting ondervinden van het spoor en/of de weg (peiljaar 1986-1987) moeten waar nodig worden voorzien van geluidwerende maatregelen. In de gemeente Rheden zijn dit in totaal 767 woningen. Afgerond zijn 267 woningen. Tijdens de ISV II periode kunnen waarschijnlijk 69 woningen voorzien worden van geluidwerende maatregelen. Nog in voorraad derhalve 431 woningen.
Het saneren van de woningen is overigens een verplichting die voorvloeit uit de Wet Geluidhinder. Op dit moment is de wijziging van de Wet Geluidhinder in procedure. De wijzigingen hebben een aantal gevolgen voor de manier waarop de gemeenten de sanering moeten aanpakken. Het ministerie van VROM wilde graag een versnelde aanpak van de sanering. Bij ongewijzigd beleid kon het nog tientallen jaren duren voordat alle woningen waren gesaneerd. Gemeenten werden in 2006 nog één keer in de gelegenheid gesteld om de saneringsvoorraad af te bakenen. Alle nog niet gemelde gevallen moesten voor een bepaalde datum worden gemeld. Na het verlopen van deze termijn was het duidelijk hoeveel woningen in Nederland voorzien moeten worden van geluidwerende maatregelen.
De nieuwe raillijst bevat meer woningen dan de oude raillijst. In tegenstelling tot de huidige raillijst mag nu ook de tweedelijns-bebouwing worden meegenomen. Ook is het technisch veel makkelijker om de saneringsvoorraad in beeld te brengen. Het opstellen van de zogenaamde eindmelding (= de inventarisatie) is afgerond. Doordat er nu ook tweedelijns-bebouwing is meegenomen komt het aantal te saneren woningen hoger uit dan het aantal woningen op de raillijst. Of de toegevoegde woningen ook allemaal gesaneerd worden hangt af van de beoordeling van VROM. Op basis van het totale aantal (in Nederland) te saneren woningen wordt door VROM gekeken naar de wijze waarop het vervolgtraject van de sanering moet worden ingestoken
Hier is een verdere versnelling van de sanering alleen mogelijk als extra middelen vanuit VROM beschikbaar komen.
Positie gemeente: meepraten. Beslissingsbevoegd: VROM
D. Landelijke ontwikkelingen
1. Basisnet spoor: Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen
Bij het vervoer van gevaarlijke stoffen spelen belangen op het gebied van vervoer, ruimtelijke ontwikkeling en veiligheid een grote rol. Er zijn steeds meer ontwikkelingen in Nederland zichtbaar die zorgen voor spanning tussen deze belangen. Met het doel een balans te creëren tussen deze drie hoofdbelangen is het Basisnet ontstaan: een project dat het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en het Ministerie van VROM uitvoeren in nauwe samenwerking met behartigers van de belangen. De belangrijkste spelers zijn gemeenten, provincies en bedrijfsleven. Het Basisnet zal bestaan uit een netwerk van bestaande weg-, spoor- en waterverbindingen die onderverdeeld worden in 3 categorieën routes:
- routes waar het vervoer van gevaarlijke stoffen geen beperkingen krijgt opgelegd, maar
waar wel ruimtelijke beperkingen gelden;
- routes waar zowel beperkingen voor het vervoer als voor de ruimtelijke ontwikkeling gelden;
- routes waar alleen beperkingen voor het vervoer zijn. Hier gelden geen ruimtelijke beperkingen.
VROM gaat ondermeer een zogenoemde 'basisnettoets' ontwerpen. Hiermee krijgt een verlader wel of geen toestemming om gevaarlijke stoffen per spoor te vervoeren. Als het vervoer niet past binnen de gebruiksruimte van het basisnet, krijgt de verlader geen toestemming. Dit om te voorkomen dat het basisnet verder vastloopt.
Positie gemeente: meepraten. Beslissingsbevoegd: ProRail
2. Geluidproductieplafonds
De ministerraad heeft op voorstel van minister Cramer van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer ingestemd met een wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de invoering van geluidproductieplafonds bij rijkswegen en spoorwegen.
Langs rijkswegen en spoorwegen zullen op een groot aantal punten maximale toegestane geluidwaarden worden vastgesteld. Hiermee wordt een groot probleem van de huidige geluidwetgeving, de onbeheerste groei van verkeerslawaai bij geluidsgevoelige bestemmingen, aangepakt. In het wetsvoorstel wordt ook een betere koppeling gemaakt met de mogelijkheden om de bron stiller te maken, zoals stille banden, stillere (goederen)treinen en stille wegdekken. Daarnaast wordt als gevolg van de voorgestelde wetswijziging het geluidhinderbeleid minder ingewikkeld, komen er minder regels en worden de normen vereenvoudigd. Onderdelen van de Wet geluidhinder worden hiertoe naar de Wet Milieubeheer overgehaald.
De Raad van State heeft een advies afgegeven over het wetsvoorstel van het ministerie van VROM. Het ministerie van VROM is bezig om dit advies te verwerken
Positie gemeente: meepraten. Beslissingsbevoegd: ProRail
Geen opmerkingen:
Een reactie posten