Actie Kersttas

Door: Joop Zijlstra

Joop Zijlstra ontving van de gemeente Rheden de volgende brief.

onderwerp

Verzoek om een financiële bijdrage voor MidB en DIANA.

Geachte heer Zijlstra,

Wij hebben met belangstelling uw uitgebreide brief gelezen waaruit een grote betrokkenheid blijkt bij de minima in onze gemeente.

Wij wijzen u er op dat de gemeente Rheden minima ondersteunt met gebruikmaking van de Wet werk en bijstand, specifiek middels de bijzondere bijstand. Ook schuldhulpverlening kent een inzet voor mensen met een laag besteedbaar inkomen.

Er zijn meerdere organisaties die vanuit particulier initiatief minima ondersteunen. Wij zien geen taak om specifieke acties, naast de wettelijke taakstelling, te ondersteunen. Organisaties die dat wensen kunnen subsidie aanvragen volgens de gemeentelijke subsidieverordening. Het Diaconaal Netwerk Armoedebestrijding (DIANA) en Mensen in de bijstand (MidB) hebben geen projectsubsidie aangevraagd.
Zij kennen de subsidiebepalingen echter wel en MidB ontvangt ook een subsidie voor haar werk.

In het kader van overleg met organisaties betrokken bij minimabeleid, vinden ook gesprekken plaats met genoemde organisaties. Wij hebben gemeend deze situatie ook bij de Dullertstichting onder de aandacht te brengen. Wij hebben overleg gehad met DIANA/MidB en de Dullertstichting. Die partijen hebben inmiddels overleg met elkaar over een bijdrage ten behoeve van de actie kersttas.

Wij gaan er van uit u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Voor nadere inlichtingen kunt u tussen 09.00 uur en 16.00 uur telefonisch contact opnemen met de heer (naam verwijderd, TKo)  medewerker van de afdeling Werk en Inkomen. Het telefoonnummer is (026) xxxxxxxx.

Hoogachtend,
burgemeester en wethouders van Rheden,
 
Joop antwoordde met de volgende tekst
 
Geacht College,
 
Dank u wel dat u zo positief reageerde op mijn vraag om een bijdrage aan de ‘actie kersttas’ ten behoeve van de minima. Uw bijdrage bestond niet uit geld. Dat hoefde ook niet, als het probleem maar een oplossing kreeg.
 
Uw positie binnen de wettelijke mogelijkheden is mij overbekend.
 
U schrijft: ‘wij zien geen taak om specifieke acties, naast de wettelijke taakstelling, te ondersteunen’. Maar u doet gelukkig wel iets. U schrijft immers: ‘Wij hebben gemeend deze situatie ook bij de Dullertstichting onder de aandacht te brengen’. Ik hoorde van het effect in de vorm van beter gevulde tassen voor ´de minima´. Dank u wel daarvoor.
 
Iemand anders, onwetend hoe de hazen lopen, leest uw brief iets anders, en zegt wellicht: ‘die gemeente wil zijn vingers niet branden, zelfs niet aan koud water.’ Dat is waar, maar ik ben blij met wat u schrijft en daaraan voorafgaand deed.
 
Je kunt je hooguit afvragen of het ook anders had gekund. Natuurlijk, en wel nog goedkoper. Uw wethouder met die portefeuille had me kunnen bellen: ‘Dat was een prima signaal van je. We doen er wat aan, maar wel indirect. We hebben ons nu eenmaal te houden aan onze wettelijke positie. Dat snap je. Enfin, we zien elkaar wel weer eens.’
 
Helaas is zo’n gemakkelijke weg onbegaanbaar. Collegeleden mogen niet met mij praten, of om in termen uit uw college te spreken alleen in bijzijn van ambtenaren: ‘Het is een goed gebruik als wethouders een project met derden bespreken er een ambtelijke ondersteuning bij aanwezig is.’
 
Voor contacten met een meer persoonlijk accent is bij u dus geen ruimte? Die ruimte moet er natuurlijk wel zijn. Misschien kunnen deze laatste zeven woorden onderwerp van bespreking zijn bij een evaluatie van het advies van de rekenkamer, waarover de burgemeester het had in haar toespraak met Nieuwjaar. Burgers moeten kunnen participeren aan het bepalen van het beleid. Strikter nog, in ons geval, niemand in het bijzonder zou door ‘De Steeg’ van deelname weerhouden mogen worden.
 
Ik vat samen.
1. Hartelijk dank voor uw brief aan mij.
2. Aanvaardt u mijn kritische noot daarbij maar voor wat die waard is.
 
Met hoogachting,
Drs J.A. Zijlstra, Ellecom