De financiële posititie van de gemeente Rheden is niet rooskleurig. Er dreigen grote tekorten. De Kadernota 2025 staat in het teken van ombuigingen (bezuinigingen) en lastenverzwaring. De kadernota is op een groot aantal punten onduidelijk. Om een helder beeld van de vooosrtellen te krijgen hebben wij een groot aantalvragen gesteld. Wij hebben ter verheldering daarom een groot aantal vragen gesteld. Dat is nodig om onze standpunten over deze voorstellen te kunnen bepalen. In enkele blogpoststs tonen we onze vragen en de antwoorden die wij van het college ontvingen.
Onderstaand de laatste vragen, de vragen 55 t/m 64
55.
|
P32 –Regionale samenwerking en internationale betrekkingen
|
Welke kosten worden gemaakt voor
internationale samenwerking en betrekkingen?
|
Het programma met de VNGI is kostenneutraal. De VNGI
vergoedt de kosten.
|
56.
|
P38 – Bestuur & Organisatie – Externe inhuur kost
25,1 % van de loonsom.
|
Wat is de totale loonsom van de gemeente
Rheden inclusief externe inhuur?
|
De loonsom bedraagt in totaal € 33.493K voor vaste en tijdelijke formatie
|
57.
|
P38 – Bestuur &
Organisatie – Externe inhuur kost 25,1 % van de loonsom.
|
Hoeveel
fte externe inhuur betreft dit?
|
We rekenen niet in fte maar in bedragen die hiermee gemoeid zijn. Bij 25% komt dit grofweg uit op € 8.373K.
|
58.
|
P36/P38–
Bestuur & Organisatie – Herijking balans formatie en bezetting (0,72 M
oplopend tot 1,15m) en Externe inhuur kost 25,1 % van de loonsom. Voorstel is om dit met 50% te reduceren.
|
In de toelichting Herijking balans formatie en bezetting staat
het “reduceren van de (kosten van) externe inhuur met 50%” . De meest
conservatieve berekeningen van die reductie komen ver boven de genoemde ombuigingsbedragen uit. Waarom is dit niet
verwerkt in de Herijking balans formatie en bezetting of elders in d ombuigingen?
|
Een
aanzienlijke inzet van inhuur levert een overschrijding van het
personeelsbudget op, omdat inhuur duurder is dan vaste medewerkers. Het is
niet zo dat het (personeels)budget omlaag kan alleen door minder in te huren.
|
59.
|
P38
– Bestuur & Organisatie – Reductie van de urencapaciteit aan wethouders
vanaf 2026.
|
Is dit een grap? Hoe realistisch is dit voorstel?
|
Het is een optie, daarom is het opgeschreven. Zoals tijdens de raadsbehandeling aangegeven is dit mogelijk niet realistisch. Kostenreductie zou 140k zijn.
|
60.
|
P38 – Bestuur &
Organisatie – Licentie werkplekapp opzeggen?
|
Leidt
zijn de effecten van het opzeggen van deze app op de flexibiliteit, efficiëntie
en effectiviteit en daarmee de kosten van het werk?
|
De verwachting is dat dit niet direct invloed heeft op de flexibiliteit, efficiëntie en effectiviteit en daarmee de kosten van het werk. Met andere woorden de kosten van de werkplekapp wegen niet op tegenover de baten.
|
61.
|
P38 – Bestuur & Organisatie – Beperken van het
aantal steunraadsleden
|
Wat zijn de jaarlijkse kosten op dit
moment?
|
De jaarlijkse kosten voor bestuur bedragen de komende jaren 2.580.000. Deze bestaan uit de kosten voor Raad, College en griffie. Per (steun)raadslid zijn de vergoedingen ongeveer 12,5k per jaar (euro 1.503,12 per maand).
|
62.
|
P39 – Bestuur &
Organisatie – Vervallen dotatie algemene reserve
|
Vindt
u met het doorvoeren van deze ombuiging het acceptabel dat weerstandsvermogen
en solvabiliteitsratio verder worden aangetast en onder kritische grens
dreigen uit te komen?
|
We achten het in de
huidige situatie niet mogelijk om vast te houden aan de ambitie om de
algemene reserve elk jaar met € 1 miljoen te versterken. Met een positief
saldo van € 0,27 miljoen is de groei van ons weerstandsvermogen en de
verbetering van
de
solvabiliteitsratio minder dan beoogd, maar nog steeds een verbetering.
|
63.
|
P41 –
Uitgangspunten en kaders – aanbeveling 3
|
Betekent
dit dat de raad niet meer geïnformeerd wordt over de inzet (ook financieel) voor
bestaande doelen (going concern)?
|
Nee, de doelen
blijven betrekking hebben op wat we altijd al doen (“going concern”) en wat
de additioneel gaan doen (“groing concern”).
|
64.
|
P45 – Reserves en
voorzieningen - “Nota herziening Reserves sen Voorzieningen”
|
Wat
is de reden dat de “Nota herziening Reserves en Voorzieningen” opnieuw wordt
uitgesteld?
|
We achten het in de huidige situatie niet mogelijk om vast te houden aan de ambitie om de algemene reserve elk jaar met € 1 miljoen te versterken. Met een positief saldo van € 0,27 miljoen is de groei van ons weerstandsvermogen en de verbetering van de solvabiliteitsratio minder dan beoogd, maar nog steeds een verbetering. De storting passen we weer toe m.i.v. 2026. In de jaren 2026 t/m 2028 is in de gepresenteerde meerjarensaldi een jaarlijkse storting van € 1 mln aan de algemene reserve verwerkt.
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten