Zondagsopenstelling (Groep Pieper-Rook)

Door: Magda Magda Rook (Groep Pieper-Rook)

Uitgesproken tijdens de raadsvergadering dd 29 nov. 2001 nav de behandeling van het advies van de Commisssie bezwaarschriften mbt de zondagsopenstelling.

Weet U al wat voor weer er zondag wordt verwacht.
Er is een grote kans op voorzetting van het wisselvallige weertype.
De temperaturen blijven normaal voor de tijd van het jaar.
Dat is prettig voor de toeristen en inwoners van onze prachtige gemeente die er op uit willen trekken het aankomende weekend. En ook prettig voor onze Goedheiligman.

U zult nu verbaasd luisteren en denken wat doet ze, waar heeft ze het over.
Ik wil aangeven dat er al zoveel is gezegd voor en tegen de zondagopenstelling en dat ik niet van plan ben, hoewel het heel verleidelijk is, om in herhaling te vallen.

Wees gerust ik ben ook verbaasd. Verbaasd over het gemak waarmee er in dit voorstel vanuit wordt gegaan dat een zondagopenstelling ondersteunend is aan het toerisme en daarbij het belang en bezwaar van de zelfstandige winkelier aan de kant wordt geschoven. Het gemak waarmee wordt gesproken over een goede afweging er komt toch een evaluatie na een jaar, daar ben je als kleine zelfstandige blij mee als je nu al amper het hoofd boven water houdt. Dat is ook de reden van alle emoties rondom dit voorstel. Dit is trouwens een landelijke tendens.
Maar landelijk onderzoek toont aan dat twee derde van de winkeliers de zondagsrust te belangrijk vindt om hun winkel te openen.
Terwijl winkels die open zijn en winkeliers die gelijktijdig hun deuren gesloten houden een negatief effect hebben op het imago van het winkelgebied. Want dat biedt consumenten geen helderheid. En dat is weer slecht voor het eventuele toerisme.

Verbaasd blijf ik over het feit dat de wens van een aantal supermarkten blijkbaar zwaarder weegt dan de werkgelegenheid die we op termijn kunnen verliezen.
Voor jongelui klinkt het leuk 200% loon. Maar dat ook zij hun rust na een week leren hard nodig hebben wordt dan over het hoofd gezien.

Verbaasd ben ik ook over het verschil in afweging over het toepassen van het toerismebeginsel.
In het raadsvoorstel staat dat de winkels op zondagen overeenkomstig de landelijke trend druk worden bezocht door de plaatselijke bevolking. Dat heeft mijn inziens niets met het toerisme te maken. Dat lijkt op een verkeerde voorstelling van zaken.
In de winkeltijdenwet artikel 4.2 staat heel duidelijk dat indien de toeristische aantrekkingskracht van een gemeente daarentegen uitsluitend is gelegen in de aanwezigheid van een natuurgebied het veel minder voorstelbaar is dat een ruimere winkelopenstelling daaraan ondersteunend is. Toeristen komen, dat staat letterlijk in de wettekst, en dat heb ik eerder aangegeven in deze raad, voor de rust en de stilte en daaraan dragen geopende winkels in de regel niet bij.
Winkels zouden dan een ondersteunende functie in het kader van het toeristisch bezoek moeten hebben.
Hoe moeten we ons dat voorstellen we hebben niet eens een souvenirwinkel.
Rheden is verbonden met vele fiets en wandelpaden met verschillende kernen. Ja, dat klopt maar ik ben nog geen wandelaar met een boodschappentas op de Koningsallee tegengekomen. Artikel 4.2 gaat ook over de beoordelingsvrijheid van de raad.

Trouwens ook de voorzieningen rechter stelt in de uitspraak van 1 september dat het des raad is om tot het besluit te komen of er sprake is van substantieel toerisme. De rechter zegt eigenlijk met zoveel woorden dat hij zich niet deskundig acht op het plaatselijk gebied.

Ronduit grappig vindt ik de redenering dat toeristen door de rest van de gemeente heen rijden, fietsen en wandelen om bij de verschillende attracties te komen. En daarom de winkels open moeten kunnen zijn.
Dat gaat op voor ons gehele land. Want bijna iedereen die de Keukenhof in Lisse of het Rijksmuseum in Amsterdam bezoekt komt daar via een andere gemeente.
Iets wat zichtbaar wordt aan de rij gemeenten die ineens toeristisch denken te zijn.
Den Helder, Westvoorne, Brielle, Bergen op Zoom, Zoetermeer, Breda, Noordwijkerhout, Westland, Harenkarspel en Utrecht om er maar een paar te noemen. Allemaal blijken ze ineens substantieel Autonoom toerisme te hebben.
Als het niet zo’n impact had zou het bijna komisch zijn.Overal wil de plaatselijke politiek 52 koopzondagen per jaar. Dat komt mooi uit met de gedoogsteun van de SGP voor het huidige kabinet! Want landelijke invoering kan nu wel worden vergeten. Er is echter 1 ding vervelend, want overal is de overgrote meerderheid van de winkeliers tegen.
Dus is de afweging niet zorgvuldig gemaakt. En dat is niet de bedoeling van de wet.
Verbaasd ben ik ook over het besluit om tegen het advies van de Commissie bezwaarschriften in de bezwaren tegen het besluit van 28 juni ongegrond te verklaren.

Waarom is er niet gekeken naar een compromis.\
Bijvoorbeeld het Maastrichts model? 10+9+2?
1 zondag in de maand + iedere zondag in November en December + 2 extra bij een plaatselijk evenement.

Daar was waarschijnlijk een groter draagvlak vanuit de plaatselijke middenstanders voor te vinden geweest.
De kans op slagen was dan, zeker in overleg met winkeliersverenigingen en b.v. een BIZ kansrijker geweest. De economische kansen waren dan ook beter verdeeld over alle winkeliers en niet zoals nu ten koste gegaan van de kleine zelfstandige.
Echter dat is nu niet meer van toepassing.
Dat is om in stijl te blijven een gepasseerd station.
Inmiddels zeggen de plaatselijke winkeliers 12 koopzondagen is genoeg.

Het zal U inmiddels niet ontgaan zijn dat onze fractie met doordachte reden de poster campagne tegen de wekelijkse zondagopenstelling heeft ondersteunt.